Rechts wint in Italië, links in Spanje
De rechts-nationalistische Lega van de eurosceptische vicepremier Matteo Salvini heeft in Italië de overwinning geboekt bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
Regeringspartij Lega heeft een derde van de stemmen gekregen. Daarmee hield het de coalitiegenoot de Vijfsterrenbeweging achter zich. Die partij kan rekenen op 16,7 procent. Bij de parlementsverkiezingen in maart vorig jaar wist die nog meer dan 32 procent van de kiezers achter zich te scharen.
Het sociaaldemocratische PD eindigt op de tweede plaats met 23,5 procent. Forza Italia, de conservatieve partij van ex-premier Silvio Berlusconi, haalt een score van 8,8 procent.
Salvini hoopt dat de nieuwe samenstelling van het Europarlement ruimte geeft voor mildere financiële regels, zodat Italië niet constant tegen het schuldenplafond aanloopt.
Spanje
In Spanje stevent de sociaaldemocratische partij van premier Pedro Sánchez stevent af op winst bij de Europese verkiezingen. De PSOE haalt 32,8 procent van de stemmen.
Het aantal zetels in het Europees Parlement voor de PSOE (Spanje heeft er 54) zou daarmee stijgen van 14 naar 20. Het centrumrechtse Ciudadanos zou volgens de peiling stijgen van twee naar acht zetels. De conservatieve Volkspartij (PP) blijft steken op 20,1 procent van de stemmen. Op de nieuwe rechts-nationalistische partij Vox stemde 6,2 procent, terwijl die in nationale verkiezingen een op de tien Spanjaarden achter zich kreeg.
Ook de Catalaanse separatist Carles Puigdemont en zijn gedetineerde collega Oriol Junqueras zijn verkozen. Zij willen vanuit het Europees Parlement de onafhankelijkheidsstrijd versterken.