Basisscholen tonen begrip voor het besluit dat ze hun deuren moesten sluiten. Al valt het hun wel zwaar. „Ouders en leerkrachten leken verdoofd, van de kinderen juichte niemand.”
Eerder deze week noemde kinderarts Karóly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en lid van het Outbreak Management Team (OMT), het onbegrijpelijk dat het kabinet heeft besloten dat de basisscholen dichtmoesten. „Kinderen hebben al lang thuisgezeten, de schade is emotioneel en lichamelijk veel te groot, en voor een deel blijvend.” Een nadere toelichting wil hij niet geven. „Ik houd mijn uitspraken overeind, maar heb afgesproken dat ik voorafgaand aan de volgende OMT-vergadering geen commentaar meer geef.”
Minder verkeer
Directeur Schipper van de Eben-Haëzerschool in Hollandscheveld zegt echter begrip te hebben voor de maatregel. „Bij een van onze leerkrachten is een coronabesmetting vastgesteld. In zijn klas waren verschillende kinderen moe en hoesterig, en één leerling is woensdag positief getest. Dan krijg je wel begrip. Dat merkte ik ook bij de ouders. Begrijpelijk, want in onze regio zijn er nogal wat besmettingen. Tijdens de eerste golf waren kinderen soms van slag toen ze opeens thuiszaten. Nu is het niet vreemd voor hen.”
Ook directeur Van der Wulp van de twee reformatorische basisscholen in Dordrecht toont „begrip” voor het besluit. „Ik begrijp het argument dat men minder verkeersbewegingen wil van ouders die hun kinderen halen en brengen.”
„Begrip” is ook het woord dat scholenorganisatie VGS en de Reformatorische Oudervereniging (ROV) gebruiken. „Hoe beter we ons houden aan de beperkingen, hoe eerder we elkaar weer op school kunnen ontmoeten”, reageert de VGS. Ingrijpend, maar de maatregel behoort bij een harde lockdown, zegt de ROV. „Gezien het hoge aantal besmettingen begrijpen we de keus.” Minder goed te verteren is dat scholen dichtgingen omdat ouders te weinig thuiswerken. Het gaat niet aan „om via de scholen de ouders op te voeden of aan te pakken.”
Voor de directeuren in Dordrecht en Hollandscheveld kwam de sluiting onverwacht. „Tot maandagmorgen dacht ik dat het primair onderwijs open zou blijven”, zegt Van der Wulp.
Toen het nieuws uitlekte, stuurden beide directeuren de ouders een e-mail met de vraag of de kinderen dinsdags een extra tas mee konden krijgen. Die werd gevuld met schoolwerk, soms ook met bibliotheekboeken en het schoolfruit dat net binnenkwam. De leerkrachten waren er druk mee, terwijl ze tegelijk het jaar op een goede manier wilden afronden door nu vervroegd met de kinderen stil te staan bij Kerst. „Gelukkig kunnen de leraren gebruikmaken van hun ervaring van afgelopen voorjaar”, zegt Van der Wulp. „Collega’s die vrij waren, boden spontaan hun hulp aan.”
„Er kwamen personeelsleden helpen die anders op dinsdag niet ingeroosterd staan”, zegt Schipper. „Het kwam goed uit dat er ook net twee stagiairs waren.” En toen was de toner in het kopieerapparaat leeg. „Anders hadden we alles dinsdag kunnen meegeven. Maar inmiddels is ook dat geregeld. We hebben voor twaalf dagen werk meegegeven. We gaan er niet vanuit dat kinderen er van half negen tot drie uur mee bezig zijn; dat is niet reëel.”
De meeste kinderen vonden het jammer dat de school opeens dichtging, merkten beide directeuren. „Verdrietig, boos, teleurgesteld”, zegt Van der Wulp. „Er heerste absoluut geen juichstemming.” Bij de volwassenen net zo: „Leerkrachten en ouders wensen elkaar altijd goede dagen aan het begin van de kerstvakantie. Nu gebeurde dat niet. Alsof mensen verdoofd waren.”
Ritme en contact
Het thuiszitten kan nadelige gevolgen hebben. „In sommige gezinnen doen kinderen echt minder dan op school”, zegt Schipper. „Soms kunnen ze niet op de computer omdat een ander gezinslid die nodig heeft.”
„Niets is beter dan het schoolritme”, stelt Van der Wulp. „Kinderen missen het contact met klasgenoten en de leerkracht. Er zijn veel technische mogelijkheden, maar thuiswerken wordt nooit ideaal.”
De leerkrachten houden contact met alle gezinnen. „Telefonisch, via e-mail, via een opgenomen video of via Zoom of Teams, daar laat ik hen vrij in”, zegt de directeur in Dordrecht. „Tijdens de eerste golf waren ouders over het algemeen tevreden over de communicatie vanuit school.”
Opvang
De scholen vangen kinderen op die kwetsbaar zijn of van wie de ouders een vitaal beroep hebben. „Bij sommige ouders is de nood hoog, dus we willen hen graag tegemoetkomen”, zegt Van der Wulp. „We vangen kinderen in meerdere groepjes op. De ene dag op de Ds. J. Bogermanschool, de andere dag op de Ds. J. Polyanderschool.”
In Drenthe gaat het om twee of drie van de 140 leerlingen. Onder de 500 kinderen van de beide Dordtse scholen zijn het er verhoudingsgewijs meer. Meer ook dan tijdens de eerste golf: „Toen werd het sommige ouders te veel. Wellicht denken ze daarom nu: O nee, niet weer.”
„Basisschoolbestuurders onderstrepen het belang van noodopvang voor kwetsbare kinderen. Voor extra leerachterstanden zijn ze niet bang”, zegt de VGS.
Terug naar school
In Amsterdam mag groep acht op 4 januari weer naar school. „De eindtoets en het advies voor de middelbare school komen eraan, daar willen wij deze kwetsbare leerlingen goed op kunnen voorbereiden”, stellen de schoolbesturen.
De meeste leerlingen zitten zeker vijf weken thuis. „Onze leerlingen zijn buitenkinderen”, zegt de directeur uit Drenthe. „Ze zullen weer aan de structuur moeten wennen als we weer opengaan.”