De Amerikaanse oud-vicepresident Mike Pence is ervan overtuigd dat er bij de laatste presidentverkiezingen veel ongeregeldheden hebben plaatsgevonden. Hij liet zich voor het eerst uit sinds het afzwaaien van Donald Trump als president.
Pence schreef deze week in een opiniebijdrage voor The Daily Signal, de website van The Heritage Foundation, dat de verkiezingen van november 2020 door „talrijke ongeregeldheden werden gekenmerkt.” Klachten daarover werden volgens hem van tafel geveegd. Net als veel Amerikanen heeft Pence zorgen over de zuiverheid van de presidentsverkiezingen.
Pence zegt dat hij vanwege die zorg destijds beloofde als voorzitter van het Congres zich te zullen inspannen dat alle bezwaren die tegen de stemuitslag werden ingebracht, in een hoorzitting zouden worden behandeld.
De zitting van het Congres, op 6 januari, waarop de uitslag moest worden behandeld, verliep echter chaotisch als gevolg van de bestorming van het Capitool. Daardoor heeft de bespreking van de bezwaren nauwelijks aandacht gekregen. „De tragische gebeurtenissen van 6 januari –de belangrijkste zijn het verlies van levens en het geweld in het Capitool– beroofden het Amerikaanse volk van een inhoudelijke discussie in het Congres over verkiezingsintegriteit in Amerika”, aldus Pence.
De publicatie van het artikel in The Daily Signal is het eerste ‘levensteken’ van de voormalige vicepresident na afloop van de ambtstermijn van president Donald Trump. Tot nu toe heeft Pence publiekelijk gezwegen over de afhandeling van de verkiezingen. Anders dan Trump bleef hij in de weken na de verkiezingen terughoudend in zijn commentaar. Steeds zei hij dat elke klacht moest worden onderzocht, maar hij hoedde zich voor harde conclusies. Pence hield eraan vast dat de bezwaren langs officiële weg moesten worden behandeld.
Kritiek op wet
Even opvallend is dat de oud-vicepresident juist deze week zijn bijdrage leverde. In het Congres ligt een wetsvoorstel ter goedkeuring waarin de regels voor de verkiezingen worden aangepast. De Democraten willen de federale overheid meer invloed op het verloop van de verkiezingen geven.
Pence constateert dat dit tegen de grondwet is. Daarin staat dat de verkiezingen door de regeringen van de afzonderlijke staten worden geregeld. „De nieuwe wet verplicht tot het invoeren van de meest twijfelachtige en misbruikgevoelige verkiezingsregels in het hele land. Ze verbiedt daarnaast maatregelen om verkiezingsfraude op te sporen en te vervolgen.”
Als voorbeelden noemt Pence dat briefstemmen tot tien dagen na de officiële datum nog meetellen, dat bij zwakken en hulpbehoevenden stemmen kunnen worden opgehaald en dat de kiezersregistratie zelfs nog op de dag van de verkiezingen mag plaatshebben.
Pence wijst er in zijn artikel op dat het vertrouwen van kiezers in de stembusuitslagen onder druk staat. Dat was bij de Democraten in 2016 zo; dat is in de maanden na de verkiezingen van 2020 bij de Republikeinen zo. „We moeten er alles aan doen om dat te veranderen en ervoor te zorgen dat het Amerikaanse volk, ongeacht welke politieke partij men steunt, vertrouwen heeft in de eerlijkheid en veiligheid van het verkiezingsproces.”
De voormalige vicepresident vindt dat linkse politici critici van deze wet het zwijgen proberen op te leggen. Maar hij wil daar niet voor zwichten. „Het gaat om een ongrondwettelijk, roekeloos en antidemocratisch wetsvoorstel dat de fundamentele beginselen uitholt en onze republiek permanent kan schaden.” De voorgestelde wijziging van de regels dient volgens hem maar één doel: „de linkse politici een permanent, oneerlijk en ongrondwettelijk voordeel geven.”