Met een investering van 8,5 miljard euro in het onderwijs hoopt het demissionaire kabinet achterstanden in het onderwijs weg te werken die zijn ontstaan door de coronacrisis.
De problemen moeten worden aangepakt met een Nationaal Programma Onderwijs. Verder komt er ook nog structureel 645 miljoen euro bij als compensatie omdat er meer studenten zijn. Dit geld is bedoeld om de werkdruk te verminderen en extra personeel aan te nemen.
Basisscholen krijgen gemiddeld 180.000 euro om leerlingen te helpen, terwijl het middelbaar onderwijs gemiddeld 1,3 miljoen euro per school krijgt. Leraren mogen mede bepalen hoe het geld wordt uitgegeven. Verder kunnen er extra vakleerkrachten, onderwijsassistenten en ander ondersteunend personeel worden aangetrokken.
„Met een Nationaal Programma doen we er alles aan om de jongste generaties in ons land dezelfde kansen te bieden als de generaties die zonder pandemie naar school gingen”, aldus minister Arie Slob.
Om studenten in het mbo en hoger onderwijs „financiële ademruimte in deze moeilijke tijd” te geven, hoeft volgend jaar maar de helft van het collegegeld te worden betaald. En er komt een vergoeding voor studenten die het recht op de basisbeurs of aanvullende beurs dreigen kwijt te raken.
Verder gaat er 162 miljoen euro naar het hoger en wetenschappelijk onderwijs om onderzoekers te betalen. Daarmee moeten de arbeidscontracten van 20.000 jonge wetenschappers worden verlengd.