Nederland krijgt hulp bij opsporen vermiste Koreastrijders
Zuid-Korea en Nederland hebben een akkoord getekend dat het makkelijker moet maken om de lichamen van Nederlanders die tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953) vermist zijn geraakt, op te sporen en te identificeren.
De overeenkomst werd maandag in Seoul getekend door de Nederlandse ambassadeur Joanne Doornewaard en de Zuid-Koreaanse minister van Defensie en generaal Suh Wook.
De landen zetten samen een systeem op om gegevens uit te wisselen, waardoor stoffelijke overschotten sneller geïdentificeerd en vervolgens gerepatrieerd kunnen worden. Nederland zal hiervoor DNA-materiaal en andere informatie bijdragen. „We zetten alles op alles om gevallen helden te vinden en hen zo snel mogelijk naar huis te laten terugkeren”, zei generaal Suh bij de ondertekening. „We zullen nooit hun offers en inzet vergeten.”
Toen Noord-Korea in 1950 het zuiden binnenviel, grepen de Verenigde Naties in met een troepenmacht om Seoul te steunen. Nederland stuurde 4748 vrijwilligers, van wie er 122 sneuvelden. De Koreaanse Oorlog eindigde in 1953 in een wapenstilstand, maar een vredesverdrag is nooit gesloten.
Vuurgevecht
Vijf Nederlanders zijn nog altijd vermist. Eén militair stierf bij een vuurgevecht en bleef achter op het slagveld, een ander overleed in krijgsgevangenschap. Aangenomen wordt dat de overige drie zijn omgekomen en dat hun lichamen in Noord-Korea liggen.
In 2018 werden na de eerste top tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un de stoffelijke resten van 55 gesneuvelde Amerikaanse militairen teruggegeven aan de VS. Van hen is een deel inmiddels geïdentificeerd.
Na de top tussen Trump en Kim riep de Nederlandse Vereniging Oud Korea Strijders (VOKS) premier Rutte ertoe op zich in te spannen bij de Noord-Koreaanse overheid om de lichamen van de vermiste Nederlanders terug te krijgen. Rutte nodigde de veteranen uit voor een persoonlijk gesprek en zei „heel veel begrip” te hebben voor hun wens, maar wees er ook op dat dit niet makkelijk te realiseren zou zijn.
DNA-materiaal
Hierna stonden familieleden van de vermiste Nederlanders DNA-materiaal af, in de hoop dat Zuid-Koreaanse forensische teams een match zouden vind. In het grensgebied tussen Noord- en Zuid-Korea worden soms nog stoffelijke resten gevonden. Ook heeft Seoul een databank met DNA-gegevens van gevonden lichamelijke overschotten waarvan de identiteit onbekend is. Een jaar later bleek echter dat het DNA-materiaal van de Nederlandse families niet gedeeld was met Zuid-Korea omdat Europese privacywetgeving dit verhinderde. Wel was er materiaal gedeeld met de VS, die wel een uitwisselingsovereenkomst met Seoul hebben.
VOKS-voorzitter Paul Gommers is blij met het maandag gesloten akkoord. „Nu kunnen we rechtstreeks materiaal sturen”, zegt hij telefonisch. „Het zou mooi zijn als daar iets van succes uit komt, al is het maar voor één familie.” Gommers wijst erop dat uitsluitsel voor nabestaanden ook na zeven decennia nog van waarde is. „Je blijft toch altijd zitten met de vraag: Wat zou er gebeurd zijn? Waar zou hij zijn?”