Prolifebetogers worden steeds vaker op afstand van abortusklinieken geplaatst, stelt Schreeuw om Leven. Via flyeracties probeert de stichting alsnog in gesprek te komen met ongewenst zwangere vrouwen.
Bufferzones maken het soms onmogelijk om bezoekers van een kliniek aan te spreken. In Arnhem bijvoorbeeld zette de burgemeester demonstranten maar liefst 500 meter verderop.
Schreeuw om Leven is daarom op verschillende plekken overgestapt op een flyeractie. Voor een demonstratie is een vergunning vooraf nodig, maar bij flyeren is dat niet het geval, zolang iemand geen vaste standplaats claimt. Het verbodsgebied is dus niet van toepassing voor wie rondloopt bij de kliniek om folders uit te delen aan voorbijgangers, stelt de stichting, die hoopt op deze manier toch bezoekers te kunnen spreken.
„Noem het handigheidje, voor ons is het noodzaak”, zegt woordvoerder Chris Develing. „We willen legaal werken, maar ook zoveel mogelijk betekenen voor vrouwen. Als ze met ons praten is het vijf voor twaalf. Het feit dat sommigen dan geholpen zijn met geld of woonruimte, betekent dat er in het voortraject iets is misgegaan.”
Via flyers verwacht Hendrika Jelies van Schreeuw om Leven een bredere groep mensen te bereiken. „Misschien is het juist goed om nu met de maatschappij in gesprek te gaan”, zegt de landelijk coördinator aanwezigheid bij abortuscentra. Omdat de huidige folders vooral gericht zijn op ongewenst zwangere vrouwen, wil ze materiaal ontwikkelen voor een meer algemene doelgroep.
Niet overal wordt het flyeralternatief verwelkomd. Zo werden vrijwilligers in Utrecht weggestuurd door de politie. Hun werd verweten alsnog te demonstreren in een zone waar dat niet toegestaan is.
Onterecht, vindt Schreeuw om Leven, die dat door zijn advocaat liet bevestigen.
Plannen om vervolgstappen te ondernemen zijn er momenteel niet. De stichting wil graag goed contact houden met gemeenten en liever geen juridisch gevecht aangaan.
Wanordelijk
Het flyeren is een reactie op de komst van bufferzones die het bemoeilijken om aan kliniekbezoekers een tegengeluid te laten horen.
Dergelijke verbodsgebieden kwamen er rond klinieken in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Heemstede, Rotterdam en Zwolle.
Gemeenten kunnen niet zomaar paal en perk stellen aan een betoging. Zij hebben de wettelijke plicht om ervoor te zorgen dat een demonstratie plaatsvindt binnen gezichts- en gehoorafstand van het object waartegen zij zich richt.
Een rechterlijke uitspraak gaf gemeenten afgelopen zomer echter meer munitie in handen om beperkingen op te leggen aan prolifedemonstranten. Het aanspreken van abortuscliënten noemde de rechter „een wanordelijkheid” die niet onder het betogingsrecht valt en dus niet grondwettelijk is beschermd.
„Hoezo wanordelijk?” vraagt Jelies zich af. „Wij vragen vrouwen altijd of we hun iets mogen aanbieden.” Doel van de organisatie is inderdaad om met kliniekbezoekers in gesprek gaan en hen wijzen op alternatieven voor abortus, zegt ze. „Maar we demonstreren ook tegen wat in de kliniek gebeurt.” Schreeuw om Leven doet dit al sinds halverwege de jaren tachtig.
Zwolle
Het Reformatorisch Dagblad ging voor een reportage op pad met vrijwilligers die actief zijn rond de abortuskliniek in Zwolle. Omdat zij vorige maand te maken kregen met een bufferzone, wordt daar nu ook geflyerd.
Jelies noemt het een „kwalijke zaak” dat de betogers nu bij het station, op zo’n 70 meter afstand van de kliniek, moeten staan. „Alsof ze tegen het station demonstreren.”
Ook de ChristenUnie hekelt de bufferzone. Volgens de fractie is die „procedureel niet zorgvuldig tot stand gekomen, praktisch moeilijk uitvoerbaar en waarschijnlijk juridisch onhoudbaar.”