Binnenland
„Typisch Nederland: de grenzen opzoeken”

„Laat Nederland net als Duitsland doen: alle winkels dicht.” „En gooi ook de internethandel plat; dat is pas eerlijk.” Er mogen dan weinig mensen rondlopen in de Gorinchemse binnenstad, een duidelijke mening hebben ze wel. Zoals ook deze: „Dat gejammer van die vent van de Wibra op tv. Geldwolven zijn het.”

L. Vogelaar
16 December 2020 18:16
beeld ANP MARCO DE SWART
beeld ANP MARCO DE SWART

De vonken van verontwaardiging dalen onbarmhartig neer op de winkelketens die dinsdag twijfelden of ze wel dicht moesten zijn, woensdag toch opengingen, en vanaf donderdag toch weer dicht zijn. Zoals de Action. En de Wibra. De Hema sluit zijn deuren ook: „Van die paar rookworsten kunnen ze het personeel ook niet betalen”, denkt een klant.

Jammer wel van de vele meters plastic waarmee deze winkeliers een groot deel van hun koopwaar hebben afgedekt om de verkoop van de rest legaal in stand te kunnen houden. Alleen essentiële zaken mogen tijdens de lockdown worden verkocht. Levensmiddelen, en nog wat meer. Dat leidde tot onduidelijkheid. De Bruna dicht, de Primera open, hoe zit dat? Of, wijst een man in de Gorinchemse Arkelstraat: het makelaarskantoor open. „De autoshowroom moest dicht. Is dit geen showroom dan?”

Grenzen opzoeken

Corina (22) vist haar mobieltje tevoorschijn en leest de laatste app van zus-die-bij-de-Wibra-werkt: „Morgen gesloten.” Maandag wist zus niet waar ze aan toe was. Dinsdag moest ze toch komen werken. Woensdag is haar gewone vrije dag. Donderdag een ongewone: de Wibra sluit zijn vestigingen toch. „Dit is typisch Nederland”, verzucht Corina. „De grenzen van de maatregelen opzoeken; kijken wat nog net mag.”

Het eetcafé waar ze werkt, heeft van die onduidelijkheid geen last. Het zit dicht. Afhalen mag nog wel. „Koffie, en zaterdag oliebollen. Maar de belangstelling valt tegen. Gorinchemmers winkelen nu eens hier, dan weer daar, zodat ze alles hebben gezien.”

„Triest”, vindt ze de maatregelen die de overheid afkondigde om het aantal coronabesmettingen in te dammen. Maar wel noodzakelijk. „Ik was vorige week in de Action. Een gekkenhuis. Waarom laten ze niet wat minder mensen binnen?”

Bij de Action gluurt het personeel naar buiten, naar man-met-schrijfblok die klanten aanspreekt. Boa? Nee, dat niet. Klant vertelt intussen dat ze „nog even een paar dingen” ging halen, „want morgen kan het niet meer.” Dan zit ook de Action dicht. En haar vriendin vertelt over die-en-die, die ook al corona heeft; „het komt nu wel dichtbij.”

Randen van de regels

„Action, Wibra, Makro open. Basisscholen, kleine winkels dicht. Vindt het kabinet dit zelf eerlijk?”, twitterde PvdA-leider Asscher woensdag. Het kabinet reageerde met de aankondiging dat winkels alleen open mogen blijven als ze minstens 70 procent van hun omzet uit artikelen voor levensonderhoud halen. Eerder lag die grens bij 30 procent. Action stelde dat ongeveer 40 procent van de omzet behaald wordt met essentieel geachte artikelen. En dus gingen de ruim vierhonderd vestigingen woensdagmiddag weer open.

Minister De Jonge (Volksgezondheid) beklemtoonde eerder op de dag juist dat koopjeswinkels niet open kunnen. „Dit is niet het moment om de randen van de regels op te zoeken, en daarom kan het gewoon niet”, zei de bewindsman.

Stille straten

Bakkerij Van der Grijn in Gorcum mag zeker open zijn, maar de verkoper in de vestiging in de binnenstad zegt dat het rustiger is dan anders. Zo leuk is het nu eenmaal niet om door lange winkelstraten te zwerven waar slechts hier en daar een winkel toegankelijk is. „Anders is het bij ons druk in deze tijd van het jaar.” Nu vult de bakker de vitrine bij omdat er even geen enkele klant belangstelling toont. „In een winkelcentrum is veel meer open; daar zit je nu beter.”

Ook in de supermarkten Coop en Spar is het rustig. Extra toestroom omdat andere winkels dichtzitten, is hier nog niet te zien. Twee mannen komen luid discussiërend voorbij: „Als de Hema open mag zijn, mag de Action het ook.” „Ja, als iedereen zo denkt…”

Economie

Verderop staan twee winkeliers voor hun dichte deur. De een wil nog begrip voor de maatregelen tonen; „er moest wel wat gebeuren.” Al vindt hij het wel „paniekvoetbal.” Intussen prijst een paginagrote advertentie –„die kon ik niet meer tegenhouden”– in een krant deze dag zijn winkelwaar aan; die hij niet meer verkopen mag. Maar je moet nu maar regeringsverantwoordelijkheid dragen; „aan de kant staan en iets roepen, is makkelijk.”

Zijn overbuurman heeft geen trek in nuances. Hij wijst naar zijn dichte deur: „Huur, water, stroom, het gaat allemaal door, en er komt geen geld binnen. Ze moeten de economie laten doordraaien. Dit gaat heel veel ondernemers de kop kosten. De hulp komt te laat, zeker voor de horeca. Doe de winkels open en zeg tegen kwetsbare mensen dat ze online moeten bestellen.”

Er volgen nog wat bespiegelingen over leegstaande ziekenhuizen die met duizenden ic-bedden moeten worden „volgegooid” en personeel dat je „gewoon tachtig uur moeten laten werken” zonder dat aan de anderen zoveel beperkingen worden opgelegd. Waarop zijn collega denkt dat de journalist het wel getroffen heeft met zulke gesprekspartners.

Met argusogen turen ze intussen de straat af: „Daarginds gaan mensen naar binnen. Maar die winkel is echt niet essentieel.” Maar in de niet-essentiële winkel daarginds zitten alleen drie personeelsleden op de grond om afhaalpakketten te vullen.

”Blijf thuis. Samen tegen corona”, zegt een bord boven de stroom auto’s op de snelweg. Het advies wordt in hartje Gorcum beter opgevolgd. „Al had ik nog minder mensen verwacht”, zegt een man die voor een bakkerswinkel geduldig wacht tot zijn vrouw naar buiten komt.

De winkels die open mogen blijven, melden dat met uitroeptekens.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer