Hoe betrouwbaar is ons brein?
Hoe betrouwbaar is ons brein? Kan de 56-jarige verdachte Jos B. zich nog voor de geest halen wat hij twintig jaar geleden uitspookte daags na de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen? Wat klopt er van verhalen van vrouwen die de Amerikaanse opperrechter Brett Kavanaugh verweten dat hij zich dertig jaar geleden misdroeg?
Refosukkeltje. „Dat zei die jongen van de draaimolen. Terwijl ik lag te creperen van de pijn.”
Verbaasd kijkt Joris (35) opzij naar zijn tweelingzus Floortje. „Refosukkeltje? Waar heb je het over?”
„Weet je dat dan niet meer?” Een tikje gepikeerd husselt Floortje het laagje slagroom door haar glaasje advocaat. „Ik lag ’s avonds te huilen in bed. Niet van de pijn. Maar van dat ”refosukkeltje”.”
„Nou janken vrouwen al snel”, mompelt Joris, twee stukjes worst van een schaal prikkend.
„Doe normaal, man! Ik was amper tien!”
In een tjokvolle kamer halen Joris en Floortje op een familieverjaardag jeugdherinneringen op. Ze hebben het over een ongeval dat Floortje 25 jaar geleden in een speelpark in Friesland overkwam. Samen met pa, ma en andere broertjes en zusjes gingen Joris en Floortje een dagje uit. Veel plezier met z’n achten. Totdat Floortje hard schreeuwde. En daarna roerloos op de grond lag.
„Je maakte een beste smak toen je uit die draaimolen viel”, zegt Joris.
„Het was niet de draaimolen”, schudt Floortje haar hoofd. „Het was een schommel. Ik vloog van die schommel en knalde tegen een betonnen paal.”
Joris knikt. „De halve speeltuin stond eromheen te loeren. En toen kwam de traumahelikopter.”
Floortje glimlacht. „Wat een giller was dat, die helikopter. Dat ding had niet hoeven komen. Ik ben even buiten westen geweest, maar was al gauw weer bij mijn positieven. Vlak bij mij stond die speeltuinmedewerker, die jongen van de draaimolen. Ik hoorde dat hij met een collega liep te zaniken over rokken en grote gezinnen. En hij noemde mij dus refosukkeltje. Ma was ook zo nijdig. Ze deed haar beklag bij de speeltuindirecteur.”
„Daar weet ik dus helemaal niks van.”
„Ik wel”, reageert Floortje. „Die jongen moest ons zijn excuses aanbieden.”
„Typisch ma”, grinnikt Joris. „Assertiviteit van het betere soort.”
„Ja, heerlijk.”
Joris nipt aan zijn glas cola. „’t Was anders wel heftig dat je toen allebei je armen brak.”
„Wat ben jij een vergiet, zeg. Het waren mijn bénen.”
Netvlies
Moraal van dit verzonnen verhaal: terugblikken op een en dezelfde gebeurtenis kunnen flink uiteenlopen. Feiten vervagen vaak. Wat bij de één scherp op het netvlies staat, is bij de ander weggezakt.
Traumatische gebeurtenissen uit een ver verleden – ze speelden de afgelopen maanden een belangrijke rol in het nieuws.
De politie arresteert in augustus Jos B. De 56-jarige man wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen. De jongen verdween op 10 augustus 1998 uit een jeugdkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd hij dood aangetroffen op ruim een kilometer van het kamp.
De benoeming dit najaar van Brett Kavanaugh (53) tot opperrechter in het Amerikaanse Hooggerechtshof verloopt tumultueus. Verschillende vrouwen beschuldigen hem van wangedrag op seksueel gebied zo’n dertig jaar geleden. Kavanaugh ontkent.
Sinds najaar 2017 duiken tal van MeToo-verhalen op. Mensen (veelal vrouwen) beweren publiekelijk, onder meer op Twitter via de hashtag #MeToo, dat iemand hen in het verleden seksueel misbruikte of lastigviel. In veel gevallen betreft het (vermeende) schandalen in de amusementssector. Zo beschuldigden tientallen vrouwen de Amerikaanse filmtycoon Harvey Weinstein van onder meer verkrachting en intimidatie. Tegen Weinstein lopen diverse strafzaken. In Nederland ontstaat veel deining als tv-maker Jelle Brandt Corstius in oktober 2017 stelt dat tv-producent Gijs van Dam hem in het verleden heeft verkracht. Van Dam ontkent dat en stelt dat Brandt Corstius vrijwillig seks met hem had. Tussen beide mannen ontbrandt een juridisch gevecht. Vooralsnog vervolgt Justitie Van Dam niet.
In september 2018 meldt tv-rubriek Brandplus+ dat dirigent Pieter Jan Leusink, ook bekend in reformatorische kring, tegenover tal van vrouwen op seksueel gebied over de schreef ging. Leusink ontkent de aantijgingen.
Verzinsels
Vertellen mensen de waarheid als ze naar de politie stappen met het verhaal dat ze zijn verkracht? Of verkopen ze verzinsels? En hoe kunnen zedenrechercheurs het kaf van het koren scheiden?
Met dit soort vragen hield dr. André De Zutter (46), docent rechtspsychologie en criminologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, zich de afgelopen acht jaar bezig. In september promoveerde hij aan de Maastrichtse universiteit op de thematiek.
In Amerika is 5 procent van de aangiftes van verkrachting bewezen vals. Dus 95 procent van de aantijgingen klopt, althans in grote lijnen. Dat concludeert De Zutter na een analyse van duizenden politiedossiers in de periode 2006-2010. Hij kreeg de gegevens aangeleverd door de Amerikaanse federale politiedienst FBI.
Verder wordt in Amerika vijf keer zo vaak valse aangifte gedaan van een zedenmisdrijf dan van anderssoortige strafbare feiten, zoals mishandeling. De Zutter vermoedt dat de Amerikaanse cijfers ook toepasbaar zijn op Nederland. In ons land houdt de politie geen statistieken bij over valse aangiftes van verkrachting.
Pseudo-intimiteit
Hoe gedetailleerder, hoe betrouwbaarder. Dat geldt in zijn algemeenheid voor aangiftes van verkrachtingen, benadrukt De Zutter. „Als een vrouw tegen de politie alleen zegt dat een man haar een kwartier lang op grove wijze vaginaal heeft verkracht, moet een zedenrechercheur op zijn hoede zijn. Klopt dit verhaal wel?”
Kenmerk van een echte verkrachting is namelijk dat die doorgaans een uur of langer duurt, zegt de rechtspsycholoog van de Vrije Universiteit. „De verkrachters nemen de tijd en willen op verschillende manieren seksueel contact.”
Typerend is ook dat verkrachters, als ze hun slachtoffer dus tot seks dwingen, meester zijn in het tonen van „pseudo-intimiteit en pseudo-bezorgdheid”, geeft hij aan. „Typerende opmerkingen van een verkrachter zijn bijvoorbeeld: „Ik doe je geen pijn.” Of: „Waarom huil je?” En: „Zou je van me kunnen houden?””
Ronaldo
Veelzeggend vindt de rechtspsycholoog een opmerking onlangs van Kathryn Mayorga. Dat Amerikaanse model stelde enkele maanden geleden dat de Portugese stervoetballer Christiano Ronaldo haar in 2009 in een hotel in Las Vegas heeft verkracht. Ronaldo ontkent. De voetballer zou volgens de vrouw na de verkrachting hebben gezegd: „Ik ben voor 99 procent goed, ik weet alleen niet wat ik aan moet met die ene procent.”
De Zutter: „Zo’n opmerking is typisch taal voor een verkrachter. Let wel, ik zeg niet dat Ronaldo schuldig is. Wel twijfel ik sterk aan zijn onschuld. Al valt niet uit te sluiten dat de Amerikaanse vrouw zo’n citaat Ronaldo in de mond legt. Dat ze dit verhaal heeft verzonnen en de opmerking over „99 procent goed” baseert op bestudering van literatuur over verkrachters.”
Schaamte
Altijd is het van het grootste belang dat politie en justitie zoeken naar bewijs dat een aangifte van verkrachting kan staven, beklemtoont De Zutter. „Zoek naar DNA. Of naar bonnetjes die aantonen dat een vermeend slachtoffer daadwerkelijk een kamer in een hotel heeft geboekt of een taxi heeft genomen. En ga na of de verdachte op het moment van de kennelijke verkrachting in de buurt was van het slachtoffer.”
Als een vrouw slachtoffer is van seksueel misbruik hoeft dat nog niet te betekenen dat ze de volledige waarheid vertelt. „Slachtoffers liegen ook wel eens tegen de politie. Stel dat een verkrachte vrouw vrijwillig is meegegaan naar de hotelkamer van een man. Ze kan dat aspect verdoezelen of ontkennen. Omdat ze denkt dat de politie ”meegaan naar een hotelkamer” zal uitleggen als: ”instemmen met seks”. Terwijl die redenering natuurlijk niet klopt. Ook spreekt een slachtoffer soms niet de waarheid over de precieze seksuele handelingen die ze moest doen of ondergaan. Dat heeft te maken met schaamte.”
Hoe betrouwbaar zijn verklaringen over een verkrachting die tientallen jaren geleden zou hebben plaatsgehad?
„Mensen herinneren zich traumatische gebeurtenissen lange tijd. Dat wil niet zeggen dat je alle details onthoudt. Stel dat je op een auto bent gebotst. Je herinnert je hoe je de koplampen op je af zag komen. En dat je in de ziekenauto lag. Maar wat er in de tussentijd is gebeurd, kan zijn vervaagd. Iets soortgelijks geldt voor een verkrachting. Slachtoffers weten dat ze seksueel zijn misbruikt, maar herinneren zich bijvoorbeeld niet meer precies hoe ze uiteindelijk thuis zijn gekomen.”
Verdrongen herinneringen
De rechtspsycholoog heeft grote scepsis bij theorieën over zogeheten verdrongen herinneringen, van bijvoorbeeld seksueel misbruik. „Veel onderzoekers gingen de achterliggende decennia aan de slag met het thema ”verdrongen herinneringen”. Het was een soort heilige graal. Maar het fenomeen is nog nooit aangetoond. Mensen kúnnen traumatische ervaringen simpelweg niet verdringen. Als je tegen iemand zegt: Denk niet aan een witte beer, dan denkt die persoon daar juist wel aan.”
Wel kan er sprake zijn van „vergeten herinneringen”, zegt De Zutter. „Stel dat iemand een halve eeuw geleden als kind is misbruikt. Vijftig jaar terug was er veel minder aandacht voor die problematiek dan nu. Zo’n persoon kan dat trauma min of meer zijn vergeten, want je herinnert je nooit alles uit je kinderjaren. Maar soms kunnen zaken weer boven komen. Bijvoorbeeld als het slachtoffer terugkeert naar zijn geboortegrond en de plaats bezoekt waar seksueel misbruik plaatsvond. Zoals de kerk of sportclub.”
Wat vindt u van de stroom van verhalen over seksueel misbruik die door de MeToo-beweging op gang kwam?
„Moeilijk verhaal. Typerend vind ik dat een van de aanjagers van de MeToo-beweging, de Italiaanse actrice Asia Argento, zélf een seksueel roofdier blijkt te zijn. Ze heeft toegegeven dat ze als 37-jarige vrouw seks had met een minderjarige jongen. Haar verwijt dat de jongen haar heeft verleid, is typisch taal voor daders. Het bespreken van verkrachtingen hoort in de rechtbank thuis. Vecht een zaak niet uit in de publieke arena. Dat levert alleen maar verliezers op.”
Als de MeToo-beerput opengaat, kan dan toch een reinigend effect hebben en met name mannen ervan doordringen dat ze hun handen thuis moeten houden?
„Het wangedrag van iemand als de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein is natuurlijk helemaal verkeerd. Maar mannen hebben geen MeToo-verhalen nodig om te beseffen dat je een vrouw niet tot seks mag dwingen. Ik geloof niet zo in de mythe dat bijna alle mannen seksuele roofdieren zijn. Die als het ware gevaarlijk worden als ze een sexy geklede vrouw zien lopen. Ik heb mensen in Nederland daar ook op bevraagd. Mijn indruk is dat veruit de meeste mannen correct met vrouwen omgaan.
Het trof me dat een vrouw pas iets twitterde als: „Dank aan alle mannen die mij niet verkrachtten toen ik in een dronken bui was en wilde zoenen.” Ik erger me aan adviezen als zou je jongetjes van een jaar of vijf al moeten inprenten dat ze vrouwen nooit tot seks mogen dwingen. De meeste jongetjes zijn van nature empathisch. Nee, ik vind niet dat mensen geneigd zijn tot het kwade. De meesten van ons willen een ander geen kwaad doen.”
Aandacht
Wat bezielt iemand om een ander ten onrechte van verkrachting te beschuldigen? „Vaak is zo’n valse beschuldiging een schreeuw om aandacht”, zegt De Zutter. Een andere reden voor een uit de lucht gegrepen aantijging is dat de aangever zijn of haar gedrag wil verdoezelen. „Een vrouw wil tegenover haar man niet toegeven dat ze is vreemdgegaan. Daarom beschuldigt ze de persoon met wie ze overspel bedreef van verkrachting.” Wraak als motief voor een valse verkrachtingsaangifte „komt niet vaak voor.”
Nederlandse zedenrechercheurs krijgen van de rechtspsycholoog een forse tik op de vingers. „Zedenrecherceurs zijn te goedgelovig bij valse verkrachtingsaangiften en te sceptisch bij echte verkrachtingsaangiftes.”
Voor zijn promotie-onderzoek moesten drie groepen van elk twintig proefpersonen in een experiment diverse verkrachtingsaangiftes op waarde schatten. De eerste groep betrof leken (studenten zonder enige politie-ervaring), de tweede groep beginnende politiemensen (studenten van de Politieacademie), de derde groep ervaren zedenrechercheurs. „Alle drie groepen beoordeelden de aangiftes even slecht”, zegt De Zutter. „Ook ervaren rechercheurs hebben vaak een verkeerd beeld van verkrachtingen. Daardoor kunnen ze aangiftes vaak niet professioneel beoordelen. Ervaren rechercheurs gaan er te snel van uit dat een verkrachting gepaard moet gaan met veel geweld, zoals in films. De werkelijkheid is dat veel daders hun slachtoffers proberen in te palmen, bijvoorbeeld door te beginnen met massage.”
In politiekringen heerst onvrede over de kritiek van De Zutter. „De politieleiding opende een heksenjacht op de twintig zedenrechercheurs die de moed hadden om aan mijn experiment mee te doen. Rechercheurs kregen op hun falie. Dat vind ik kwalijk. Ze verdienen juist waardering, omdat ze in de spiegel durfden te kijken.”
Goede weg
In een reactie spreekt zegsman Pieter Beljon van de Politieacademie van „interessante” onderzoeksresulaten van De Zutter. „Maar ik benadruk dat we de afgelopen jaren op de goede weg zijn wat betreft het beoordelen van verkrachtingsaangiftes. We hebben de nodige slagen gemaakt. Al kan het altijd beter.”
Landelijk politiezegsman Robbert Salome weerspreekt de kritiek van criminoloog De Zutter. „Zijn onderzoek uit 2012 naar herkennen van valse aangiftes betreft een zeer kleinschalig experiment dat in niets te vergelijken is met de politiepraktijk. Die kanttekeningen plaatst De Zutter ook zelf bij zijn onderzoek als hij stelt: „In de praktijk baseren rechercheurs hun oordeel niet uitsluitend op de aangifte, maar op het gehele opsporingsonderzoek.” In de media plaatst De Zutter deze kanttekeningen echter niet.”
De politiewoordvoerder wijst erop dat rechercheurs „al sinds 1996 bij de Politieacademie een zedencursus volgen, waarbij ze onderwijs krijgen van daders tijdens een verkrachting.” Hij ontkent dat er een heksenjacht gaande is op rechercheurs die meewerkten aan het onderzoek van De Zutter.
Details
Wat herinnert een (vermeende) moordenaar nog van zijn wandaad decennia geleden? Die vraag rees de afgelopen maanden na de arrestatie in augustus van de 56-jarige Jos B. De Limburger zit vast op verdenking van betrokkenheid bij de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen.
Mocht Jos B. daadwerkelijk betrokken zijn bij de dood van de jongen, dan weet hij nog best hoe het kind in 1998 om het leven kwam. Dat verwacht prof. dr. Peter van Koppen (1953), hoogleraar rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wel is het goed mogelijk dat de afgelopen zomer opgepakte verdachte details van twintig jaar geleden niet meer op het netvlies heeft staan.
Van historische gebeurtenissen herinneren zich veel mensen de hoofdlijn. „Denk aan de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy. Die gebeurtenis staat in de geheugens van veel mensen gegrift. Maar in details van zo’n zaak blijken mensen zich nogal eens te vergissen.”
De tijdsfactor is van belang. „Vraagt u mij wat voor kleren mijn vrouw gisteren droeg, dan kan ik daar het juiste antwoord op geven. Vraagt u mij wat voor kleren ze drie weken geleden aanhad, dat lukt het me dat niet.”
Getuigenverklaringen vormen heel vaak nog de basis onder rechterlijke vonnissen, benadrukt Van Koppen. „Mensen zijn over het algemeen goed in staat om een bruikbare getuigenverklaring af te leggen.” Al zijn er grenzen. „Veel getuigen plegen niet het kenteken van een vluchtauto te onthouden.”
Je herinnert je dat beroerde kerstdiner
Het staat in je geheugen gegrift: die ene keer dat je in een onbekende stad een uur zocht naar je geparkeerde auto. De talloze keren dat je je voertuig moeiteloos terugvond, ben je allang vergeten.
„Het vasthouden van je verleden helpt je om zo veilig mogelijk door het leven te gaan”, zegt prof. dr. Douwe Draaisma, hoogleraar geschiedenis van de psychologie in Groningen. „Het geheugen is gespecialiseerd in het vastleggen van gevaar en risico’s. Als je vroeger een keer misselijk werd van bedorven voedsel, zorgt je geheugen ervoor dat je een aversie tegen een bepaalde smaak ontwikkelt en dat het eten van bedorven producten je niet snel meer zal gebeuren.”
Uit onze vroege jaren onthouden we vooral negatieve zaken, zegt Draaisma, auteur van tal van boeken over het geheugen. „Vallen, verdwalen, je in steek gelaten voelen. Of dat ene totaal mislukte Kerstdiner.” Maar ook heel positieve ervaringen kunnen blijven haken. „Ik denk aan een zeilvakantie in Friesland met jeugdvrienden. Ik voelde me volkomen gelukkig toen we over de golven scheerden.”
Waarom wint mijn 5-jarige oomzeggertje altijd met glans van mij dat spelletje waarbij je twee dezelfde plaatjes bij elkaar moet zoeken?
„U doelt op het spelletje Memory. Veel onderzoekers hebben zich over deze vraag gebogen. Een van de verklaringen is dat kinderen totaal kunnen opgaan in zo’n spelletje. Een volwassene is minder in staat zich volledig te focussen op één ding en denkt onder het spelletje bijvoorbeeld: Straks moet ik nog boodschappen doen. Verder heeft een kind een superieur beeldgeheugen.”
Op welke leeftijd is het geheugen het best?
„Rond je twintigste. Stel dat je iemand vraagt om een ingewikkeld figuur van duploblokjes in gedachten een kwartslag te draaien en dán te beschrijven hoe dat bouwsel er uitziet. Een 20-jarige is daar over het algemeen veel beter toe in staat dan een 40-jarige. Wel blijven veel herinneringen en kennis na je twintigste een tijdlang op peil. Je woordenschat groeit zelfs.
Na je vijftigste gaat het vooral op drie fronten achteruit. Je kunt minder goed plannen onthouden: Je loopt naar de keuken en weet niet wat je daar hebt te zoeken. Ten tweede: woorden schieten je minder snel te binnen. Ten derde: Je vergeet namen. Als je een oude bekende tegenkomt, zeg je: „Hé, hallo, hoe is het met jou?” Terwijl jullie beiden wel doorhebben dat op de plek van het woord ”hallo” een naam hoort te staan. In ons vakgebied kennen we de zogeheten Bakker-bakkerparadox. Je onthoudt wel dat een bepaald persoon bakker is. Dat beroep kun je met allerlei zaken associëren: brood, een oven, een winkel. Maar je vergeet de achternaam Bakker. Zeker ook omdat zo’n veelvoorkomende achternaam is.”
Kan het voorkomen dat iemand van bijvoorbeeld 40 toch een beter geheugen heeft dan iemand van 25?
„Ja. Daarbij is het van belang om onderscheid te maken tussen verschillende geheugens. Je hebt bijvoorbeeld geheugen voor woordenschat, voor gezichten, voor muziek. Mensen met een specialisme zijn vaak goed in staat nieuwe kennis over hun vakgebied op te slaan en te onthouden. Hoe meer over een specifiek thema in je hoofd zit, hoe makkelijker het is om nieuwe informatie daarover te onthouden. Ik sprak ooit een huisarts die in zijn vrije tijd postzegels verzamelde. Hij had zo’n 10.000 postzegels. Hij verdeelde die in zijn hoofd in allerlei categorieën. Op vakantie in het buitenland bezocht hij postzegelmarkten. Hij vertelde dat het niet nodig was om zijn collectie mee te slepen. Hij wist precies welke postzegel hij wel of niet had.”
Mensen zeggen wel eens: Mijn hoofd loopt over. Kan dat?
„Zwangere vrouwen kunnen last hebben van zwangerschapsvergeetachtigheid. Door bijvoorbeeld lichamelijke belasting kunnen ze zich minder concentreren op andere dingen. Ook mensen die depressief zijn, onthouden vaak minder van de dagelijkse gang van zaken.”
Wat gaat er mis bij mensen met Alzheimer ofwel dementie?
„Tot voor een paar jaar geleden gingen veel wetenschappers ervanuit dat eiwitafzettingen in de hersens de activiteiten in de hersencellen blokkeren en dus tot dementie leiden. Maar die aanname ligt tegenwoordig zwaar onder vuur. Ontdekt is dat er mensen zijn die wél eiwitafzettingen in de hersens hebben en géén geheugenproblemen kennen. Tegenwoordig vermoeden we dat leefstijl van invloed is op de kans op Alzheimer. Het lijkt erop dat mensen met een gezond vaatstelsel minder kans hebben op dementie.”
Hoe beziet u MeToo-verhalen over vermeend seksueel misbruik van tientallen jaren geleden?
„Vaak is er geen reden te twijfelen aan die verhalen. Wel zullen er interpretatieverschillen ontstaan. Stel dat een vrouw zegt: De man dwong me tot seks. De man kan dat ontkennen en beweren dat er sprake was van een vurige vrijpartij.”
Aanrandingen vinden nogal eens plaats in de setting van alcohol- en drugsgebruik. Tast drank het geheugen aan?
„Dat is onomstotelijk waar. Dronkenschap leidt tot nevelige herinneringen. Dronken mensen zijn heel veel kwijt.”
Hoe verklaart u dat de een een afspraak nooit vergeet en een ander een geheugen heeft als een zeef?
„Mensen verschillen. Net zoals de een intelligenter of zorgvuldiger is dan de ander.”
Een schadelijk gedachtenspinsel
Moordenaar. Dat stond er in het verleden op het huis van Drentenaar Richard Kelly gekrast. Hij zou in 1993 de 15-jarige Andrea Luten uit Ruinen hebben omgebracht. Maar dat verhaal klopt van geen kant.
In een bomvolle rechtszaal in Assen wijst kroongetuige Emiel Zanting in 2002 zijn buurman en collega-stratenmaker Richard Kelly aan als moordenaar van Andrea Luten. Zanting vertelt dat Kelly op een avond in 2000 onthulde een meisje te hebben gewurgd. Op de bewuste avond hadden zowel Kelly als Zanting de nodige drank op.
In schrille bewoordingen schetst de kroongetuige tijdens de rechtszaak hoe Kelly die avond „helemaal geflipt raakte” toen Zanting hem vroeg of het gewurgde meisje Andrea Luten was. Zanting: „Ik voelde dat ik hem op een feit had betrapt. Hij schold me uit voor al het ongedierte van de aarde.” Voor Zanting was „heel duidelijk” dat Kelly achter de moord op Luten zat.
De rechter echter spreekt Richard Kelly vrij wegens gebrek aan bewijs. Hij krijgt een schadevergoeding van ongeveer 50.000 euro.
Dat de vrijspraak terecht is, blijkt in 2010. Dan wordt Henk F. uit Hoogeveen opgepakt. Zijn DNA komt overeen met DNA dat in de zaak-Luten is gevonden. Henk F. bekent het meisje te hebben verkracht en gedood. De rechtbank veroordeelt F. tot 15 jaar cel.