Na de coronacrisis zal een derde van de non-foodwinkels verdwijnen. Hoe langer de winkels dicht zijn, hoe meer er zullen sluiten. Dat voorspelt de Retailagenda op basis van onderzoek onder consumenten, winkeliers, vastgoedeigenaren en gemeenten.
Bij grootwinkelbedrijven zal 15 tot 30 procent sluiten. Vastgoedeigenaren denken aan een sluiting van tussen de 10 en 30 procent van hun winkels. Als winkels pas begin april open mogen, dan verwacht 40 procent van de gemeenten dat tot een vijfde van de non-foodretailers in de eigen gemeente zal verdwijnen.
De Retailagenda, opgezet door het ministerie van Economische Zaken, denkt dat een ‘nieuw normaal’ in aantocht is en zegt dat de crisis en de bijbehorende lockdowns, reisbeperkingen en het thuiswerken het consumentengedrag blijvend hebben veranderd. De Retailagenda voorspelde eerder al dat consumenten minder winkelen en ook minder naar steden gaan om te winkelen. Ook kopen ze meer online en gerichter, met een voorkeur voor lokaal.
Na de coronacrisis krijgen vooral middelgrote steden last van de sluiting van winkels, omdat het aanbod en dus de aantrekkelijkheid om er te gaan winkelen afneemt. Grote steden worden minder hard getroffen dan eerder verwacht, aldus de Retailagenda. Deze worden compacter en leefbaarder. Winkelcentra in de wijk profiteren juist van dit nieuwe koopgedrag, omdat deze op de dagelijkse boodschappen zijn gericht en goed bereikbaar zijn.
Daarnaast zal er ook een daling van de huurprijzen van winkeliers inzetten, denken de ondervraagden. In steden zal de daling veel hoger zijn dan in wijkcentra, waar nagenoeg geen huurverlaging zal komen. Vastgoedpartijen verwachten dat de huurprijzen structureel met 20 tot 30 procent omlaag zullen gaan afhankelijk van de locatie.