Uitputting, spanning, eenzaamheid. De tweede lockdown eist zijn tol in gezinnen, onder jongeren en bij ouderen. „Zeker nu er geen lichtpuntje is, valt de situatie niet mee.”
De spanning in gezinnen neemt toe. En daarmee relatieproblemen, burn-outklachten en huiselijk geweld, ziet hulpverlener Harm Rebel van Stichting Schuilplaats. Anders dan in de eerste lockdown ziet de organisatie het aantal hulpvragen stijgen. „In maart zaten mensen nog in een soort overlevingsstand. Nu loopt de psychische druk op, zeker als mensen in de coronacrisis overlijdens meemaakten die door omstandigheden moeilijk te verwerken zijn.”
Ook zorgcoördinator Reijmes van het Van Lodenstein College in Kesteren spreekt geregeld overbelaste ouders. De school heeft een speciaal telefoonnummer dat zij kunnen bellen bij problemen. Die drempel blijkt vrij hoog, maar via mentoren komen er meer signalen. „Zeker nu er geen lichtpuntje is, valt de situatie niet mee.”
Vooral in grote gezinnen heeft de lockdown zijn weerslag. „Sommige ouders krijgen het bijna niet meer voor elkaar om de kinderen aan het werk te krijgen. Als ze hen naar boven sturen, hebben ze geen zicht op wat er gebeurt achter de computer – spelletjes en chatten met vrienden. Laten ze de kinderen beneden, dan ontstaat er wrevel als er eentje gaat praten.”
Jongeren zelf vinden het thuis saai, missen hun contacten. „In deze tijd van uitzichtloze lockdown, donker en guur weer, ben ik er beducht voor dat leerlingen down worden. Daar willen we alert op zijn, maar dat is wel lastig als je hen niet ziet.”
Door de uitzichtloosheid houden sommigen het moeilijk vol, ziet ook godsdienstpsycholoog Hanneke Schaap-Jonker van het Kennisinstituut christelijke ggz. Ze signaleert uitputting in deze tweede golf. Tegelijk is de angst voor ziekte en dood, die in maart heerste, veelal verdwenen. Enerzijds positief, maar het doet ook iets met de solidariteit, zegt Schaap. „We zitten niet meer in hetzelfde schuitje, dat we allemaal ernstig ziek dreigen te worden. Dat richt mensen meer op zichzelf. En dan tellen ze hun tekorten: de wintersport staat op losse schroeven, naar de kerk kan niet meer. Die frustratie beïnvloedt het welbevinden.”
Avondklok
Schaap maakt zich vooral zorgen om mensen die al met psychische problemen rondliepen. De coronacrisis kan die verzwaren. „Neem iemand met een dwangstoornis: je wast je handen al vaak en wordt nu opgeroepen ze stuk te wassen. Bij mensen die moeite hebben met alleen zijn kunnen de maatregelen zorgen voor angst, onrust en pijn uit het verleden.” Een avondklok treft juist die groep hard.
Normaal gesproken stimuleert ze deze mensen afleiding te zoeken en een beroep te doen op anderen. Maar corona belemmert contacten. Ook jongeren missen daarmee een belangrijk onderdeel in hun ontwikkeling. „Juist in die leeftijdsfase is het belangrijk elkaar te ontmoeten en samen leuke dingen te doen”, zegt hulpverlener Rebel. „Nu dat wegvalt, komt de identiteitsontwikkeling in een soort stilstand. Wat de gevolgen zijn, weet ik niet. Straks hebben we een generatie die een heel studiejaar online heeft gevolgd. Zo’n fase kun je niet meer overdoen.”
Toch kampen studenten die al negen maanden achter het scherm zitten straks niet allemaal met een verstoorde ontwikkeling, denkt Schaap. „Veel jongeren gaan niet meteen onderuit. Maar je ziet velen wel somber worden nu ze van bed naar bureau en van bureau naar bed gaan.”
Jongeren met psychische problemen zitten volgens haar in de hoek waar de klappen vallen. Zo slaat anorexia heftiger toe bij veel meiden die in de stress grip op hun lichaam proberen te krijgen. De ziekte is makkelijker te verbergen nu mensen elkaar weinig zien. Ook huiselijk geweld en seksueel misbruik blijven daardoor meer achter de voordeur.
Positief werkt de coronacrisis op mensen die prikkelgevoelig zijn. Voor hen zijn onlinekerkdiensten een verademing. En wie lijdt onder sociale angstklachten is blij dat verjaardagen overgeslagen worden.
Nasleep
Schaap verwacht een behoorlijke nasleep van de coronacrisis en langere wachtlijsten in de ggz. Vooral door relatieproblemen en verslavingen waarmee mensen problemen proberen te ontvluchten. Ook vreest ze een stijgend aantal suïcidepogingen na een ontslag- en faillissementsgolf. „En wat doet de confrontatie met lijden en dood met zorgmedewerkers die op hun achterste benen lopen? Ze doen wellicht traumatische ervaringen op of raken burn-out.”
Of de schade te beperken valt? „Het klinkt een beetje afgezaagd”, zegt Schaap, „maar heb oog voor elkaar. Door je in te leven in anderen ontstaat er verbondenheid en zorg voor elkaar. Het kan je ook tevredener maken, omdat je beseft: zo slecht heb ik het nog niet. Probeer ook te doorbreken dat je alleen op jezelf bent aangewezen. Misschien kan iemand de zorg voor je kind een dagdeel overnemen of kun je samen buiten een stukje lopen.”
Rebel wijst erop dat mensen van zichzelf en anderen niet hetzelfde kunnen vragen als voor de coronatijd. „Je kunt gewoon niet alles. Je hoeft het dus niet als minder te beschouwen als je minder produceert. Ik spreek liever niet over een achterstand, want dan neemt de psychische druk en het idee van falen alleen maar toe.”