Ludwig van Beethoven in zeven luistertips
Gekweld door toenemende doofheid raakte Ludwig van Beethoven steeds meer in zichzelf gekeerd. Maar liet zijn gehoor hem in de steek – zijn talent niet. Wie was deze componist, die de muziekgeschiedenis blijvend veranderde? Een reis langs zijn leven en zijn mooiste werken in zeven luistertips.
Wie was Elise?
De Bagatelle nummer 25 in a-mineur (1810) is beroemd geworden als ”Für Elise”. Het is niet bekend wie deze Elise is geweest. Mogelijk staat er zelfs geen ”Elise” maar ”Therese” op het titelblad van de compositie. Beethovens handschrift is lastig te ontcijferen. Het werk wordt vaak als oefenstuk gebruikt in de lagere jaren van muziekopleidingen.
Op NASA-missie
Beethoven schreef een groot aantal strijkkwartetten. Een van de mooiste is nummer 13 in Bes-majeur, dat hij rond 1825 voltooide. Het vijfde deel hieruit, genaamd ”Cavatina”, is zelfs meegestuurd op een NASA-ruimtemissie. Het is bijna niet voor te stellen dat Beethoven deze indrukwekkende muziek schreef toen hij al zes jaar doof was.
Het beroemde vijfde deel begint op 21:55.
Vioolconcert op het nippertje af
Beethoven schreef slechts één vioolconcert (1806). Het verhaal wil dat hij dit op het nippertje voor de première af kreeg. Daardoor moest de soloviolist het stuk zo’n beetje van blad spelen.
In een vioolconcert heeft een soloviool de hoofdrol. Deze wordt in Beethovens versie begeleid door een orkest met strijk- en blaasinstrumenten.
Het vioolconcert werd in eerste instantie niet goed ontvangen en daardoor jarenlang niet gespeeld. In 1844 haalde Felix Mendelssohn-Bartholdy, die ook Bach herontdekte, het vioolconcert weer onder het stof vandaan. Sindsdien is het een populair werk dat door violisten over de hele wereld gespeeld wordt.
Beethoven schreef zelf ook een bewerking voor piano, die bekendstaat als het zesde Pianoconcert, opus 61a.
De vier beroemdste muzieknoten ooit
Iedereen kent de openingsmaten van de Vijfde Symfonie (1804-1808): de vier beroemdste noten in de westerse muziekgeschiedenis. Deze symfonie wordt ook wel de noodlotssymfonie genoemd. Beethoven zou volgens de overlevering over de opening gezegd hebben: „Het noodlot klopt aan de deur.” Saillant detail: Beethoven werd binnen tien jaar na het componeren van deze symfonie doof.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de BBC de openingsmaten van de symfonie als herkenningsmelodie. In morsecode duidden de eerste vier noten met kort-kort-kort-lang de letter ”V” (van victory, overwinning) aan.
Meteen na de eerste opvoering in Wenen (1808) was de Vijfde Symfonie een groot succes.
Eerste luisteraars eisten muziek direct nog eens
De Vijfde mag de bekendste openingsmaten hebben, de Zevende (1811-1812) is beroemd om zijn tweede deel. Al bij de première –door Beethoven zelf gedirigeerd– viel dit stuk op; de luisteraars eisten aan het eind van het concert dat dit deel nog eens gespeeld zou worden.
De Zevende Symfonie is opgedeeld in vier delen van ieder ongeveer tien minuten. Na het geweld van het openingsdeel volgt opeens een langzaam stuk waar het accent ligt op de lage strijkers. De muziek wordt heel langzaam opgebouwd naar de hogere strijkers, waarna de blazers en pauken zich erbij voegen en het geheel opstuwen tot een bombastisch hoogtepunt. Daarna komt het eerste motief terug en sterven de klanken, na nog een paar dynamische oprispingen, langzaam weg.
De muziek van het allegretto bleef onverminderd populair en duikt geregeld op in films.
Het allegretto begint op 14:44.
Koormuziek vol kleurrijke contrasten
Beethoven schreef weinig muziek voor koor: slechts een tweetal missen, een oratorium en een handvol liederen. Zijn Missa Solemnis (1819-1823) is beslist het beluisteren waard. Het werk werd tijdens Beethovens leven maar één keer integraal uitgevoerd: in Sint-Petersburg in oktober 1824.
”Solemnis” betekent ”plechtig” en dat is in deze mis goed te horen. Behalve elementen die Beethoven vaak gebruikte, zoals eenstemmige stukken van koor en orkest en veel dynamische contrasten, kent deze compositie een prachtige melodielijn voor het ”Dona nobis pacem”, de woorden waarmee elke mis afsluit. Doorluisteren tot het eind dus van dit vijf kwartier durende stuk.
Wegdromen bij maanlicht op het water
Pianosonate nummer 14 (1801) is bekend geworden als de ”Mondscheinsonate”. Beethoven droeg dit stuk op aan gravin Giulietta Guicciardi, die op dat moment pianoles bij hem had en op wie hij verliefd zou zijn geweest.
De bijnaam ”maanlichtsonate” zou Beethoven er zelf nooit aan gegeven hebben, maar werd later door een dichter aan het stuk toegekend. Naar verluidt zat deze taalkunstenaar –die ook muziekcriticus was– een keer op een boot bij volle maan en deed de weerkaatsing van het maanlicht op het water hem aan het openingdeel van de sonate denken.
De pianosonate bestaat uit drie delen: een rustig ”Adagio Sostenuto”, een snel en opgewekt ”Allegretto” en een opzwepend ”Presto Agitato”. Vooral het eerste deel is bekend, maar ook de twee volgende delen zijn de moeite van het beluisteren waard.
Grillig genie, geteisterd door gehoorproblemen
„O jullie mensen, die mij voor vijandig, nors en mensenhatend houdt of verklaart, hoezeer verongelijkt u mij!” Wat er ook van Beethoven gezegd kan worden, in ieder geval niet dat hij niet doorhad hoe men over hem dacht. Want zoals het vaker gaat met genieën: Beethovens muziek mocht dan ongeëvenaard zijn, als mens was hij vaak niet te genieten.
Dat had hij van geen vreemde. De heerszucht en grilligheid van zijn vader –die met regelmaat stomdronken zijn jonge zoon beval midden in de nacht voor hem piano te spelen– stempelden Ludwigs karakter.
Ludwig van Beethoven –dus niet ”von”, zijn grootvader kwam uit Mechelen– was in staat met iedereen ruzie te krijgen. Dat gebeurde dan ook: hij had verstoorde verhoudingen met familie, vrienden en heel wat huurbazen. Al kon de driftige componist net zo hartstochtelijk zoeken naar verzoening.
Al wist Beethoven hoe onredelijk hij soms kon zijn, toch schrijft hij aan wie hem voor mensenhater houdt: „U verongelijkt mij.” Want, vond Beethoven, hij had alle reden om nors te zijn.
Zijn woorden komen uit het zogenoemde ”Heiligenstädter Testament”, een brief aan zijn broers. Al langere tijd ligt er een donkere schaduw over het leven van de dan 31-jarige componist. Op jonge leeftijd merkt hij al dat zijn gehoor hem in de steek laat. Beethoven wordt doof. Onherroepelijk. Wat hij ook probeert, er is geen kruid tegen gewassen. Het verlies van een van zijn belangrijkste ‘instrumenten’ brengt hem in een depressie.
Hoe zwaar het hem valt, schrijft hij aan zijn broers vanuit het dorpje Heiligenstadt: „Ach! hoe was het mij ook mogelijk, de zwakheid van een zintuig kenbaar te maken, dat bij mij volkomener dan bij anderen behoorde te zijn; een zintuig, dat ik eens in de hoogste volkomenheid bezat, – in een volkomenheid, zo als maar weinigen in mijn vak hetzelve bezitten of bezeten hebben? o! Dat kan ik niet. (…) Als een verbannen iemand moet ik leven. Ga ik naar een gezelschap, dan bevangt mij een benauwd angstvalligheid, dat men mijnen toestand zal opmerken.”
Maar al verstilde Beethovens leven, de muziek in hem zweeg niet. Veel van zijn bekendste werken schreef de componist toen hij bijna of zelfs volledig doof was. Toen na de première van zijn Negende Symfonie, door Beethoven zelf gedirigeerd, het publiek enthousiast reageerde, hoorde hij het niet. Een van de solisten moest hem omdraaien, zodat hij het applaus in ontvangst kon nemen.
Beethoven drukte met zijn werk een stempel op de muziekgeschiedenis. De componist stond op een kantelpunt: het ging van het classicisme met strakke vormen en heldere regels naar de romantiek – kunst als uitdrukking van het gevoel. De romantiek zou de muziek van de 19e eeuw kenmerken.
Zijn negen symfonieën stonden model voor wat een symfonie zijn moest. Johannes Brahms durfde het componeren van dit genre daarom lange tijd niet aan, en werkte twintig jaar aan zijn Eerste Symfonie. Terwijl Franz Schubert verzucht zou hebben: „Wie durft na Beethoven nog iets te maken?”
serie 250 jaar Beethoven
Ludwig van Beethoven werd 250 jaar geleden geboren. Wie was hij en waarom is zijn werk nog zo populair? Een tweeluik. Volgende week vrijdag: de uitvoerenden.