Jurist Pel: Kerken kunnen lessen trekken uit vonnis gg Kruiningen
Het oordeel van de rechter in Middelburg over het optreden van de kerkenraad van de gereformeerde gemeente (gg) in Kruiningen is leerzaam, meent kerkrechtdeskundige mr. dr. Pieter Pel. Volgens hem komt het niet alleen aan op goede procedures voor de kerkelijke rechtsgang, maar ook op daarnaar te handelen met kennis van zaken.
Het komt niet vaak voor dat een kerkelijke tuchtzaak door de rechter wordt getoetst, zegt Pel. „Uniek is het echter niet. Zo heeft de rechter in Zwolle in 2002 in de zaak rond de christelijke gereformeerde predikant H. R. H. A. de Boer uit Zeewolde de door de classis genomen tuchtmaatregel van een schorsing van ds. De Boer opgeheven wegens kritiek op het feitenonderzoek en de kerkelijke procesgang. Na een hernieuwd onderzoek en een verbeterd kerkelijk behandelingstraject volgden daarna wederom een schorsing en nadien ook een afzetting.”
Hoewel de rechter vanwege de scheiding van kerk en staat zich moet onthouden van ongerechtvaardigde inmenging in interne kerkelijke aangelegenheden, is de keerzijde daarvan dat kerken hun huisregels goed voor elkaar moeten hebben, aldus Pel. „Niet alleen de Bijbelse principes van goede orde en vrede in de gemeente, zoals genoemd in 1 Korinthe, vereisen een heldere kerkelijke structuur. Ook vanuit het recht wordt dat verlangd. De kerken worden beheerst door, zoals de wet dat noemt, hun eigen statuut. Dat moet in orde zijn en in de praktijk worden nageleefd.”
Is het wenselijk dat kerkleden elkaar voor de rechter dagen? Moet niet te allen tijde de kerkelijke rechtsgang voorrang hebben?
„Natuurlijk is dat op zichzelf betreurenswaardig. De boodschap van de Schrift is dat je verschillen van mening in de gemeente binnen die kring probeert op te lossen. Dit is helaas in Kruiningen niet mogelijk gebleken. De kerkenraad beriep zich er weliswaar op dat deze zaak niet op de tafel van de rechtbank thuishoorde, maar bij de classis. De rechtbank was het daar in dit geval niet mee eens, omdat de beoordeling door de classis te lang zou duren.”
Duurt de procedure van bezwaar maken via de kerkelijke weg dan te lang? Zou er binnen de kerk ook niet een soort kortgedingprocedure mogelijk moeten zijn?
„De meeste kerkgemeenschappen kennen een regeling voor versnelde behandeling, ook de Gereformeerde Gemeenten. De kerkenraad moet er dan echter ook zelf op aandringen. Daar lijkt het in dit geval aan te schorten. Dat heeft de oud-diaken in kwestie in een vacuüm gebracht: de kerkenraad neemt wel snel een besluit, maar werkt onvoldoende mee aan een tijdige behandeling van het kerkelijk appel. Daarop is de rechter ingeschakeld. Je zou kunnen zeggen: nood breekt wet.”
Heeft de rechter zich naar uw indruk gehouden aan het uitgangspunt van een marginale toetsing?
„Blijkens het vonnis is de rechtbank zich er in ieder geval van bewust dat hij zich niet mag inlaten met de vraag of hier inhoudelijk een tuchtmaatregel op zijn plaats is. Dus beperkt hij zich tot de vraag of de kerkenraad zich aan de eigen kerkorde heeft gehouden en of de gevolgde procedure voldoet aan de fundamentele beginselen van procesrecht. Helaas pakt die toetsing negatief uit.”
De kerkenraad voert aan dat onderzoek niet nodig was, omdat de broeder zijn overtreding van het zevende gebod zou hebben erkend.
„Daarover is onenigheid tussen de broeder en de kerkenraad. Dat was al ruimschoots voor het ingaan van de tuchtmaatregel het geval. De kerkenraad had zich dan ook moeten houden aan de eigen kerkelijke orde. Omdat dat niet is gebeurd, kan de tuchtmaatregel geen stand houden en grijpt de rechtbank in. De weg van het broederlijk vermaan naar Mattheüs 18 is niet gegaan, er is geen onpartijdig onderzoek naar de feiten gedaan en de broeder heeft daar dus ook niet op kunnen reageren. Daarmee zijn belangrijke rechtswaarborgen voor een zorgvuldige behandeling van de zaak voordat de kerkenraad tot een besluit kan komen, veronachtzaamd. Al deze dingen zijn wel geregeld in de kerkorde en het kerkrecht van de Gereformeerde Gemeenten, maar niet toegepast”
Welke lessen kunnen uit het oordeel van de rechter worden getrokken voor de kerkelijke rechtspraktijk?
„Om het in verkeerstermen te zeggen: de kerken zijn allereerst gediend met een goede kerkelijke wegenstructuur. De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, waartoe ik zelf behoor, hebben mede daarom recent een nieuwe kerkorde vastgesteld. Daarin is bewust meer aandacht voor de kerkelijke rechtsgang en voor de mogelijkheid dat de wereldlijke rechter deze kan toetsen. Maar wegen moeten ook correct bewandeld worden. Daarom moeten weggebruikers in de kerk ook ‘verkeerslessen’ volgen. Dat kan helpen om brokken te voorkomen. Dat is goed voor de veiligheid en vrede in de kerk.”