„Vervolgde kerk is niet jaloers op Nederlandse christen”
Ze worden alle vier gedreven door dezelfde missie: naast geloofsgenoten staan die om hun geloof worden vervolgd en verdrukt. Toch zijn ze directeur van vier verschillende organisaties. Maar concurrenten willen ze niet zijn.
Het is voor het eerst dat Maarten Dees (Open Doors), André van Grol (SDOK), Jan Dirk van Nifterik (Hulp Vervolgde Christenen) en Geert-Jan Noorman (Friedensstimme) met z’n vieren om de tafel zitten. „Het doet mij enorm goed om met jullie over de vervolgde kerk na te denken en van elkaar te leren. Dat bemoedigt mij”, klinkt het in het HVC-kantoor in Hoogblokland. Er wordt instemmend geknikt. „Dit moeten we vaker doen.”
Daar waar in het verleden weleens „stekels” gevoeld werden tussen de organisaties, is de getoonde eensgezindheid anno 2020 groot. Het werk voor de lijdende kerk vraagt om eenheid en niet om concurrentie, daarover zijn de mannen het eens. Niet alleen is er wereldwijd belangrijk werk te verzetten, „ook in Nederland is er nog veel te winnen.”
De mannen maken graag gebruik van het beeld van het lichaam –verwijzend naar 1 Korinthe 12– om een appel te doen op Nederlandse christenen. De wereldwijde kerk is als één lichaam waarvan het ene deel niet zonder het andere kan. Christenen in Nederland zijn verantwoordelijk voor hun vervolgde geloofsgenoten én kunnen tegelijkertijd niet zonder hen. „Het wordt hoog tijd dat Nederlandse christenen zich hier bewust van worden.” Een gesprek aan de hand van vier stellingen.
Stelling 1
Wereldwijde christenvervolging neemt sterk toe
Dees: „Zeker te weten. Open Doors doet al decennialang onderzoek voor de jaarlijkse Ranglijst Christenvervolging. Ik moet terugdenken aan 2012, toen passeerden we de grens van 100 miljoen vervolgde christenen. We zeiden tegen elkaar: „100 miljoen, wat verschrikkelijk.” En nu is dat aantal al gestegen tot 260 miljoen. Daarnaast neemt de vervolging ook in intensiteit toe. Het is enorm alarmerend.”
Van Nifterik: „Een van de redenen is de groei van de kerk. Dat roept weerstand op. Je zou de toenemende vervolging dus in zekere zin ook positief kunnen duiden. Jezus zegt: „Ze hebben Mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen.” Zo groeit de kerk in India enorm. Maar met die groei neemt ook de vervolging toe.”
Van Grol: „Ook wij zien dat christenvervolging wereldwijd toeneemt. Vroeger definieerden we vervolging als de situatie achter het IJzeren Gordijn. Nu zie je vervolging overal, ook in Europa. Waar men zich ook uitspreekt Christus te willen belijden, daar zul je weerstand ontvangen.”
Dees: „Een van de drijvende krachten achter vervolging is seculiere intolerantie. Dat zien we ook in West-Europa terug. Het is heel verontrustend.
Ook de intensiteit van de vervolging in Afrika alarmeert mij zeer. We zien daar de radicale islam steeds verder oprukken richting landen als Tanzania en Mozambique. Het gaat om expliciete gruwelijkheden, alle remmen zijn los.”
Van Grol: „Het geweld van Fulaniherders in Nigeria tegen christenen wordt vaak weggezet als enkel een etnisch conflict tussen herders en boeren. Dat is echter niet het geval. Het geweld tegen christenen heeft zeker ook een religieuze factor waarbij extremistische Fulaniherders het gemunt hebben op christenen vanwege hun christen-zijn. Het framen van dit geweld als puur een etnische aangelegenheid, daar maak ik me zorgen over.”
Dees: „In Mozambique worden jonge moslims heel bewust naar het Midden-Oosten gestuurd om getraind te worden. Ze komen terug met een expliciete agenda om het land voor de islam te veroveren. Zo’n strategie zit daarachter. Kunnen we dat niet eens openvouwen en aan de wereld laten zien.”
Van Nifterik: „De toenemende vervolging is niet alleen beperkt tot de radicale islam. Ook binnen het hindoeïsme zien we zo’n een prominente agenda. De controle van de Indiase overheid op buitenlandse organisaties neemt steeds verder toe. Het afgelopen jaar is de speciale status van zeker 19.000 organisaties ingetrokken, bedoeld om hulpstromen naar minderheden zoals christenen af te snijden.”
Noorman: „Als ik kijk naar het gebied waar Stichting Friedensstimme werkzaam is –Rusland, de Kaukasus en Centraal-Azië– dan zien ik dat mensen die zich daar tot God bekeren, het erg moeilijk hebben. Vooral op de Kaukasus zijn jonge vrouwen uit moslimgezinnen hun leven dan niet zeker.
In Rusland is nog geen sprake van vervolging, maar het land is wel allerlei wetgeving aan het voorbereiden die op onderdelen nog strenger is dan destijds in de Sovjettijd. Als de overheid dat gaat handhaven, blijft er menselijk gesproken van de kerk in Rusland weinig over. Dat gaat dan wel om kerken buiten de Russisch-Orthodoxe Kerk. Die moeten zich dan registreren, evangeliseren wordt verboden en kinderen worden geweerd uit kerken.”
Dees: „Christenen in China ondervinden toenemende inperking van hun vrijheid om samen te komen en als kerken te functioneren. Zo wordt jongeren de toegang tot samenkomsten ontzegd. Ook de situatie in de westelijke provincie Xinjiang met repressie en heropvoeding van autochtone christenen en met name ook moslims vraagt onze voortdurende aandacht.”
Stelling 2
Christenen in het Westen hebben het beter dan vervolgde medechristenen
Noorman: „De voorspoed en de vrijheid die wij in het Westen al zo lang genieten, heeft ons tot zwakke christenen gemaakt. We kunnen moeilijk omgaan met tegenslagen en de waarom-vraag ligt snel op onze lippen. We zijn ook niets gewend. Een beetje tegenwind zou ons mogelijk best goed doen.
De christenen die ik in Oezbekistan spreek, kijken niet jaloers naar onze samenleving. Zij vragen zich af: „Hoe kunnen christenen in het Westen, met zo veel vrijheid en verleiding, hun kinderen godvruchtig opvoeden? Ergens zie je natuurlijk graag dat de omstandigheden daar hetzelfde worden als hier. Maar de vreugde en de nabijheid van God die christenen daar ervaren als ze beschimpt worden, dat wil ik hun ook niet afnemen.”
Van Grol: „Inderdaad. Lang heerste de gedachte dat wij ons goed en onze kennis brachten bij mensen die het minder hadden. Dat beeld is nu aan het kantelen, maar we hebben daar nog wel wat te winnen. Wat wij als stichting geleerd hebben tijdens ons werk achter het IJzeren Gordijn is dat de vervolgde kerk niet jaloers op ons is, integendeel. Ze zeiden tegen ons: „Geef ons de middelen die wij nodig hebben, wij betalen de prijs voor het gebruik daarvan.” Dat kom ik vaak tegen in landen die ik bezoek.”
Noorman: „Wat bij ons ontbreekt is het besef dat wij in de meest welvarende en gezonde maatschappij leven die de wereld ooit gezien heeft. We zijn langzaam gaan denken dat ons christendom het normale christenleven is. Maar we moeten beseffen dat vervolging al twintig eeuwen de norm is. Paulus zegt dat hij de strijd gestreden heeft, maar het geloof behouden. En ons hier in Nederland, met zoveel moois, lukt dat niet.”
Van Nifterik: „In China gaat het economisch steeds beter. Maar, vertelde een Chinese man tegen mij, een keerzijde van deze welvaart is dat sommige christenen daar nu veel minder bezig zijn met evangelisatie dan voorheen.
En de onderliggende vraag is: wat is geluk? Nederland komt steevast voor in top tien lijstjes als het gaat om geluk en rijkdom, terwijl de landen waar wij werkzaam zijn onder aan zulke lijstjes bungelen. Maar daar zie je dat ze een heel ander soort geluk hebben, een leven dicht bij God en lijden om Zijns Naams wil.”
Dees: „Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat we lijden romantiseren. Zo kende de Amerikaanse predikant Andrew Brunson tijdens zijn gevangenschap in Turkije veel vertwijfeling. We moeten ons wel bewust zijn dat gevangenzitten en lijden ook iets verschrikkelijks is.”
Stelling 3
Onder Nederlandse christenen is voldoende aandacht voor vervolgde geloofsgenoten
Dees: „Er valt nog zo veel te winnen in Nederland. Wij als verschillende organisaties weten slechts een klein deel van de Nederlandse christenen te bereiken, er is nog zo veel werk te doen.”
Van Nifterik: „Dat is ook het mooie van dit samenzijn. We mogen samen optrekken, we zijn niet elkaars concurrenten. Laten we ook op het gebied van christenvervolging eensgezind zijn.”
Noorman:„ Nog meer dan dat. Mijn christelijke leven is begonnen door contact met mensen van Open Doors die met koffers met Bijbels naar China gingen en heel eenvoudig konden vertellen hoe God ze wonderlijk de grens over leidde. En de boeken die ik las van Richard Wurmbrand, de grondlegger van SDOK, zijn voor mij toen echt betekenisvol geweest. Die verbondenheid is er zeer zeker. En dat heeft ook mijn blik verruimd. De wereld is groter dan alleen Veenendaal of Stolwijk.”
Dees: „Ik kijk vooral naar de impact van onze organisatie in Nederland en hoe we de betrokkenheid kunnen versterken. Hoe kunnen Nederlandse christenen profiteren van de lessen die we leren van de vervolgde kerk?
Dan vind ik het frustrerend dat we van de 4 miljoen christenen die Nederland telt, royaal geschat er 1 miljoen bereiken. Dan zijn er nog 3 miljoen christenen –misschien wel nominaal, maar toch– die nog niet worden bereikt met een stroom van informatie over hoe het gaat in het lichaam van Christus. Dat is voor mij een urgente zaak en ik ben benieuwd hoe we dat voor elkaar gaan krijgen. Zeker omdat kerken anders moeten gaan werken in deze coronatijd. En hoe gaan kerken zich in de toekomst organiseren, hoe bereik je nog de kerkmensen? Dat is voor mij persoonlijk een uitermate urgent thema.”
Van Grol: „Ik herken dat. Toch zien wij als SDOK de aandacht de laatste jaren toenemen. Dat is een feit. Dan gaat het niet per se om geld, maar ook om groei in betrokkenheid. Ik ben enorm verrast door het aantal kijkers van ons laatste online event, dat ging om zo’n 19.000 kijkers. Dat is echt fenomenaal.
Tegelijkertijd ben ik het volledig met Maarten eens. Ik zou daarbij het voorbeeld willen gebruiken van een grote familie. Als je voor een van jouw familieleden geen aandacht hebt, dan mis je iets van het complete plaatje. Dat familielid hoort er bij. En dan verwijs ik ook naar de tekst: „Als één lid lijdt, lijden alle leden.” Dat is ontzettend belangrijk voor je geloofsbeleving. Je kunt niet het ene familielid separeren van de rest van de familie, want dan is de familie incompleet. Dat is voor mij heel belangrijk. Daarom moeten wij oog hebben voor de wereldwijde kerk.”
Dees: „Wat ik ook zo mooi vind aan dat beeld van het lichaam, dat staat in 1 Korinthe 12:27: „Gij zijt het lichaam van Christus.” Iedere persoonlijke Bijbellezer wordt aangesproken. Dat wil ik richting christenen in Nederland beklemtonen. Steun aan de vervolgde kerk is niet zomaar een goed doel. Het is hoog tijd dat iedere christen zich bewust wordt van zijn positie en verantwoordelijkheid. Die oproep mag wel wat klemmender klinken dan nu vaak het geval is.”
Van Nifterik: „Ik denk ook zeker dat die verantwoordelijkheid er voor christenen in Nederland ligt. Tijdens bijeenkomsten gebruik ik weleens het beeld van het lichaam. Als je met een hamer op je duim slaat, is dat geen geïsoleerde pijn. Dat voel je met heel je lichaam. Zo is het ook met het lijden van onze vervolgde broeders en zusters.
Tegelijkertijd zien ook wij een toename in betrokkenheid op het werk voor de vervolgde kerk. Niet alleen financieel, maar ook met vrijwilligers. De crisis in het Midden-Oosten heeft de vervolging dichterbij gebracht, met name de daden van IS en de oorlog in Irak en Syrië. Toch blijft de oproep tot betrokkenheid nodig. Niet eens zozeer op financieel vlak, maar meer nog in het meeleven en in ons gebed.”
Stelling 4
Het werk voor vervolgde christenen verandert je leven
Van Nifterik: „Ja, 100 procent. Ik ben zo veel meer gaan relativeren en zo veel meer de rijkdom van de Bijbel gaan zien. Dat heeft mijn leven 180 graden veranderd. Ik ontmoette in een Ugandees vluchtelingenkamp een jongen die zijn vader was verloren in de oorlog en zijn moeder door ziekte. Hij was twee keer gevlucht voor een burgeroorlog en leefde nu in een klein hutje in het kamp. Ik vroeg hem naar zijn favoriete lied, en toen zei hij op de puinhopen van zijn leven: „God is goed.” Dan raak je voor mij de kern en de essentie van ons bestaan.”
Van Grol: „Het heeft mijn leven in zekere zin ook veranderd. Er zijn meer punten in mijn leven te noemen die mij gevormd en veranderd hebben. Maar door dit werk ben ik optimistischer geworden omdat ik zie hoe God wereldwijd zo krachtig werkt. Dat zou ik willen benadrukken. Dat Hij echt doorgaat met Zijn heilswerk, ondanks alle weerstand en tegenstand die ik ook zie. Dat heeft mij nog hoopvoller, nog zekerder gemaakt.”
Noorman: „Een van de eerste boeken die ik las toen ik christen was geworden, ging over een vervolgde christin uit Leningrad. Dat was een van de eerste boeken die mij op het spoor zetten van: die vervolgde kerk, daar is iets mee. Die hebben een geheim van het leven met God, dat wil ik ook hebben.”
Dees: „Zulke boeken hebben ook mij enorm gevormd. Een daarvan is ”God’s Smuggler”, het levensverhaal van Anne van der Bijl. Hij kon zo vreselijk radicaal zijn: je moet je niet afvragen of je terugkomt, je moet gaan! Laat nou al je zorgen aan God over, jij moet doen wat je kunt doen. Die eenvoud en radicaliteit hebben mij enorm aangesproken. En dat heeft vervolgens een enorme impact gehad in mijn leven.
Ik heb dertig jaar in het zakenleven gewerkt en ben nu sinds drie jaar fulltime werkzaam voor Open Doors, een groot cadeau.”
Noorman: „Als je de vervolgde kerk bezoekt, kom je daar eigenlijk alleen maar halen en niets brengen. De strijd van het geloof is onder andere om nederig te zijn. Maar altijd als je terugkomt van een bezoek aan de vervolgde kerk voel je je zo klein. Dat wil je dan graag vasthouden. Ook geeft het een gevoel van vreemdelingschap. Hier ben je eigenlijk niet thuis, en daar ben je ook niet volledig thuis.”
Van Nifterik: „Als ik thuiskom van een buitenlandse reis zeg ik weleens tegen mijn vrouw: „Hier is je zwerver weer.” We zwerven hier over de aarde. Thuis zijn we alleen als we God ontmoeten.”
Dees: „Wat mij steeds dieper verwondert, is dat God mij inschakelt. Ik ken mijzelf, mijn kwetsbaarheid. Dat Hij toch kiest om via mensen zoals mij Zijn werk te voltooien, dat vind ik een groot wonder. Hij zou het veel sneller en beter kunnen doen zonder mij, en toch schakelt Hij ook mij in voor dit werk.”
Van Grol: „Ik wil namens ons als organisaties ook een oproep doen. Ik geloof dat jij, Nederlandse christen, je zo veel rijker kunt weten wanneer je dat vervolgde familielid ook tot jouw familie laat behoren. Dat dat jouw persoonlijke geloofsleven zo verrijkt, dat je niet zonder elkaar kunt en niet zonder elkaar wilt.”
Dees: „Dat wil ik graag beamen.”
Van Grol: „Leer die familie kennen door betrokken te raken bij onze organisaties. Ga de Bijbel lezen in het licht van verdrukking en troost. En kijk niet op van het feit dat je weerstand zult ervaren, ook hier in Nederland.”
Dees: „Raak betrokken bij het werk voor de vervolgde kerk. Ga in gesprek met je Vader in de hemel en vraag: „Wat is Uw wil voor mij? Ik lees dit, wat moet ik ermee?” Wij kunnen niet in harten van mensen komen, maar wel informatie aanreiken. Dat is het werk wat wij moeten doen.”
Van Grol: „Als je alleen bent, is lijden zo veel zwaarder. Daarom is het is onze missie dat er geen enkele christen op deze wereld alleen lijdt.”
Om somber van te worden?
Al dat nieuws over christenen die vervolgd en verdrukt worden, stemt dat niet somber?
Van Nifterik: „Heel soms wel, maar alleen somberen kan ik ook niet. Als je er langer over nadenkt en je zet het in de context, dan zie je ook dat God Zijn raad volvoert. Naast vervolging zijn er wereldwijd ook mooie bewegingen op te merken.”
Noorman: „Als je hoort over hele dorpen in Nigeria die worden uitgemoord, hoe zou je daar niet over somberen? Tegelijkertijd is er ook een andere kant, als je ziet dat het een onderdeel is van Gods plan waarin Hij werkt, en dagelijks mensen tot Zich trekt.”
Dees: „Mijn gevoel daarover is heel gelaagd. De Heere heeft besloten Zijn koninkrijk op deze manier tot stand te brengen. Ik begrijp niet dat dat door zoveel lijden heen moet, daar staat mijn verstand bij stil. Maar ik vertrouw mij aan Hem toe, dat Hij het goed zal maken. Dan kijk je ook over al dat leed heen. Dan geef je dat in geloof uit handen, en zeg ik: „Heere, het is van U.”
Vervolging blijft desondanks wel iets heel pijnlijks. Maar deze nood die we bij broeders en zusters zien, spoort ons tegelijkertijd aan om er voortdurend mee bezig te zijn.”
Van Grol: „Ik geloof sterk in troost. Vervolgde christenen hebben dat keihard nodig. Ik zie mij nog zitten naast een Indiase vrouw, ze was in tranen. Niet alleen omdat haar evangeliserende man was vermoord, maar ook omdat een christen uit het buitenland een arm om haar heen sloeg.
Maar ik zou het breder willen trekken. Waar gaan wij heen met ons verdriet? Als christen mogen we onze hoop op God stellen. Als we daar iets van leren kennen, kan dat het lijden verlichten. Dat is geen medicijn op elke vraag, maar ik heb persoonlijk mogen ervaren dat God in die momenten van pijn en lijden heel dichtbij is.”