„Kosten garantstelling kredietverzekeringen niet naar burger”
Het plan van het kabinet om garant te staan voor kredieten die bedrijven van leveranciers krijgen kan op steun rekenen in de Tweede Kamer. Partijen zijn wel kritisch en willen weten of de rekening voor kredietverzekeraars en bedrijven bij de belastingbetaler komt te liggen.
SP-Kamerlid Mahir Alkaya klaagt over „private lusten, publieke lasten”. Ook andere linkse partijen twijfelen aan het plan van staatssecretaris Hans Vijlbrief. GroenLinks-Kamerlid Bart Snels: „Nu zit het even tegen en dan zeggen die verzekeraars: nemen jullie even onze handel over? Dan maken wij geen verliezen en als het weer beter gaat komen wij weer terug.”
Het kabinet staat voor 12 miljard euro garant voor leverancierskredieten om ervoor te zorgen dat bedrijven die in zwaar weer komen bestellingen kunnen blijven doen. De verwachting is dat kredietverzekeraars minder of niet garant willen staan voor bestellingen die in termijnen worden betaald, omdat bijvoorbeeld horeca- en retail-ondernemers hun omzet grotendeels zien wegvallen wegens de coronamaatregelen. Het kabinet verwacht zo’n 1 miljard te verliezen
„Moet die rekening niet weer terug naar het bedrijfsleven?”, vraagt PvdA’er Henk Nijboer zich af. Hij vraagt zich af of er een speciale belasting moet komen om kosten te verhalen, zoals na de financiële crisis is gedaan met de bankenbelasting. Snels denkt na over een verhoging van de verzekeringsbelasting. Alkaya heeft het over een „kredietverzekeraarsbelasting”.
Vijlbrief is bereid „op een later moment” te kijken naar een manier om „winsten te gaan terughalen met belastingen” of een soortgelijke regeling als de bankenbelasting in te stellen. „Wie moet eigenlijk de lasten dragen van die niet-functionerende verzekeringsmarkt in een situatie als deze? Dat is een terechte politieke vraag”, zegt de bewindsman. Het is eerst van belang om de kredietverzekeringen op gang te houden. Daarna is er meer ruimte voor die discussie, stelt Vijlbrief.