Een op het ministerie van Economische Zaken opgestelde notitie over het open houden van de horeca, die dinsdag uitlekte, bleek niet te zijn doorgerekend door het RIVM. Toch zette het stuk woensdag een groot stempel op het coronadebat.
De horeca open houden, dringt het aantal besmettingen misschien wel terug in plaats van die op te stuwen, was de strekking van het memo. Dinsdag eiste de Kamer meteen dat het stuk openbaar zou worden gemaakt. Dat gebeurde, waarbij minister Wiebes (Economische Zaken) onmiddellijk benadrukte het document niet serieus te nemen. Hij sprak minachtend van „een interne A4” en „een concept van een gedachtenlijn.”
De gedachtengang van het stuk –als de horeca dicht zijn, neemt het aantal risicovolle thuisvisites toe– valt inderdaad niet te onderbouwen, zo schoot chef infectieziektenbestrijding Van Dissel van het RIVM het kabinet woensdagochtend te hulp. Het heropenen zou op langere termijn juist zo’n 800 ziekenhuisopnames meer en 140 mensen extra op de ic’s hebben opgeleverd, rekende hij de Kamer voor.
PVV-leider Wilders had daar maling aan: het memo bewees volgens hem dat het kabinet zijn heil vooral zoekt in symbolische maatregelen. Zo ver gingen andere Kamerleden niet. Wel grepen ze de notitie aan om het kabinet te confronteren met een tegenstrijdigheid waar in hun ogen maar moeilijk een rechtvaardiging voor viel te bedenken: de drukte in winkelcentra en bouwmarkten.
Het kabinet zal alles op alles zetten om een tweede Black Friday tijdens de feestdagen te voorkomen, beloofde premier Rutte daarop met klem. Minister Grapperhaus (Justitie) gaat vooraf om tafel met de burgemeesters van de veiligheidsregio’s om te overleggen over maatregelen, zoals bijvoorbeeld verplichte looprichtingen in winkelstraten en het sluiten van parkeergarages. Ook zal het kabinet de detailhandel aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid van winkeliers.
Rutte verdedigde de horecasluitingen door te wijzen op de zorgelijke groei van het aantal besmettingen van de afgelopen week. Woensdag maakte het kabinet verder bekend nog eens 3,7 miljard euro extra uit te trekken voor noodlijdende ondernemingen. Bedrijven die vanwege de coronamaatregelen de deuren moeten sluiten, krijgen tot 70 procent van hun vaste lasten vergoed. In tegenstelling tot eerdere voornemens wordt ook de loondoorbetalingsregeling nog niet afgebouwd.
Voorafgaand aan het debat kenschetsten diverse experts in de Tweede Kamer de stand van zaken rondom het coronavirus als aanhoudend zorgelijk. Zo rekende Van Dissel voor dat de gedeeltelijke lockdown zoals die nu geldt gegeven de prognoses over de ziekenhuisbezetting bij gelijkblijvende omstandigheden pas medio januari kan worden versoepeld. Terugkeren naar alleen de basisregels van afstand houden, handen wassen en bij klachten een test laten doen, is pas op zijn vroegst voorzien vanaf begin maart. Die datum is echter nog met zeer veel onzekerheid omgeven: in het slechtste scenario kan dat ook pas medio juli zijn.
Om te illustreren hoe fragiel de situatie is, schetste hij dat de huidige besmettingsgraad tijdens de feestdagen maar iets hoeft te stijgen of het huidige aantal besmettelijke personen van bijna 88.000 groeit door naar ruim 137.000 of zelfs een kleine 200.000 op 3 januari. Het RIVM blijft het kabinet om die reden adviseren de maatregelen pas af te schalen als er dagelijks minder dan 10 ic-opnames zijn.
Daarop is één uitzondering: de evenementensector mag al in januari hoe dan ook heel voorzichtig gaan experimenteren met verruimingen. Het moet dan gaan om buitenactiviteiten waar bezoekers staan, dan wel een toegewezen zitplaats hebben (outdoorconcerten of voetbalwedstrijden) of om
zogeheten passieve bijeenkomsten in binnenruimtes (congres, theater, musical, klassiek concert). Op aandringen van CU-leider Segers bekijkt het kabinet of er ook voor kerken, bibliotheken en buurthuizen opschalingsplannen te bedenken zijn.
Voor de oppositie was zorgminister De Jonge uiteindelijk weer de gebeten hond. Hij werd aangevallen op zijn voorbereidingen voor het uitvoeren van de vaccinatiestrategie. Als de levering van vaccindoses volgens plan verloopt kan in januari 75 procent van de medewerkers van verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen voor ouderen zijn ingeënt. Vanaf februari volgen dan de zorgmedewerkers uit de gehandicaptenzorg, de wijkverpleging en de Wmo-ondersteuning. Daarna volgen de bewoners van verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking.
Het aanhouden van die volgorde leidt ertoe dat de GGD’s eerder aan het werk zullen moeten dan voorzien. Het zorgpersoneel wordt namelijk niet in de instellingen, maar op centrale priklocaties gevaccineerd, en dat moet gebeuren onder de regie van de GGD’s die anders pas rond de zomer voor het vaccineren van gezonde burgers aan zet waren geweest.
Volgens GroenLinks en PvdA had De Jonge allang een begin moeten maken met het werven van extra personeel dat straks de vaccinaties kan toedienen. De minister zelf vindt echter dat de voorbereidingen nog goed op schema liggen. Hij beaamde dat een deel van het personeel dat nu coronatests uitvoert straks wellicht „tijdelijk” wordt ingezet voor vaccinatie, maar de GGD’s kunnen ook bijstand krijgen van bedrijfsartsen en defensie, onderstreepte hij.
De Jonge is optimistisch gestemd over de vaccinatiebereidheid van zorgwerkers waar nu nog zorgen over leven. „Velen van hen zullen uiteindelijk zeggen: Ik laat me toch vaccineren, omdat ik anders onderdeel zou kunnen zijn van een nieuwe besmettingsgolf en dat wil ik niet.”
Rutte waarschuwde net als dinsdag tijdens de persconferentie dat strengere maatregelen niet zijn uit te sluiten als het aantal besmettingen de komende dagen blijft oplopen. Maar mocht het zover komen, dan zal het kabinet de bevolking voor de beide Kerstdagen ontzien, beloofde hij.