Vrachtschip zeilt Rotterdam binnen
Het lijkt een ouderwetse stoomboot met twee hoge schoorstenen. In werkelijkheid zeilt het 154 meter lange vrachtschip SC Connector –met moderne voortstuwing op windenergie– de haven van Rotterdam binnen. „Een belangrijke ontwikkeling.”
Rotterdam heeft bijzonder bezoek. De SC Connector kan zich mede dankzij hoge, roterende ‘zeilen’ op windkracht voortbewegen. „Een belangrijke ontwikkeling”, zegt universitair hoofddocent ir. Klaas Visser van de TU Delft. Het vrachtschip doet voor het eerst Nederland aan.
Het zeeschip is sinds dinsdagochtend afgemeerd bij Matrans Rotterdam Terminal in de Eemhaven. De SC Connector vaart dagelijks met stukgoed en containerlading tussen Noorwegen, Engeland en Rotterdam. Het schip vertrekt woensdag om 18.00 uur weer.
De SC Connector is een bijzondere verschijning. De rederij Sea-Cargo heeft het in 1997 gebouwde vaartuig vorig jaar omgetoverd tot een modern zeilschip met twee roterende cilinders van elk 35 meter hoog en 5 meter breed.
De roterende cilinders veroorzaken een achterwaartse afbuiging van de dwarswind op het schip, waardoor het schip voorwaarts wordt gedreven. Het effect is vergelijkbaar met een vliegtuigvleugel, waarbij de luchtstroming ook wordt afgebogen om liftkracht te krijgen. Deze innovatie kan –bij gunstig weer– een besparing van 25 procent opleveren in CO2-uitstoot en brandstofverbruik, claimt de rederij.
De technologie is niet nieuw, de commerciële toepassing hiervan wel. „Het is bijzonder dat een commercieel vrachtschip rondvaart met deze techniek”, stelt maritiem specialist Visser. „Een reductie van 25 procent CO2 en brandstofbesparing is zeker realistisch. Uiteraard afhankelijk van de windkracht en de relatieve windrichting.”
De techniek kent ook nadelen. Een schip kan nog altijd niet tegen de wind in varen. De windenergie kan ook te beperkt zijn om het schip de vereiste snelheid te geven en moeten verbrandingsmotoren bijspringen, vaak op fossiele brandstoffen.
De roterende masten zijn bovendien niet bruikbaar in bijvoorbeeld de binnenvaart, dat actief is op kronkelende rivieren met wisselende windrichtingen. Ook de marine kan er niks mee. „Een marineschip vraagt snelheid en moet alle koersen kunnen varen.”
Van de in totaal 60.000 zeeschepen wereldwijd, waarvan 23.000 in Europa, maakt amper een handvol gebruik van roterende ‘zeilen’. „Minder dan 25”, vermoedt Visser. „Ik ken ze allemaal.” Het aantal stijgt echter.
De zeevaart studeert al jaren op innovatieve technieken om de sector duurzamer te maken. Sommige rederijen installeren ‘gewone’ zeilen om schepen voort te stuwen. Andere maken gebruik van uitklapbare vleugels om wind te vangen.
De TU Delft zoekt verduurzaming daarom ook in alternatieve brandstoffen, zoals waterstof of ammonia. „De uitstoot van CO2, zwavel, koolstof en fijnstof is daarmee nul.”
Toch ziet Visser belangrijke voordelen in de windtechniek, zoals op de SC Connector. „Alles wat zo’n zeil oplevert, hoeft een verbrandingsmotor niet te leveren. Elke reductie van vervuilende uitstoot omarmen we.”
„CO2, zwaveloxyde, stikstofoxyde en fijnstof maakt mensen, flora en fauna en het klimaat ziek”, zegt de TU-onderzoeker Marine Engineering, tevens ouderling in de PKN-gemeente (Pauluskerk) in Gouda. „Persoonlijk vind ik het bijdragen aan de verbetering van het klimaat en onze leefomgeving een belangrijke verantwoordelijkheid in onze samenleving.”