Ondanks het allesoverschaduwende coronavirus kijkt Jacco Vonhof, voorman van het midden- en kleinbedrijf (mkb), vooruit. Op de Dag van de Ondernemer, vrijdag, wil hij „ondernemerschap vieren als basis van de economie.”
De Zwolse Vonhof (51) staat sinds september 2018 aan het roer van ondernemersorganisatie MKB-Nederland. Die organiseert voor het vijfde jaar op rij het evenement ”Dag van de Ondernemer” om kleine en middelgrote bedrijven in het zonnetje te zetten.
Hoe is de teneur momenteel onder ondernemers?
„Grote delen van onze achterban hebben het heel erg lastig. Deels gaat het om ondernemingen die gesloten zijn vanwege de maatregelen van de overheid. Daarnaast hangt er ook continu een zwaard van Damocles boven de markt over eventuele verscherping van de maatregelen en het effect voor bedrijven verderop in de keten. De horeca en de cultuur- en evenementenbranche worden zwaar geraakt. Daarachter zitten ook weer bedrijven, de toeleveranciers. Die lopen onderhand ook averij op.
Terecht gaat er aandacht naar de effecten op korte termijn. Maar er rijzen ook zorgen over de langetermijneffecten voor het bedrijfsleven en de gevolgen voor de samenleving. Wat als mensen hun baan gaan verliezen? Zullen consumenten nog vertrouwen hebben om geld uit te geven?
Daar tegenover staan bedrijven waar het ”business as usual” is. Online verkoop en supermarkten doen het momenteel heel goed. Bij elkaar is dat best een uitdaging. Al is de stemming somber, optimisme houdt ondernemers altijd in de benen. Veel zelfstandigen denken na over hoe we straks verder gaan, als het coronavirus over is.”
Zit rasoptimisme in de ziel van een zelfstandige?
„Ik zou optimisme bijna een aangeboren afwijking van ondernemers noemen. Positief denken jaagt hen aan om ergens voor te gaan. Om er wat van te maken. Dat maakt ondernemerschap ook onderdeel van het antwoord op de huidige crisis.”
Wat vindt u van de oproep van de Kamer van Koophandel om op tijd te stoppen?
„Als ondernemers nu willen stoppen, laten we hen dan helpen om schulden op te lossen en te voorkomen dat ze persoonlijk failliet gaan. Maar laten we vooral níet stoppen met het ondernemerschap. Daar moeten we een knip leggen.
In Nederland duurt het zo een paar jaar voordat je na een faillissement weer een bedrijf kan starten. Het zou jammer zijn als het ondernemers zo zou vergaan in deze coronatijd. Wie in de Verenigde Staten een of twee keer vanuit de ondergang weer omhoog is geklommen, krijgt daar respect voor. In Nederland laten we iemand veel weten hoe slecht het was om failliet te gaan. Nu ligt de aanleiding, corona, buiten de invloed van de ondernemer. Om dan weer het vingertje op te heffen en iemand alles af te pakken én niet opnieuw kunnen beginnen, is niet fair.”
Hoeveel wordt er nu ‘doorgemodderd’?
„Doormodderen klinkt wat negatief. Een eigen bedrijf is vaak het ‘kindje’ van een ondernemer. Daar is jaren in geïnvesteerd. Bij familiebedrijven zit er misschien wel familiekapitaal in. Het uitstel om belasting te betalen bijvoorbeeld is best gunstig. Maar ooit moet die belasting alsnog worden betaald. Dat geldt ook voor schulden bij de bank of eventueel uitstel voor het betalen van de huur. Het gaat dus niet alleen om het besluit om te stoppen, maar ook om het nadenken hóe te stoppen. Voor ontslag van personeel en de transitievergoeding is bijvoorbeeld een grote zak geld nodig, terwijl het geld daarvoor kan ontbreken. Zo kunnen ondernemers tot de conclusie komen dat stoppen geen optie is.
Als MKB-Nederland hebben we de time-out bedacht: tijdelijk stoppen met het bedrijf en na de coronacrisis er weer mee doorgaan. Ik gun het ondernemers om straks weer met een schone lei te beginnen. In dit land zijn we niet gewend te vertellen dat het gewoon niet goed gaat. Als zelfstandige wil je je sterk tonen. Het gezin kan afhankelijk zijn van het bedrijf. Ondernemers moeten daarom durven vertellen dat het niet meer gaat.”
U heeft al ruim 25 jaar een schoonmaakbedrijf. Wat was uw moeilijkste stopbesluit?
„Afscheid nemen van medewerkers vind ik het moeilijkst. Als je moet stoppen met een project, is dat nog een zakelijke beslissing. Dan zeg ik: jammer van het geld, jammer van het idee. Ik heb een mensenbedrijf. Als oprichter en eigenaar heb ik veel belang bij mijn mensen en hun inzet. Maar soms functioneert iemand echt niet goed, terwijl je diegene wel het beste gunt.”
Weten ondernemers de weg naar hulp te vinden?
„Eigenlijk niet. Ik vraag me ook af of ze er gericht naar zoeken. Ondersteuningsmogelijkheden komen pas laat in het proces onder de aandacht, als er al problemen zijn. Het kan bijvoorbeeld dat de bank naar je toekomt met de mededeling dat het ophoudt en doorverwijst naar hulp. Dat heb ik zelf meegemaakt.
In ieder geval is er wel heel veel hulp te krijgen, ook via MKB-Nederland. Denk aan schuldhulpverlening, mensen die ondersteunen met het op orde brengen van je organisatie, en overheidsinstanties die informeren. Samen met de ministeries van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid proberen we onze handreikingen nu te bundelen. Al begint het met jezelf open te stellen voor hulp en het probleem te erkennen. Dat is moeilijk, realiseer ik mij. Als je droom in duigen valt, zit je niet altijd in de stand van verstandig optreden.”
Wanneer is uw bestuursperiode voor u geslaagd?
„Mijn ambities staan in onze ondernemersagenda; een antwoord van ons op het verleden. Toen vertelde onze brancheorganisatie vooral wat ze niet wilde, bijvoorbeeld bij nieuwe wetten. Prima, maar veel belangrijker is om aan de samenleving en stakeholders uit te leggen wat mkb-ondernemers wél willen. Corona is een hinderlijke onderbreking van onze plannen. Ik hoop dat ik in mijn laatste jaar een agenda heb waar corona geen enkele rol meer speelt en waar het gesprek weer gaat over investeringen en groei.
Onnodige regeldruk is een van mijn speerpunten. Het zou mij een lief ding waard zijn als het kabinet verscherpte aandacht zou hebben om de regeldruk voor bedrijven terug te dringen.
Verder moeten we zelfstandigen weer zover krijgen dat ze hun eerste werknemer in dienst durven te nemen. Ik hoop daarvoor deze periode nog een soort sociaal akkoord te kunnen sluiten. Je moet tegenwoordig redelijk gestudeerd hebben om te weten hoe het arbeidsrecht werkt. Een werkgever moet weten bij welke instanties hij nieuw personeel moet aanmelden en hoe het zit met ziekteverzuim. Dan is er ook nog privacy, Arbo en de Wet arbeidsmarkt in balans die vragen om veel kennis.
Voor een kleine zelfstandige, die zelf de personeelszaken doet, is dat relatief veel. Dat werpt een drempel op. Grote bedrijven zijn al gewend om deskundigen voor regelwerk in te huren en hebben HRM-medewerkers. Al dat geregel kost het bedrijfsleven ook heel veel geld, bleek pas uit een onderzoek van MKB-Nederland. De regeldruk stijgt deze kabinetsperiode met 1,15 miljard euro per jaar. Dat is nog een voorzichtige berekening. De totale kosten voor het mkb zouden zelfs op 20 miljard euro per jaar kunnen liggen.”
U pleitte onlangs voor een kredietbank voor het mkb.
„Als MKB-Nederland vonden we al voor de coronacrisis dat er een mkb-bank moest komen. Voor kleine en middelgrote bedrijven is het ongelooflijk moeilijk om financiering te krijgen voor bedragen tot 50.000 euro. De kosten van kredietverlening zijn zo hoog dat het voor een bank pas bij hogere leenbedragen aantrekkelijk wordt om een mkb’er te financieren. De mkb-bank zou ondergebracht kunnen worden bij de Volksbank, waar de overheid de regie kan houden.”
U zet zich onder meer in om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. Hoe kunnen bedrijven weerbaarder worden?
Een pasklaar antwoord heeft Vonhof niet. „Door corona is dat thema nog actueler en urgenter geworden dan het was. Een van mijn angsten is dat ondernemers, als ze hun bedrijf niet meer goed kunnen financieren, erg vatbaar worden voor verzoeken uit de malafide hoek. Die staan met 3-0 achter bij een crimineel met diepe zakken.
Deurwaarders, notarissen, accountants zien veel, maar mogen hun informatie niet delen. We zouden best heel veel te weten kunnen komen over bijvoorbeeld geldstromen. Maar dat mogen we nu niet vanwege privacywetgeving. Een ongelooflijk ingewikkeld onderwerp.”
Nog even over de Dag van de Ondernemer, zegt Vonhof. „Je hoopt altijd dat een lustrum een jubeljaar is. Het wordt dit jaar een digitale variant met online activiteiten. We vieren dat het ondernemerschap de basis is van de economie. Want het zijn vaak de mkb’ers die lokale initiatieven van clubs steunen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen, enzovoorts. Ontzettend waardevol.”