Alle christenen op de Comoren passen in de twee grootste kerken van Nederland. Ondanks dat neemt de druk toe; het land is nieuw op de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors.
Na enkele jaren net buiten de top 50 van ranglijst te zijn gevallen, is de Unie van Comoren terug van weggeweest. De islamitische eilandengroep in de Indische Oceaan, ten noordwesten van Madagaskar, neemt sinds deze maand de laatste plaats in op de lijst van landen waar christenen het meest worden vervolgd om hun geloof.
De christelijke gemeenschap is geconcentreerd in de belangrijkste steden, vooral in de hoofdstad Moroni, en in Mutsamudu op het eiland Anjouan. Het gaat om een extreem kleine minderheid: op een bevolking van 870.000 zo’n 4200. Daarvan is ruim de helft rooms-katholiek, iets meer dan een kwart is protestant.
De twee kerken in Moroni en Mutsamudu die de voormalig Franse kolonie rijk is, zijn voor tijdelijke werknemers uit het buitenland.
Evangeliseren
Ondanks het klein aantal christenen, neemt de vervolging toe. Volgens Open Doors oefent de overheid steeds meer druk uit. Zo stelde de regering in het openbaar dat er van godsdienstvrijheid geen sprake is en dat Comoresen alleen soennitische moslims kunnen zijn, ondanks de religievrijheid die in de grondwet is opgenomen.
Deze vrijheid wordt echter beperkt door allerlei wetten. Zo is de islam verheven tot staatsgodsdienst en is het verboden om te evangeliseren. Het wetboek van strafrecht stelt dat „wie moslims een andere religie dan de islam onthult, verspreidt en onderwijst”, een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar en een geldboete krijgt. Buitenlanders die evangeliseren, worden uitgezet.
Christenen zijn daarom bang om publiek ook maar iets kenbaar te maken van hun geloof. Alles wat ze daarover zeggen, kan worden opgevat als een poging om het christendom te verspreiden.
Verbannen
Daarnaast neemt de druk vanuit de islamitische gemeenschap toe, aldus Open Doors.
Vooral bekeerlingen met een moslimachtergrond hebben het zwaar. Als hun bekering bekend wordt, zullen ze worden gemeden en volledig afgesneden van hun familie en vrienden.
Dat overkwam Amina. „Mijn vader heeft me verbannen en zei dat ik niet langer zijn dochter was. Hij gooide stenen naar me en zei hardvochtige dingen”, vertelde ze aan Open Doors. „Er waren ook ooms van mijn familie, die me allemaal luid uitscholden.”
Ook de opkomst van radicale islamitische sympathieën baart christenen zorgen. In sommige delen van het land bedreigen radicale groeperingen christenen met geweld.
Dat nam het afgelopen jaar toe. Twee christenen moesten onderduiken vanwege hun geloof, tien christenen kregen te maken met fysiek geweld of doodsbedreigingen (ten opzichte van twee in 2019). Twee christenen zaten vast vanwege hun geloof. Veel incidenten komen echter niet aan het licht, aldus Open Doors.
De druk vanuit de samenleving op christenen is al jaren erg hoog. Neemt het geweld de komende tijd toe, dan zal de stijging van het land op de ranglijst doorzetten, voorziet de organisatie.