Politiek

Ds. A. T. Huijser: Tijdrede wijst op schuld binnen de kerk

Tijdredes gaan niet alleen en niet allereerst over de boze buitenwereld. Ze gaan vooral over onszelf. Dat is het uitgangspunt voor ds. A. T. Huijser tijdens de tijdredes die hij drie, vier keer per jaar houdt.

L. Vogelaar
6 July 2018 15:00Gewijzigd op 17 November 2020 04:18
In het kader van het honderdjarig bestaan van de SGP zijn vrijdag twee boeken over tijdredes gepubliceerd. beeld Cees van der Wal
In het kader van het honderdjarig bestaan van de SGP zijn vrijdag twee boeken over tijdredes gepubliceerd. beeld Cees van der Wal

Het is ook de kern van de lezing die hij vrijdagavond in Lunteren houdt als twee bundels tijdredes worden gepresenteerd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de SGP. Uit zijn jonge jaren kende de Sliedrechtse predikant het fenomeen tijdrede niet. „Ik heb de indruk dat het aantal toeneemt, meestal gegoten in de vorm van een kerkdienst.”

De inhoud moet echt die van een tijdwoord zijn. „De lijn die ik steeds weer trek, is dat het verval begint bij het huis Gods. Hoe komt het dat ons land zo ver van zijn plaats is? Zou het niet zijn omdat de kerk zo ver van haar plaats is? Ik wil waken voor het beeld van een boze buitenwereld, waarbij wij de slachtoffers zijn van de secularisatie. Er ligt veel schuld binnen de muren van de kerk. Staan wij net zo in onze tijd als Ezra, Nehemia en Daniël stonden in hun tijd, worstelend voor Gods aangezicht?”

Jongeren

Net als soms tijdens een tijdrede wijst ds. Huijser vrijdagavond op 1 Samuël 4:21a. „Daar ligt een stille in den lande –haar naam weten we niet eens– op haar sterfbed. Haar grootste nood is niet dat ze sterven gaat, dat ze haar man verloren heeft of wat er van haar zoon moet worden. In haar laatste ogenblikken gaat het haar om de ere Gods die uit Israël was weggevoerd: Ikabod.”

Tijdredes zijn doorgaans goedbezochte diensten, zegt de predikant uit de Gereformeerde Gemeenten. „Je ziet ook veel betrokkenheid vanuit jongeren. Zij staan met beide benen in deze maatschappij en zoeken hoe ze daarin principieel hun weg moeten gaan. Rustig kerkzijn in een veilige zuil wordt steeds moeilijker. De gezapigheid –zo van: Het zal onze tijd wel duren– kom je onder hen minder tegen. We hebben verdriet over een grote groep afhakers, maar er zijn ook veel jonge mensen die echt voor hun principes staan en dat ook proberen uit te dragen. Dat is heel positief. Iets daarvan zie je in het elan van de SGP-jongeren.”

Schuldprediking

Ds. Huijser probeert in tijdredes een verband te leggen tussen het heden en een vergelijkbare periode in de Bijbeltijd. „Meestal kies ik een tekst uit het Oude Testament. Woorden die daar in een tijd van verval werden gesproken, zijn ook nu relevant. Het laat zien dat de mens van alle tijden eender is. De vorm van de afwijking verschilt, de geest erachter is dezelfde.

Een tijdrede is schuldprediking en die probeer ik dichtbij te brengen, in onze leefwereld. Daarom haak ik altijd in op de actualiteit, zodat je de tijd probeert te duiden. Vanuit Jeremia 45 –„Wat Ik gebouwd heb, breek Ik af...”– wijs ik erop dat de Heere seculiere politici als een Nebukadnezar, die soms zelfs „Mijn knecht” wordt genoemd, kan gebruiken om af te breken wat Hij eeuwen geleden onder ons gebouwd heeft. Als een verdiende tuchtroede.”

Concreet benoemen

De predikant ontvangt reacties, meestal schriftelijk. „Juist de stelling dat de kerk van haar plaats is, spreekt aan. Men voelt het, maar worstelt ook met de vraag: Hoe kom ik waar we moeten zijn? Voor mezelf is het weleens een strijd: hoeveel uren besteed je aan het houden van tijdredes en hoeveel uren worstel je nu zelf in de binnenkamer?”

Reacties dat het wel wat minder somber mag, krijgt ds. Huijser niet. „Wie naar een tijdrede komt, verwacht een eerlijk beeld geschetst te krijgen. Het benoemen van afwijkingen binnen de kerk die negatief uitwerken naar buiten, valt in de ene regio wel wat gemakkelijker dan in de andere.”

Met stellingen als dat boetedagen niet te organiseren zijn, gaat ds. Huijser niet mee. „Wij kunnen nood niet opbinden; dat konden de profeten ook niet. Maar ze spraken wel. Een tijdwoord of biddag kan door Gods Geest worden gebruikt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer