Het huwelijk is de basis van het gezin. En de moeder is een vrouw, de vader een man. Door dat in de grondwet vast te leggen, probeert de Hongaarse regering het land te beschermen tegen de „relativering van traditionele waarden.” En ze wil kinderen beschermen tegen adoptie door homoseksuelen.
Dat laatste past helemaal in wat de Hongaarse premier, Viktor Orban, onlangs zei. „Ik ben tolerant tegenover homoseksuelen. Maar ik heb een rode lijn zodra kinderen daarbij worden betrokken.”
Orban raakt hiermee een extreem gevoelig punt. Voor homoseksuelen is het belangrijk te worden erkend als volkomen gelijk aan hetero’s, dus ook als het gaat over hun vermogen om kinderen op te voeden. Orban zegt feitelijk echter dat homoseksualiteit –net als roken en drinken– iets is voor grote mensen, en niet voor kinderen. Je zou er zelfs in kunnen lezen dat de premier er niet zeker van is dat homo’s in seksueel opzicht geen gevaar voor kinderen zijn.
Wat Orban precies bedoelt, is niet duidelijk. Maar het vermoeden rijst dat hij eraan twijfelt of het voor kinderen goed is om op te groeien met twee vaders of twee moeders.
Puur wetenschappelijk gezien weten we nog te weinig over de langetermijneffecten van het opgroeien in een homogezin. Iedereen heeft hier intuïtief een voorkeur, positief dan wel negatief, maar dat is dan gebaseerd op onze wensen en niet zozeer op wat we –uit wetenschappelijk onderzoek– weten.
Van dat andere wapenfeit van de seksuele revolutie, de echtscheiding, weten we inmiddels wel dat het zeer schadelijk is voor kinderen. Op zich wordt dat ook wel erkend, maar tot minder scheidingen leidt dat jammer genoeg nog niet.
Veel media in Europa hebben weinig geduld met de „aartsconservatieve” Orban. Hij doet aan „uitsluiting” en „discriminatie”, zo zeggen veel koppen.
Het is niet verstandig nu te roepen dat Hongarije discrimineert. In Nederland stelde de Hoge Raad nog in 1990 dat de aard van homoseksuele relaties zo sterk verschilde van het samenleven van man en vrouw, dat het huwelijk niet hoefde te worden aangepast. Sindsdien zijn in Nederland veel vanzelfsprekendheden veranderd. Maar in Hongarije niet.
Discriminatie is het „ongelijk behandelen van gelijke gevallen”, naar de woorden van artikel 1 van de Nederlandse Grondwet. Het is duidelijk dat de Hongaren er niet van overtuigd zijn dat deze twee vormen van samenleven gelijk zijn aan elkaar. Puur vanuit het natuurrecht geredeneerd is het ook niet vreemd om te zeggen dat een kind een recht op een vader én een moeder heeft.
Binnen de Europese Unie is gezinsbeleid nationaal geregeld. Maar de consensus beweegt zich toch in een andere richting, namelijk die van de aanvaarding van het homohuwelijk. De toekomst zal uitwijzen of de EU zoveel pluralisme kan hanteren.