Dat staat in een onderzoek naar het Nederlandse bosbeleid dat het kennisinstituut voor duurzaam bosbeheer Probos heeft gedaan. Bij Probos zijn de meeste grote bosbeheerders van Nederland betrokken. Donderdag is er een onlinesymposium over de resultaten van het onderzoek en maatregelen die provincies al nemen.

Natuurminister Carola Schouten wil dat er tot 2030 ruim honderd miljoen bomen in Nederland worden bijgeplant. Dat is nodig om koolstof uit broeikasgas af te vangen, de biodiversiteit te herstellen en de natuur te versterken. Provincies en natuurorganisaties zijn al begonnen met het aanplanten van bomen die beter bestand zijn tegen droge zomers, hoosbuien en hogere temperaturen. Maar, aldus Probos, om de doelstelling te halen is veel meer grond nodig dan de braakliggende stukjes groen die nu worden beplant. „Het is een grote opgave waarvoor bestuurlijke doortastendheid nodig is”, aldus de onderzoekers, die stellen dat aankoop van landbouwgrond onontkoombaar is.

Probos constateert ook dat er een enorm aanbod aan bomenprojecten aan het ontstaan is, dat uiteen loopt van voedselbossen tot aan notenboomgaarden en speelbossen. De organisatie adviseert overheden om een ‘bossenmakelaar’ aan te stellen, die initiatiefnemers en mogelijke financiers bij elkaar kan brengen. Provincies moeten ook niet terugschrikken voor het laten ontstaan van spontane bossen, bijvoorbeeld in uiterwaarden van rivieren.