Buitenland
Hof VS: Veroordeling ‘weigerbakker’ Denver onterecht

De veroordeling van banketbakker Jack Phillips uit de Amerikaanse stad Denver, die in 2012 weigerde een bruidstaart te maken voort een homostel, is onterecht. Dat heeft het Amerikaanse hooggerechtshof dinsdag uitgesproken. De strijd om de grondrechten is met deze zaak echter nog niet beslist.

5 June 2018 10:21Gewijzigd op 17 November 2020 04:06
Bakker Jack Phillips uit Denver tijdens een workshop in Lakewood, Colorado, december 2017. beeld AFP, Bruce Ellefson
Bakker Jack Phillips uit Denver tijdens een workshop in Lakewood, Colorado, december 2017. beeld AFP, Bruce Ellefson

Over één ding zijn zeven van de negen rechters van het hooggerechtshof het wel eens. De antidiscriminatiecommissie van de staat Colorado, waar de klacht van het homostel in eerste instantie werd behandeld, gaf bakker Phillips geen eerlijke behandeling. De leden van de commissie waren overduidelijk vooringenomen.

Ze vonden de bakker bekrompen en het beroep dat hij deed op zijn vrijheid van godsdienst wuifden ze weg. Een van de commissieleden stelde dat in het verleden de mensonterende slavernij en zelfs de Jodenvervolging is verdedigd met een beroep op de vrijheid van godsdienst.

Volgens opperrechter Anthony Kennedy, die het vonnis van maandag schreef, staat vast dat de commissie bij voorbaat de opzet had om de bakker aan te pakken. Phillips kreeg van de antidiscriminatiecommissie geen respectvolle, objectieve beoordeling van zijn standpunt, zo vindt Kennedy. Dat is naar zijn oordeel fundamenteel fout. Vandaar dat het hooggerechtshof de veroordeling van de bakker naar de prullenbak verwees.

Geen feestje

Voor bakker Phillips is dit uiteraard een hele opluchting. De kwestie loopt al sinds 2012 en heeft –naar eigen zeggen van de bakker– „veel geld, tijd, arbeidsvreugde en emoties” gekost. Na het bekend worden van het vonnis zei hij tegenover de media: „Nee, we gaan geen feestje bouwen. We gaan danken en bidden.”

Russell Moore, de voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, toont zich tevreden over dit vonnis. „Ik ben lang heel bezorgd geweest over de ontwikkelingen rond de vrijheid van godsdienst. Maar het hooggerechtshof heeft de juiste beslissing genomen.” Nadrukkelijk spreekt Moore de hoop uit dat hiermee een keer is ingezet en het hof in de toekomst pal zal staan voor de vrijheid van godsdienst.

Veel conservatieve christenen en organisaties zijn er echter niet gerust op dat de vrijheid van godsdienst nu voldoende gewaarborgd is tegenover de voorvechters van een radicale homo-emancipatie.

Abraham Hamilton, juridisch adviseur van de American Family Association, wijst er in een reactie op dat opperrechter Kennedy in zijn vonnis nogal nadrukkelijk ingaat op de vijandige opstelling van de antidiscriminatiecommissie. „Als er geen sprake was geweest van vooringenomenheid, had het vonnis weleens totaal anders kunnen uitpakken. Dat betekent ook dat er nog een heel juridisch gevecht voor ons ligt.”

Grenzen definiëren

Rechter Kennedy zegt dat zelf ook min of meer in het vonnis. Hij constateert dat homoparen en mensen met een godsdienstige overtuiging rechten hebben. Volgens hem zijn er in de toekomst rechtszaken nodig om de grenzen voor elke groep te definiëren. Dat is met deze uitspraak nog niet gebeurd. Hier is alleen maar gezegd dat iedereen recht heeft op een respectvolle behandeling door medewerkers van de overheid en van justitie.

Er zijn in de zaak rond de bakker drie grondrechten in het geding. Het homopaar beroept zich op het recht niet gediscrimineerd te worden, de bakker op de vrijheid van godsdienst. Maar ook de vrijheid van meningsuiting staat ter discussie: kunnen klanten een bakker dwingen een taart te maken voor een huwelijk dat hij afkeurt?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer