Conflict in Oost-Oekraïne laait weer snel op
De oorlog in Oost-Oekraïne tussen het regeringsleger en de pro-Russische separatisten laait de laatste dagen snel op na maanden van rust, melden zowel Oekraïne als Rusland in verklaringen. De opbouw van Russische troepen aan de Oekraïense grens heeft de aandacht getrokken van zowel de Verenigde Staten als Europese landen, meldt The New York Times.
Vier Oekraïense militairen zijn onlangs in de regio-Donetsk om het leven gekomen in het dodelijkste treffen tussen het regeringsleger en de separatisten tot nu toe dit jaar. Het dodental van de laatste dagen en de Russische troepenopbouw zijn voor het Amerikaanse leger in Europa reden geweest om het hoogste waakzaamheidsniveau te doen gelden voor situatie in Oost-Oekraïne. Een crisissituatie daar is aanstaande, denkt de Amerikaanse legerleiding.
De laatste dagen is er steeds meer sprake van artillerie- en mitrailleurvuur tussen Oekraïense stellingen en die van de rebellen. Gevechten aan de 250 kilometer lange frontlinie van loopgraven en versterkingen, zijn doorgaans van kortere duur.
Volgens Europese waarnemers is er vooral meer sprake van artillerievuur vanaf de door de Russen gesteunde zijde. Ook zouden de separatisten over nieuwe wapens beschikken. Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov erkende dinsdag dat het conflict weer oplaait en zei dat de Russische president Vladimir Poetin „oprecht hoopt” dat de situatie niet verder escaleert.
Dinsdag stemde een meerderheid van het Oekraïense parlement voor een verklaring waarin wordt gesteld dat het staakt-het-vuren dat sinds juli van kracht was, is gebroken. Het parlement in Kiev heeft het westen opgeroepen om „politieke en economische druk” te blijven uitoefenen op Rusland.
De oorlog in Oost-Oekraïne begon met de annexatie van het Krim-schiereiland door Rusland in 2014. Die was een reactie van de Russen op de Oekraïense volksopstand tegen de pro-Russische president Viktor Janoekovitsj en het aangaan van nauwere banden met de Europese Unie door Oekraïne daarop.