De Jonge worstelde al langer met heibel binnen CDA
Dat vicepremier en zorgminister Hugo de Jonge donderdagavond aankondigde te stoppen als lijsttrekker voor het CDA, kwam voor velen als een verrassing. Maar achter de schermen heerst al langer onrust bij de partij. De combinatie van intern gedoe en de zware corona-portefeuille van De Jonge zorgde voor ongemak.
Het begon al bij de strijd om het leiderschap van de partij. De Jonge kwam daar niet als duidelijke winnaar naar voren, maar kreeg 50,7 procent van de stemmende leden achter zich. Kamerlid Pieter Omtzigt kreeg de steun van 49,3 procent, een verschil van slechts 258 stemmen. Daarna brak ook nog eens onrust uit over de geldigheid van de verkiezingen en over de positie van Omtzigt.
De Jonge kondigde hem als ‘running mate’ aan, maar zo’n plek is in de Nederlandse politiek niet bekend. Binnen het CDA ontstond vervolgens een interne strijd, met onder andere minister Wopke Hoekstra en staatssecretaris Mona Keijzer die in ‘kamp-Omtzigt’ zouden zitten. De partij straalde graag uit dat er maar één ‘Team CDA’ was, maar van die eenheid was weinig te merken en de ruzies werden anoniem via de krant uitgevochten.
Ook de positie van De Jonge als ‘corona-minister’ vormde een probleem. Door het zwaar bekritiseerde corona-beleid van het kabinet, kwam De Jonge vaak negatief in het nieuws. Daarnaast trok de portefeuille een zware wissel op de minister.
Dat Hoekstra zelf bedankte voor het lijsttrekkerschap, creëerde ook het gevoel dat De Jonge voor het CDA ‘Plan B’ was. De Jonge en Hoekstra werden in 2017 samen naar Den Haag gehaald door voormalig CDA-leider Sybrand Buma (inmiddels burgemeester van Leeuwarden). De twee bewindsmannen werden jarenlang ‘kroonprinsen’ genoemd. Veel christendemocraten zagen in Hoekstra de ideale nieuwe leider, en een serieuze kandidaat om VVD-premier Mark Rutte uit het Torentje te stoten.