Oogletsel, kapotte handen en brandwonden: ook dit jaar zagen de chirurgen van het Brandwondencentrum het typische vuurwerkletsel langskomen. Het was voor hen hard werken tijdens oudjaarsnacht, vertelt traumachirurg Jefrey Vermeulen. Zelf had hij geen dienst, maar als medisch manager van de SEH heeft hij een goed beeld van de situatie. Op nieuwjaarsdag gaat hij als dienstdoende traumachirurg alle opgenomen patiënten langs.

Zes mensen werden opgenomen in het Brandwondencentrum, het gros van de patiënten tussen de 20 en 35 jaar oud. Vermeulen somt op: twee mensen met vuurwerkletsel, vier gewond geraakt door een vreugdevuur, een autobrand of een ontplofte spuitbus. Vier van de patiënten zijn vanuit andere ziekenhuizen doorverwezen naar het Brandwondencentrum, dat vanwege zijn specialisme Midden- en Zuid-Nederland als voedingsgebied heeft.

Er is nauwelijks verschil te zien met voorgaande jaren, zegt Vermeulen. „De mensen die opgenomen worden, zijn diegenen die illegaal vuurwerk afsteken of zelf een vuurpijlenbom gemaakt hebben. Dat illegale vuurwerk is het gevaarlijkst. Die mensen zag je voorgaande jaren ook.”

Hij sluit niet uit dat het vuurwerkverbod juist voor meer letsel door brandstichting heeft gezorgd. „Wellicht hadden die mensen geen brandje gemaakt als ze vuurwerk konden afsteken. Maar dat is een theorie.”

In voorgaande jaren meldden zich de dagen na oudjaar geregeld mensen met vuurwerkletsel. Kinderen gaan op zoek naar vuurwerk dat op de straat ligt, met alle gevolgen van dien. „Ik denk dat die groep patiënten dit jaar kleiner zal zijn. Er ligt veel minder vuurwerk op de straten. De komende dagen zal duidelijk worden wat de schade echt is.”

Feesten

Ook op de SEH van het Maasstad Ziekenhuis verliep oudjaarsnacht niet rustiger dan voorgaande jaren. De telefoon van internist acute geneeskunde Charlotte van Noord rinkelde geregeld. Ze was tijdens oud en nieuw een van de artsen op de SEH die binnengekomen patiënten beoordeelden. Tot elf uur ’s avonds was ze aanwezig op de afdeling; daarna gaf ze telefonisch advies.

Hoewel de drukte vergelijkbaar was, waren de klachten waarmee patiënten aanklopten wel anders dan voorgaande jaren. Normaal gesproken komen op oudjaarsnacht veel mensen binnen met een alcohol- of drugsvergiftiging, zegt Van Noord. „Dit jaar hebben we deze patiënten niet gezien. Dit zou kunnen komen doordat er minder feesten zijn geweest. Mensen hebben elkaar waarschijnlijk toch minder opgezocht.”

De internist acute geneeskunde zag aan de andere kant meer andersoortige acute klachten: behalve veel patiënten met Covid ook mensen met ernstige infecties, acuut nierfalen of longembolieën. „In voorgaande jaren kwamen mensen met dat soort klachten vaak kort na oud en nieuw pas naar het ziekenhuis, omdat ze met de jaarwisseling thuis wilden zijn. Nu mensen geen familiebijeenkomsten hebben, melden ze zich op het moment dat het echt moet. Eigenlijk is dat een positief effect.”

Landelijk gezien zijn er minder mensen met vuurwerkletsel binnengekomen op de spoedeisendehulpposten, meldde de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen Annemarie van de Velden vrijdagochtend in het NOS Radio 1 Journaal. „We zijn daar blij mee, omdat we het er niet bij hadden kunnen hebben”, aldus Van de Velden.

Volgens traumachirurg Vermeulen was er in het Maasstad Ziekenhuis ook nu nog voldoende ruimte om patiënten met brandwonden op te nemen. „Hoewel de corona-afdelingen vol liggen, blijven er bedden vrij voor calamiteiten. Er is altijd plek voor spoed.”

Positieve sfeer

Internist acute geneeskunde Van Noord erkent dat de druk op de zorg groter is dan voorgaande jaren. Sommige van haar collega’s werden afgelopen week teruggeroepen van hun vakantie; poliklinische afspraken moeten worden verzet zodat internisten zich kunnen inzetten voor Covid-patiënten. Toch heerste er een positieve sfeer op oudjaarsdag. „Het team van verpleegkundigen en artsen kwam opgewekt binnen aan het begin van hun nachtdienst. Klaar om patiënten te gaan helpen. Ondanks dat iedereen dit jaar hard heeft gewerkt, was er toch genoeg energie over voor deze dienst.”