De Nederlandse detailhandel heeft zijn verkopen vorig jaar het sterkst opgevoerd sinds 2001, ondanks de coronacrisis. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werd de omzet vooral gestuwd door een flinke plus bij de supermarkten. Daarnaast is er online veel meer verkocht.
Alles bij elkaar groeide de omzet in de detailhandel met 5,9 procent. Door de maatregelen tegen de verspreiding van corona waren de verschillen binnen de sector wel bijzonder groot. Onder meer kleding- en schoenenwinkels kenden juist een heel slecht jaar als gevolg van de winkelsluitingen in het voorjaar en december.
Supermarkten en andere verkopers van levensmiddelen profiteerden juist van de horecasluitingen en het feit dat veel mensen aan huis gekluisterd zaten. Daardoor werden er veel meer boodschappen ingeslagen. De foodsector als geheel behaalde met 6,9 procent de hoogste omzetgroei van deze eeuw, terwijl andere zogeheten non-foodwinkels over de gehele linie uitkwamen uit op een omzetkrimp van 0,1 procent.
Toch was ook in dat laatste segment sprake van grote contrasten. Winkels in doe-het-zelfartikelen, keukens en vloeren, verkopers van consumentenelektronica en witgoed en meubelzaken hebben recordomzetten geboekt. Verder is er online 43,5 procent meer omgezet in 2020. Dat is de hoogste groei sinds het CBS in 2014 hierover gegevens begon te publiceren.
De cijfers waren waarschijnlijk nog hoger uitgevallen als de overheid in december niet opnieuw winkelsluitingen had doorgevoerd. Op 14 december kondigde het kabinet een strenge lockdown aan om besmettingen met het coronavirus tegen te gaan. Veel winkels moesten hun deuren sluiten. Hierdoor heeft de detailhandel in december 3,1 procent minder omgezet dan een jaar eerder.