EU-sancties voor Chinees staatsbedrijf om onderdrukken Oeigoeren
De eerste mensenrechtensancties die de Europese Unie China in dertig jaar oplegt, treffen ook een Chinees staatsbedrijf. De beveiligingspoot van deze „economische en paramilitaire organisatie” beheert gevangenkampen vol onderdrukte Oeigoeren, stelt de EU. Zakendoen met de EU is in het vervolg taboe. De Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk kondigden vergelijkbare strafmaatregelen af. Washington zei de stap te zetten „uit solidariteit met onze partners”.
De EU bestraft de directeur van het beveiligingsbureau van het zogeheten Productie- en Bouwkorps Xinjiang ook persoonlijk. Hij mag niet langer naar de EU reizen en verliest de toegang tot eventuele daar gestalde tegoeden. Die strafmaatregelen gelden ook voor de voormalige regiobestuurder van Xinjiang en twee andere prominente functionarissen.
Het optreden van China tegen de Oeigoerse moslimminderheid in Xinjiang stuit de EU steeds meer tegen de borst. Oeigoeren worden in kampen opgesloten, gemarteld en gesteriliseerd en moeten dwangarbeid verrichten, zeggen mensenrechtenactivisten en deskundigen van onder andere de Verenigde Naties. Sommige Europese regeringen en de Verenigde Staten bestempelen dat inmiddels als genocide. Dat deed de Tweede Kamer twee weken geleden ook.
China, na de VS de belangrijkste handelspartner van de EU, sloeg maandag meteen terug. Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma, EU-ambassadeur Delphine Pronk en andere Europese politici, diplomaten en onderzoekers kregen strafmaatregelen opgelegd. De regering in Beijing had Brussel eerder deze week al gewaarschuwd sancties hoog op te nemen.
Nederland en andere Europese landen als België en Frankrijk hebben de Chinese ambassadeur uit protest ontboden. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès „verwerpt ten zeerste” de Chinese reactie op „maatregelen die zijn genomen ter verdediging van de mensenrechten, een kernprincipe van het Europees beleid”. In Frankrijk komt daar nog bij dat de ambassadeur herhaaldelijk beledigingen en bedreigingen had geuit naar Franse parlementariërs en een onderzoeker.