Nieuwe Amerikaanse strafmaatregelen tegen Venezuela moeten een oplossing voor het slepende conflict in het land dichterbij brengen. Voorlopig is echter het tegendeel het geval.
De problemen in Venezuela dreigden een beetje naar de achtergrond te verdwijnen. Protesten in Hongkong, spanningen in het Golfgebied, de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Stuk voor stuk reden genoeg om nieuws dat zich aan de randen van de internationale aandacht afspeelt te verdringen.
De Amerikaanse president Donald Trump heeft Venezuela echter opnieuw in de internationale schijnwerpers gezet. Het staatshoofd kondigde deze week meer sancties tegen het Zuid-Amerikaanse land aan. En die liegen er bepaald niet om. „Alle eigendommen en belangen in eigendommen van de regering van Venezuela die zich in de Verenigde Staten bevinden, zijn geblokkeerd en mogen niet worden overgedragen, betaald, geëxporteerd, ingetrokken of op een andere manier worden behandeld”, staat in het decreet.
De maatregelen zijn genomen „in het licht van het voortgaande machtsmisbruik door Nicolas Maduro en personen die met hem verbonden zijn, alsook vanwege de mensenrechtenschendingen, willekeurige arrestatie en detentie van Venezolaanse burgers.”
President Maduro moet van het toneel verdwijnen. Eerdere Amerikaanse sancties hebben dat niet voor elkaar gekregen. Zelfs verkapte dreigementen van militair ingrijpen hadden geen effect, behalve dat Rusland op zijn achterste benen stond en zijn bondgenoot verdedigde. En dus zet Trump andere middelen in. Als die niet helpen, overweegt Trump een totale blokkade van Venezuela.
De grote vraag is natuurlijk of de nieuwe strafmaatregelen wél tot het vertrek van Maduro zullen leiden. Het is inmiddels meer dan een halfjaar geleden dat oppositieleider Juan Guaido zich tot interimpresident uitriep, nadat Maduro was beschuldigd van grootschalige fraude rond zijn herverkiezing als staatshoofd. Weliswaar kreeg Guaido de steun van ruim vijftig landen, waaronder Nederland, maar ook dat bracht geen politieke omwenteling.
De belangrijkste machtsfactor in Venezuela is nog altijd het leger. Aanvankelijk leek het erop dat een deel van de strijdkrachten de kant van Guaido zou kiezen, vooral nadat een aantal hoge officieren was overgelopen. Inmiddels wijst alles er op dat president Maduro de controle over zijn militairen weer stevig in handen heeft. Gesprekken tussen regering en oppositie op het eiland Barbados, onder leiding van Noordwegen, hebben ook nog niets opgeleverd.
Ondertussen glijdt Venezuela steeds verder richting de economische en sociale afgrond. Enorme aantallen Venezolanen ontvluchten de crisis in hun land. Volgens schattingen van de Verenigde Naties leven inmiddels meer dan vier miljoen Venezolanen in het buitenland.
De nieuwe strafmaatregelen van de Verenigde Staten kunnen volgens oppositieleider Guaido dat tij keren. „Ze zullen de Venezolanen beschermen, door diegenen te straffen die het machtsmisbruik in stand houden, terwijl ze profiteren van de honger en de pijn van de bevolking.”
Dat laatste lijkt nogal naïef. Doorgaans treffen sancties vooral de burgers en blijven de machthebbers buiten schot. Tegelijkertijd zijn er momenteel weinig andere middelen voorhanden.