Buitenland

Gedeelde vrees voor Iran sleutel tot vrede Israël en Golfstaten

Israël bezegelt dinsdag de normalisering van de betrekkingen met de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein formeel door de ondertekening van een verdrag met beide Golfstaten. De vredesovereenkomsten met Arabische landen zijn zonder meer historisch. Maar ze dienen vooral een groter strategisch belang.

14 September 2020 11:23Gewijzigd op 17 November 2020 07:53
De vlaggen van de Verenigde Staten, Verenigde Arabische Emiraten, Israël en Bahrein wapperen symbolisch naast elkaar in de Israëlische kustplaats Netanya. beeld AFP, Jack Guez
De vlaggen van de Verenigde Staten, Verenigde Arabische Emiraten, Israël en Bahrein wapperen symbolisch naast elkaar in de Israëlische kustplaats Netanya. beeld AFP, Jack Guez

De Amerikaanse president Donald Trump was vrijdagavond overduidelijk in een jubelstemming. „Onze twee geweldige vrienden, Israël en het koninkrijk Bahrein, hebben met een vredesakkoord ingestemd – het tweede Arabische land dat in dertig dagen tijd vrede met Israël sluit”, meldde het staatshoofd vrijdagavond op Twitter.

Voor het goede humeur van Trump waren diverse redenen. Het is sinds 1994, toen Israël vrede met Jordanië sloot, niet meer voorgekomen dat de Joodse staat volledige diplomatieke betrekkingen met een Arabisch land aanging. Nu kunnen er maar liefst twee tegelijk aan het lijstje worden toegevoegd. Weliswaar zijn het niet de belangrijkste spelers in de Arabische wereld, maar de toenadering tussen Israël, de Emiraten en Bahrein vormt wellicht de opmaat voor soortgelijke overeenkomsten. Trump liet vrijdag al doorschemeren dat er diverse kandidaten in de rij staan, waaronder Oman en misschien op termijn zelfs Saudi-Arabië.

Private partijen

Amerikaanse onderhandelaars speelden achter de schermen een belangrijke rol in de totstandkoming van de afspraken. Opvallend was dat diverse private partijen, waaronder het American Jewish Committee, bij de besprekingen waren betrokken. Hoe dan ook wordt de Amerikaanse inmenging dinsdag voor het oog van de wereld met een feestelijke ceremonie in Washington verzilverd. Als het weer het toelaat, gebeurt dat in de Rose Garden van het Witte Huis, die ook het decor vormde van de ondertekening van de Oslo Akkoorden en het vredesverdrag met Jordanië.

Trump kan die diplomatieke opsteker uitstekend gebruiken in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november. Successen op het gebied van buitenlands beleid leiden dan wellicht enigszins de aandacht af van de grote binnenlandse problemen van de afgelopen tijd. En met een beetje geluk maakt de president ook nog kans op de Nobelprijs voor de Vrede.

Achter de euforie over diplomatieke doorbraken en nieuwe stappen richting vrede in het Midden-Oosten, schuilt de vraag naar de diepere achtergrond van de veranderende relaties tussen Israël en de Golfstaten. Want alle nobelheid van vredesinitiatieven ten spijt, liggen vooral geopolitieke motieven aan de huidige regionale toenadering ten grondslag.

Sleutel

En die zijn zó zwaarwegend, dat Arabische landen hun ingebakken afkeer van Israël ervoor opzij zetten. De Egyptische president Anwar Sadat moest in 1981 het sluiten van vrede met Israël nog met de dood bekopen. Maar anno 2020 zijn de verhoudingen in het Midden-Oosten dermate gewijzigd dat zelfs officiële relaties met de Joodse staat mogelijk zijn.

De sleutel tot de nieuwe verhoudingen ligt in de gemeenschappelijke vrees voor de toenemende invloed van Iran in de regio. Zowel Israël als de soennitische Arabische staten in het Midden-Oosten beschouwen de toenemende dominantie van het sjiitische Teheran als een existentiële bedreiging. Zij hebben de afgelopen jaren met lede ogen moeten toezien hoe de Islamitische Republiek via Irak, Syrië, Libanon en Jemen haar tentakels steeds verder heeft uitgestrekt. Daar komt nog de angst voor de Iraanse nucleaire ambities bij, een bezorgdheid die zij delen met een deel van de internationale gemeenschap – de VS voorop.

Dat de Arabische Golfstaten, onder aanvoering van Saudi-Arabië, geen vrienden van Iran zijn, is in Teheran natuurlijk geen nieuws. Maar dat zij het besteken om officiële relaties met de „zionistische entiteit” aangaan, heeft de woede van de ayatollahs pas echt goed gewekt. De officiële Iraanse reacties logen er dit weekeinde dan ook niet om. Het „heulen met de kleine satan zal hen duur komen te staan”, was slechts een van de waarschuwingen.

Niet alleen Iran beziet de ontwikkelingen met argusogen. Ook de Palestijnen hebben geen goed woord over voor het aanhalen van de banden tussen Israël en de Golfstaten. Zij hebben jarenlang meegelift op de wijdverbreide gedachte dat er in het Midden-Oosten geen enkele werkelijke vooruitgang kon worden geboekt zonder een oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict.

Nu blijkt plotseling dat ‘hogere’ belangen dat uitgangspunt zomaar opzij kunnen zetten. „We laten onze nationale belangen niet langer door de Palestijnse zaak gijzelen”, aldus een anonieme Bahreinse regeringsfunctionaris dit weekeinde. Tegelijkertijd bieden de gewijzigde verhoudingen volgens hem juist ook kansen om druk op Israël uit te oefenen voor een oplossing van de Palestijnse kwestie. „Wij kunnen nu met Israël omgaan als economische partner, bondgenoot – én als vriend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer