Burgers zijn het beu. De coronamaatregelen trekken diepe sporen in de samenleving. Hoe lang pikt de bevolking de aanpak van de overheid nog? Ook in het reformatorische volksdeel is soms sprake van „anarchie”. „Verbijsterend”, zegt socioloog Wim Dekker bezorgd. „Leiderschap is nodig.”
De overheid verruimt de coronamaatregelen, terwijl een derde golf dreigt. „Het botst”, zegt massapsycholoog dr. Hans van de Sande van de Rijksuniversiteit Groningen. „Volgens burgers klaart de lucht op, voor artsen en politici niet.”
De vraag is hoe lang de onvrede in de samenleving kan voortsudderen. „Moeilijk te zeggen”, stelt Van de Sande. Mensen zijn „heel lang” bereid voorrechten op te geven. „Maar het houdt een keer op. Daarom ontstaan overal demonstraties. De overheid mag zich weleens achter het oor krabben.”
Grootschalige protesten kunnen een voorstadium zijn van maatschappelijke ontwrichting. Veel zorgen maakt de massapsycholoog zich niet direct. „Protesten zijn van alle tijden. De overheid moet nu eenmaal collectieve belangen laten prevaleren boven individuele.”
Hoe langer de crisis duurt, hoe ingewikkelder deze wordt. „Jongeren worden steeds minder bang voor corona”, zegt socioloog Wim Dekker, lector aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Ouderen blijven echter bevreesd voor het virus. „Solidariteit is nodig.”
De lockdown eist zijn tol. „Mensen zijn moe. De psychische en sociale nood is erg groot. Ouderen zijn aan het vereenzamen, gezinnen hebben het zwaar. Door huwelijksproblemen, door zorgen rond kinderen. Op allerlei plekken is sprake van echt lijden.”
De CHE-socioloog snapt daarom de roep om versoepeling. „Mensen willen eruit.” Toch is het niet verstandig, denkt Dekker. „Je blijft niet thuis voor jezelf, maar voor ouderen en kwetsbare medemensen. Chocola is wel lekker, maar niet goed.” Tegelijkertijd gedragen veel burgers zich als „puberale, jengelende kinderen”, stelt de socioloog. „Mensen zeggen: „Ik verlang zó naar m’n terrasje.” Om de overheid onder druk te zetten.”
Ook in reformatorische kring ziet Dekker soms wantrouwen en een opstandige opstelling richting overheid. „Hoe behoudender de kerk, hoe groter het verzet lijkt”, stelt Dekker verbaasd vast. „Er zit een anarchistisch trekje in het reformatorische volksdeel. Kwalijk, zorgelijk en niet verstandig”, verklaart de socioloog, die benadrukt met respect over orthodoxe christenen te willen spreken.
De hechtheid en geslotenheid van gemeenschappen verklaren volgens hem het wantrouwen. „Zij ervaren de overheid niet als zorgend, maar als bedreigend. De gedachte is: Bemoei je niet met onze manier van leven, wij bemoeien ons ook niet met jullie.” Het wantrouwen komt ook voort uit de reformatorische manier van in het leven staan, denkt Dekker. Met vragen over Gods hand in de epidemie, over de verhouding tussen voorzienigheid en eigen verantwoordelijkheid.
„De bevindelijke kring kent, naast het geduldig dragen van ziekte, ook gelatenheid, passiviteit. Dit verhoudt zich niet met het activistische van de overheid.” Bovendien zaait bijvoorbeeld Forum van Baudet twijfel over de overheid. „Mensen uit de SGP-achterban zijn, ook door bepaalde opinieleiders uit refokring, vatbaar gemaakt voor dit wantrouwen.”
Kerkelijke leiders moeten leiding geven in de crisis, vindt Dekker. „Leiderschap ontbreekt te vaak in de rechterflank. Sommige leidslieden distantiëren zich meer dan eens openlijk van het overheidsbeleid.” Zij bewegen zich „heen en weer” tussen gehoorzaamheid aan de overheid en het wantrouwen van henzelf en hun kerkelijke gemeenten, constateert Dekker. „Ik vind die opstelling niet vruchtbaar en wijs.”