De maan is de enige natuurlijke satelliet die in een baan om de aarde draait. Hij is relatief groot ten opzichte van de aarde. De diameter is met 3476 kilometer ongeveer een vierde van die van de aarde. En er valt nog meer te melden over de maan.
In het zonnestelsel zijn er vier manen groter. Dat zijn die van de planeet Jupiter: Io, Europa, Ganymedes en Callisto.
Een baan van de maan om de aarde duurt 27,3 dagen (siderische periode), maar omdat de aarde tegelijk om de zon draait, duurt het 29,5 dagen voordat de maan weer dezelfde stand bereikt ten opzichte van de zon (maanmaand of synodische periode).
De maan draait om zijn eigen as in dezelfde tijd als hij rond de aarde draait. Vanaf de aarde is dus vrijwel altijd dezelfde zijde van de maan te zien. Dit heet synchrone rotatie.
Door langzame schommelingen van de maan ten opzichte van de aarde is niet 50 maar 59 procent van het maanoppervlak zichtbaar vanaf de aarde. Deze zogeheten libraties ontstaan onder andere doordat de rotatieas van de maan een hoek van 6,69 graden maakt met het rotatievlak – het zogeheten ja knikken van de maan; en ook doordat de baan van de maan om de aarde niet rond maar elliptisch is – het zogenoemde nee schudden van de maan.
De afstand van de maan tot de aarde varieert van 356.400 tot 406.700 kilometer.
De maan telt een aantal bergen. De grootste, Mons Huygens, is 4700 meter hoog. Mount Everest op aarde is met 8848 meter bijna twee keer zo groot.
Het oppervlak van de maan is bezaaid met inslagkraters van kometen en asteroïden. Door het ontbreken van een atmosfeer slaan de brokken steen met zo’n 40.000 kilometer per uur in op het maanoppervlak, en blijven de kraters intact.
De grootste krater is het zogeheten Aitkenbassin op de zuidpool van de maan. Dat heeft een doorsnede van ongeveer 2500 kilometer.
De zwaartekracht op de maan is ongeveer een zesde (16,5 procent) van de gravitatie op aarde.
De getijden op aarde worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan.
De getijdenwerking vervormt de aarde. Door de wrijving die dit veroorzaakt, neemt de draaisnelheid van de aarde langzaam af. Elke eeuw neemt de daglengte met 1,5 milliseconde toe. Daarom bestaat er sinds 1972 een schrikkelseconde.
Een zonsverduistering treedt op wanneer de maan tussen de aarde en de zon staat.
Een maansverduistering heeft plaats wanneer de aarde zich tussen de zon en de maan bevindt.
Overdag is het met 123 graden Celsius erg warm op de maan, terwijl het ’s nachts 223 graden vriest.
De grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht veroorzaken voortdurend maanbevingen door het uitzetten en krimpen van de korst.
De eerste succesvolle onbemande maanlanding had plaats in 1966. Dat ging om een Luna-missie van de Sovjet-Unie.
De Amerikaanse Apollo 11-missie in 1969 leverde de eerste succesvolle bemande maanlanding op. Neil Armstrong zette als eerste mens een voet op de maan; Gene Cernan als laatste in 1972 tijdens de Apollo 17-missie.
Klik hier om verder te lezen over 50 jaar maanlanding