De PCR-test voor corona ligt onder vuur. Samen met nog twintig wetenschappers noemt dr. Peter Borger het een „fluttest”. Intussen beslist deze test op de hele wereld of iemand corona heeft. Wie heeft er gelijk?
Onvoorstelbaar, vindt hij het. Werkelijk onvoorstelbaar. Mensen moeten in quarantaine na een positieve uitslag van een „fluttest”, zegt Borger, zelf moleculair bioloog. De lockdown is ingevoerd vanwege „nietszeggende cijfers”. De stijging van het aantal positieve tests in september is volgens hem het gevolg van een gewijzigde testprocedure, niet van verdere verspreiding van het coronavirus. Borger vraagt zich zelfs af of alle patiënten die met longproblemen in het ziekenhuis liggen wel écht corona onder de leden hebben. „Het kan ook griep zijn. De symptomen lijken als twee druppels water op elkaar.”
De bioloog ziet dat in september het aantal positieve testuitslagen als een raket de lucht in schiet. „Noem het geen coronabesmettingen. Dat zijn het niet.” De stijging verbaast hem. Als PCR-deskundige besluit hij zich te verdiepen in de coronatest. Via zijn netwerk hoort hij dat het RIVM in september de richtlijnen voor het protocol heeft aangepast. In plaats van twee genen hoeft voortaan slechts één stukje genetisch materiaal te worden onderzocht. Ook mag het aantal kopieercycli worden verhoogd van 30 naar 35. „Ik viel bijna van mijn stoel van verbazing toen ik dit hoorde.” Beide wijzigingen verhogen volgens hem de kans op een foute testuitslag. Het RIVM ontkent dat.
Een paar maanden daarvoor vindt Borger het protocol dat ten grondslag ligt aan de coronatest op de website van Eurosurveillance, een medisch tijdschrift dat zich richt op infectieziektes in Europa. Dit artikel is onder andere geschreven door virologen van het RIVM en het Erasmus Medisch Centrum, onder wie prof. Marion Koopmans. De procedure zit vol ontwerpfouten, beweert Borger. „Minstens tien. Gezien de deskundigen die eraan hebben gewerkt, zou je verwachten dat ze een goede test zouden kunnen maken. Dus niet. Ik wist niet dat het zo erg was.”
Het artikel met het PCR-protocol werd 21 januari ingediend. Een dag later werd het geaccepteerd voor publicatie. In die tijd kan het onmogelijk kritisch door collega-wetenschappers zijn gelezen, verbeterd en goedgekeurd, denkt Borger. „Normaal duurt zo’n controleproces weken tot maanden. Dat dit niet gebeurde, is ook duidelijk vanwege de beginnersfouten die er werden gemaakt.”
Onbekende oorzaak
Door de fouten is de testuitslag volledig onbetrouwbaar, stelt Borger. „Op basis van de test kun je niet eens zeggen of het SARS-CoV-2 is of een ander virus. Als de Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat er 1 miljoen mensen zijn overleden aan Covid-19, betekent dat in werkelijkheid dat er zoveel mensen aan een longontsteking met onbekende oorzaak zijn gestorven.”
Dagelijks worden er nu zo’n 5000 positieve testen gemeld in Nederland. Hoeveel daarvan écht betrekking hebben op SARS-CoV-2 en hoeveel niet, kun je niet zeggen, stelt Borger. „De test is niet op moleculair niveau gevalideerd, terwijl dat voor zo’n test extreem belangrijk is.” Dit is echter wel gebeurd, duizenden keren zelfs (zie ”Strenge controle op coronatest”).
Borger is niet de enige met kritiek op de PCR-test. „We hebben zo’n twintig andere PCR-experts in huis die er zo over denken.” Waaronder de Duitse biologe prof. Ulrike Kämmerer en de Oostenrijkse virusspecialist Bobby Malhotra. Samen met hen legt hij zijn bevindingen vast in een „vernietigend” rapport. Afgelopen donderdag stuurde hij dat op naar Eurosurveillance en een aantal wetenschappelijke instanties.
De moleculair bioloog adviseert per direct te stoppen met testen. „Dat is de enige manier om weer terug naar normaal te gaan.”
Vorige week zaterdag trad Borger als getuige-deskundige op voor de zogenaamde buitenparlementaire onderzoekscommissie 2020. Deze commissie, waarvan onder meer voormalig NPV-directeur dr. Ruth Seldenrijk lid is, doet via het horen van getuigen onderzoek naar de proportionaliteit van de coronamaatregelen. Naar aanleiding van de gesprekken wordt een eindrapport met bevindingen en conclusies opgesteld en aangeboden aan de Tweede Kamer.
Bij twijfel opnieuw testen
Prof. Bert Niesters, hoofd afdeling klinische virologie aan het UMCG, vindt het „de grootste flauwekul” om aan de betrouwbaarheid van de PCR-test te twijfelen. „We werken er al dertig jaar mee, voor van alles: testen op het HPV-virus, voor kankerdiagnoses, bij transplantaties en bij genetisch onderzoek naar aanleg voor erfelijke aandoeningen. De test is zó uitgebreid gebruikt. Laboranten hier in Groningen en de rest van Nederland zijn bovendien goed opgeleid. Ze weten écht wel wat ze doen.”
Bij testen op corona is de uitslag volgens de hoogleraar over het algemeen heel duidelijk: of positief of negatief. „Normaliter ondergaan mensen met klachten een test. Als corona de oorzaak is, hebben zij zoveel virussen bij zich dat er geen enkele twijfel bestaat.” Rijst er wel twijfel, dan wordt de betreffende persoon gevraagd zich opnieuw te laten testen. „Het kan zijn dat het monster niet goed is afgenomen. Een tweede test biedt dan uitsluitsel.”
Natuurlijk kan er af en toe een foutje in sluipen, zegt Niesters. „Ik schat dat meer dan 99 procent van onze testuitslagen correct is.”
Een positieve testuitslag duidt op de aanwezigheid van het coronavirus. Dat wil echter niet zeggen dat die persoon ook erg besmettelijk is. Niesters pleit er daarom voor dat GGD’en ook de details van de PCR-testuitslag bekijken. „De een heeft veel meer virussen bij zich dan de ander. Bij bron- en contactonderzoek zou ik beginnen met de mensen die heel besmettelijk zijn.”
Strenge controle op coronatest
Dr. Borger vertrouwt de PCR-coronatest niet omdat hij een tiental „ontwerpfouten” heeft ontdekt in een protocol dat verscheen in het tijdschrift Eurosurveillance.
Prof. Marion Koopmans was betrokken bij dat artikel en licht toe hoe het tot stand kwam. „We hoorden op 3 januari dat er een SARS-achtig virus rondwaarde. Op basis van die informatie is een aantal onderzoeksgroepen, waaronder die van de Duitse viroloog Christian Drosten, direct aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een protocol om dit virus aan te kunnen tonen.”
Moleculair biologen vergeleken daarvoor de genetische code van alle toen bekende coronavirussen. Ze selecteerden stukjes code waarin SARS-achtige virussen veel op elkaar lijken maar duidelijk afwijken van andere coronavirussen.
Op 12 januari maakte China de genetische code van het virus bekend. Koopmans: „De gekozen stukjes virus-RNA bleken geschikt om ook het nieuwe SARS-achtige virus te kunnen herkennen. In laboratoria in verschillende landen hebben we toen gekeken of het protocol werkt.”
Om te testen of het specifiek op het nieuwe virus reageerde, werden neus- en keelmonsters onderzocht van mensen die een bewezen infectie hadden met onder meer griepvirussen en verkoudheidscoronavirussen. „Al die monsters waren negatief in de test.”
Ook testten de onderzoekers materialen van patiënten met SARS, het virus dat in 2003 voor een uitbraak zorgde maar inmiddels is uitgeroeid. „Dat was op dat moment het enige wat mogelijk was, omdat er in Europa nog geen coronapatiënten waren.”
In sneltreinvaart legden de betrokken wetenschappers, van onder meer het RIVM en het Erasmus Medisch Centrum, het protocol vast in een artikel. Via een spoedprocedure kon het binnen een dag worden nagekeken door wetenschappers van Eurosurveillance. „Je spreekt dan van tevoren af op welke dag je het artikel verwacht klaar te krijgen. Wetenschappers zitten dan startklaar om het artikel in ontvangst te nemen en te controleren. Andere wetenschappelijke tijdschriften zoals Nature en Science hebben deze route ook, bedoeld voor zeer urgente onderwerpen.” Borgers kritiek dat de handleiding niet zou zijn gecontroleerd, klopt dus niet.
Om er zeker van te zijn dat patiënten écht het nieuwe coronavirus onder de leden hadden, werden monsters vooral in de begintijd parallel getest in twee laboratoria. Ook brachten onderzoekers toen bij mensen met een positieve test de volledige genetische code van het virus in kaart, zegt Koopmans. „Dat hebben we in Nederland bij duizenden mensen gedaan. Het bleek steeds om SARS-CoV-2 te gaan.” De codes werden opgeslagen in een database genaamd Gisaid. „Daarin staan nu bijna 220.000 volledige codes, vanuit de hele wereld.” De PCR-test is dus wel degelijk „moleculair gevalideerd.”
Laboratoria die testen wilden uitvoeren, moesten eerst proefdraaien. „Een monster werd dan ook door het referentielab van het RIVM in Bilthoven getest. Kwam daar steeds hetzelfde uit, dan kregen de labs een set materialen toegestuurd die ze blind moesten testen. Daarin zaten materialen die SARS-CoV-2 bevatten, andere virussen of niets. Als ze ook daarop een 100 procent score haalden, mochten labs de testen zelfstandig gaan uitvoeren.”
Laboratoria kunnen hun eigen protocollen gebruiken en hoeven dus niet dat van Eurosurveillance te volgen. Er zijn inmiddels meer dan 300 PCR-testen, ontwikkeld door allerlei bedrijven. Voor goedkeuring moeten die allemaal vergelijkbare validatiegegevens laten zien, zegt Koopmans. Daarvoor is een nationaal en een Europees kwaliteitssysteem ingericht.
Volgens Borger heeft het RIVM de richtlijnen voor de PCR-test in september aangepast. Dat is inderdaad op 25 september gebeurd, maar resulteert volgens het RIVM niet in een groter percentage foutieve uitslagen. Bovendien, zegt Koopmans, „elk lab is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitvoering van testen en de controle dat ze correct blijven werken. Dankzij het kwaliteitssysteem kun je erop vertrouwen dat de uitslagen betrouwbaar zijn.”
Koopmans: „Kritiek is prima, maar dit verhaal is inmiddels door experts uit de hele wereld bij herhaling ontkracht.”
Wat is de PCR-test?
PCR is een veelgebruikte techniek in de onderzoekswereld en de medische diagnostiek. De afkorting staat voor ”polymerase chain reaction” (polymerasekettingreactie).
Bij de techniek worden kleine stukjes DNA (of bewerkt RNA) gekopieerd. Het aantal kopieercycli dat nodig is om een bepaalde hoeveelheid product te krijgen, wordt uitgedrukt in Ct-waardes. Hoe hoger de Ct-waarde, hoe minder genetisch materiaal er in het onderzochte monster aanwezig is. Zo duidt een positieve uitslag bij een Ct-waarde van 20 op véél meer (2 tot de macht 10) virusdeeltjes dan bij een Ct-waarde van 30. In het eerste geval is iemand veel besmettelijker dan in het tweede geval. GGD’en maken daar op dit moment geen onderscheid in.
Bij de techniek worden zogenaamde primers gebruikt die heel specifiek binden aan genetisch materiaal van bijvoorbeeld het coronavirus, SARS-CoV-2. Hierdoor wordt alleen dit virus eruit gepikt en geen andere (corona)virussen.
RIVM-viroloog dr. Adam Meijer heeft de betrouwbaarheid van de PCR-coronatest onderzocht. Op basis van een aantal studies schat hij de kans op vals-positieven –een positieve uitslag bij iemand zonder corona– op 0,5 tot 4 procent. De nauwkeurigheid hangt af van de gebruikte PCR-test. Daar zijn wereldwijd honderden verschillende van in gebruik.
Het kan ook zijn dat mensen negatief worden getest terwijl ze wél corona hebben. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het monster niet goed of op het verkeerde moment (lang voor of na een infectie) is afgenomen. De kans op een vals-negatieve uitslag schat Meijer op 2 tot 33 procent. Hij baseert zich hierbij op een Chinese publicatie, die aangeeft dat de kans op vals-negatieven búiten China gemiddeld 6 procent is.
De PCR-test is uiterst gevoelig. Hij kan slechts één tot tien virusdeeltjes in een reactie detecteren.
Dit is het twaalfde deel (slot) van een serie over complottheorieën met betrekking tot corona.