Virusvrij China vreest buitenlanders en „stille dragers”
China komt weer op gang nu het coronavirus lijkt bedwongen. Nieuwe besmettingen? Die komen vanbuiten, sust de overheid. Burgers wantrouwen nóg een categorie: stille virusdragers. „Die komen niet vanbuiten, maar zijn onder ons.”
Vuurwerk knalde dinsdag boven dorpen en steden in de Chinese provincie Hubei. Nadat de autoriteiten hadden aangekondigd dat na twee maanden lockdown de provincie woensdag van slot gaat, bedrijven weer gaan draaien en scholen weer opengaan, gaf dat reden voor een feestje. Overigens moeten burgers in de provinciehoofdstad Wuhan –tevens de zwaarst getroffen plek in China– nog even wachten met feestvieren: zij krijgen pas op 9 april hun vrijheid terug.
Reden om blij te zijn is er zeker, want de aanpak van de autoriteiten tijdens die afgedwongen verstilling van het dagelijks leven was niet mals. Zo werden burgers opgesloten in hun woonverblijven en met drones en de wapenstok dwong de politie ”social distancing” af. Hotels en stadions veranderden in quarantaine-opvanglocaties. Terwijl in grote delen van de wereld –en niet het minst in Europa– nog volop strijd wordt geleverd om de opmars van het coronavirus te stuiten, zijn de Chinezen ervan overtuigd dat zij dat gevecht hebben gewonnen. Zo gering was het aantal nieuwe besmettingen de afgelopen weken, dat wat hen betreft de vlag uit mag.
Wat er aan nieuwe besmettingen is, zo is de overtuiging, wordt veroorzaakt door import van buiten: virussen die zijn meegenomen door terugkerende Chinese studenten en toeristen.
Verwensingen
Rond de 600.000 studenten uit alle hoeken van de wereld keren naar China terug, maar ze vinden in hun vaderland bepaald geen gastvrij onthaal. Op sociale media zijn de verwensingen aan hun adres niet van de lucht. De manier waarop de autoriteiten over nieuwe besmettingen spreken (dinsdag een aantal van 474, „allemaal importgevallen”) doet daar geen goed aan.
Intussen blijft medische controle mede om die reden geboden. Ook Chinezen die weer de straat op gaan, zullen daaraan worden onderworpen, met als doel dat virusdragers worden onderschept.
Een belangrijke rol speelt hierbij een app die Chinezen op hun mobieltjes hebben geïnstalleerd. Een QR-code geeft aan of iemand is genezen (groen signaal) of niet (rood). Daarnaast zullen burgers te maken krijgen met een papierwinkel aan documenten die ze bij zich hebben en die aantonen dat ze gezond zijn verklaard, en als ze werk hebben, dat ze door hun werkgever worden verwacht op kantoor of in de fabriek.
Theorie en praktijk rond deze controletechniek kunnen verschillen, zo bleek deze week. Zo beklaagden leden van een gezin zich erover dat hun QR-codes hardnekkig rood bleven aangeven, terwijl ze al diverse keren door een arts virusvrij waren verklaard.
Bij veel Chinezen knaagt sowieso de twijfel: hebben we het coronavirus nu echt verslagen, of slechts tijdelijk onderdrukt? Menigeen liet weten ook na woensdag zoveel mogelijk het openbaar vervoer te mijden, en dat gold ook voor drukke locaties.
De al genoemde buitenlandfactor (terugkerende Chinezen) wekt argwaan, het fenomeen ‘stille dragers’ doet dat ook: besmette Chinezen die geen ziektesymptomen –zoals koorts of hoesten– laten zien. Duizenden werden de afgelopen weken positief getest (ze hadden het virus onder de leden), zonder dat ze zelf wisten virusdrager te zijn. Dat geeft te denken: hoeveel van hen zijn er nog „onder ons?”
Onderbelicht
Toen op 7 februari China besloot enkel nog burgers te testen die wel ziekteverschijnselen vertoonden, klemde des te meer de vraag in hoeverre die groep stille dragers onderbelicht blijft. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO is „a-symptomatische besmetting” (veroorzaakt door die stille dragers) zeldzaam (1 tot 3 procent van de gevallen), maar daarover zijn deskundigen het niet eens. Sommige van hen hanteren zelfs een percentage dat neerkomt op het tienvoudige van die WHO-schatting.
Als weldra het Chinese leven weer lijkt op een krioelende mierenhoop, kom die stille besmettingen dan maar eens op het spoor, laat staan dat je die in bedwang houdt, denken bezorgde burgers. Strenge controles en tests kunnen een tweede uitbraak voorkomen, maar of zo’n mierenhoop zich daarvoor leent?