Zanglustige omaatjes herbouwen dorpskerk in Rusland
Ik woon nu drie jaar Oedmoertië, maar al die tijd had ik de ”Boeranovo Baboesjki” nog niet ontmoet. De beroemde zanglustige omaatjes herbouwden de kerk in hun dorp met het geld van hun optredens.
Het vriest zo’n 25 graden, maar de lucht boven het idyllische dorpje Boeranovo is helderblauw. Een dikke laag sneeuw op de asbestdaken van de houten huisjes weerkaatst de felle zon. Een sovjettrekker gromt over de strakbevroren straten richting de vervallen stallen van de staatsboerderij op de witte heuvels rondom het dorp. Eigenlijk ziet het er precies zo uit als elk ander Russische dorpje.
Ik ontmoet het zanggroepje, dat in 2012 zelfs tweede werd op het Eurovisie Songfestival in Bakoe, in een gezellig buurthuis, dat enkele jaren terug met spoed werd opgeknapt. „Poetin zou langskomen, en dus renoveerden ze gauw het dorpshuis”, vertelt een van de omaatjes. „Poetin kwam echter niet”, grinnikt ze. Gelukkig kan het gezelschap daardoor nu wekelijks hier zijn repertoire oefenen.
De omaatjes stellen zich voor: Olga Toektarjova (52), artistiek directeur; Jekaterina Skljajeva (83) die volgens het collectief de lekkerste kool zuurt; Valentina Pjatsjenko (83) die haar arm verloor door een cirkelzaag; Granja Baisarovo (72), ooit stucadoor en schilder en later melkmeisje op de kolchoz; Alevtina Begisjeva (63), in haar werkzame leven altijd boekhouder.
Een bijzonder stel, maar ondanks hun roem bleven de Boeranovo Baboesjki altijd simpel: ze voeren nog dagelijks de kippen en melken de geiten. De omaatjes hielden geen cent voor zichzelf, maar bouwden hun dorpskerk weer op. „Vanaf het allereerste begin droomden we er al over de kerk te herbouwen”, zegt Toektarjova.
Die kerk was met toestemming van de staat door een paar oliezoekers en geologen in 1949 afgebroken. Van de bakstenen bouwden ze hun barakken. Daarom hadden de dorpelingen in de jaren tachtig een oude winkel omgebouwd tot gebedshuis. Tot een jaar of tien terug was dat de plek waar de baboesjki hun kaarsjes brandden. „Toch wilden we wel wat beters”, zegt Toektarjova. „Zelfs onder de jeugd leefde dat verlangen.”
Aan de hoofdstraat staat nu het gloednieuwe, witte kerkje met het groene dak. De goudkleurige koepels schitteren in de winterzon. „Van waar men ook het dorpje in komt rijden, overal zijn de koepels van de kerk te zien”, geniet Begisjeva. Er zijn nu wekelijks diensten in de dorpskerk. Bij de ingang ligt een gastenboek: mensen komen uit heel Rusland om de diensten bij te wonen. De baboesjki weten Rusland te inspireren.
De omaatjes reisden na 2012 drie jaar lang om geld te verdienen voor de kerk, maar toen was de fut eruit. „Soms gaven we wel drie concerten per dag. Het was een stimulans toen we de kerk steen voor steen gebouwd zagen worden”, vertelt Begisjeva. Maar toen bleek dat de producer hen oplichtte, verdween de prikkel snel.
De kerk is uiteindelijk afgebouwd met het geld van vrijgevige mensen. Begisjeva: „In Rusland is het alles of niets: óf mensen zetten je ongegeneerd af, óf ze geven je gelijk een kapitaal.” Zo doneerde een man uit Krasnojarsk een half miljoen roebel (7500 euro) voor een klokkentoren. „Elke keer als we het klokgelui horen, vult ons hart zich weer met vreugde”, zegt Begisjeva.