Ghanezen mogen maandag naar de stembus om een nieuw parlement en een nieuwe president te kiezen. Zittend president Nana Akudo-Addo en voormalig president John Mahama strijden om de gunst van de kiezers in het West-Afrikaanse land te midden van de eerste economische krimp die het land in 40 jaar doormaakt.
Waarnemers kijken met belangstelling naar de verkiezingen in Ghana, een van de economische grootmachten van West-Afrika, om te zien of het zijn reputatie als stabiele democratie behoudt in de instabiele regio. Hoewel er twaalf presidentskandidaten zijn, maken alleen Akufo-Addo en Mahama, van wie de partijen sinds 1992 stuivertje wisselen om de macht, een reële kans.
Nadat Ghana vorig jaar uit een driejarig financieel hulpplan van het Internationaal Monetair Fonds was gekomen, werd het land hard getroffen door de coronacrisis. Daardoor is de vraag naar ’s lands belangrijkste exportproducten, cacao en olie, behoorlijk afgenomen.
Akufo-Addo heeft beloofd dat hij 17 miljard dollar (zo’n 14 miljard euro) in werkgelegenheid zal steken als hij wordt herkozen. Mahama’s belangrijkste verkiezingsbelofte is om 10 miljard dollar in de infrastructuur te investeren.