Jihadisten opsporen vanachter de pc
IS-strijders kidnappen de Koerdische journalist Masoud Aqil en houden hem negen maanden vast. Na een gevangenenruil komt hij vrij en vlucht hij naar Duitsland.
Spoedig ontdekt hij dat sommige van zijn kwelgeesten ook de weg naar zijn nieuwe vaderland hebben gevonden. Ze kwamen mee met de vluchtelingenstroom. „Jihadisten zijn overal. Ze zijn onder ons”, schrijft Aqil (1993) in ”De jongen die tegen IS strijdt”. De titel verwijst naar hemzelf. Zat IS vroeger achter hem aan; nu zijn de rollen omgedraaid. Vanachter zijn laptop spoort hij „IS-soldaten” op en geeft ze aan bij de Duitse inlichtingendiensten.
Eind 2015 hoort de Koerd voor het eerst dat er mogelijke IS-terroristen vanuit het kalifaat naar Europa zijn gekomen. Een kennis uit Erbil, in Iraaks Koerdistan, attendeert hem erop dat een uit Raqqa –de voormalige, zelfbenoemde hoofdstad van IS– afkomstig lid van Al-Nusra in Duitsland is gaan wonen. Aqil, journalist van beroep, vindt op sociale media al snel het profiel van de man. „In zijn Facebookposts noemde hij ook de stad waar hij inmiddels woonde. Al zijn berichten draaien om de jihad. Zo schreef hij: „Het geweer is het parfum van de jihadisten.””
Posts over jihad
Aqil woont op dat moment nog maar net in Duitsland, zijn nieuwe vaderland. Hij streek daar met zijn moeder neer na een lange reis vol ontberingen over de Balkan. Eerder was de oversteek vanaf Turkije naar Griekenland met een bootje mislukt. De Koerd probeert in Duitsland een nieuw bestaan op te bouwen na negen maanden vreselijk te hebben geleden in verschillende IS-gevangenissen.
Tijdens een van zijn „talloze slapeloze nachten” in een opvangkamp in Duitsland schiet het telefoontje van die kennis hem weer te binnen. „Ik stond op en zette mijn notebook aan. Zijn Facebookpagina was nog actief en ook de posts over de jihad en Al-Nusra zag ik staan. Wat een onnozele, stomme ezels, dacht ik. Ze woonden nu wel in Duitsland, maar iedereen die Arabisch sprak, kon hen vinden.”
Kalasjnikov
De journalist geeft de man de bijnaam „de Poëet” en bewaart de screenshots van zijn berichten op zijn laptop. Na nachtenlang internet afstruinen, vindt hij tot zijn schrik posts met IS-propaganda van tientallen andere „islamisten” in Duitsland. Via voormalige celgenoten en leiders van Koerdische milities bemachtigt hij nieuwe feiten en gegevens over IS-strijders die vermoedelijk naar Europa zijn afgereisd. „Daar waren figuren bij die ik in de gevangenissen was tegengekomen: daders, terroristen. Het was een grote schok om vast te stellen dat sommigen van mijn kwelgeesten uit Syrië zich nu in Europa ophielden.”
Een van die kwelgeesten, nota bene afkomstig uit zijn geboorteplaats Qamishlo in Noord-Syrië, blijkt in Duitsland te wonen. Uit foto’s van de man waarop hij poseert naast IS-strijders met een kalasjnikov in zijn handen blijkt overduidelijk dat hij een IS-sympathisant is. Vroeger woonde hij een paar huizen verderop, nu in het zuiden van Duitsland. Met een bevriende journalist –die voor weekblad Der Spiegel werkt– pakt hij de trein naar de stad van de man. Na een dag posten bij het opvangcentrum weet hij zeker dat het hem is.
Als de volgende dag de man voor het opvangcentrum een sigaret gaat roken, stapt de Duitse journalist op hem af en stelt hem twee vragen. „„Kom jij niet uit Qamishlo?” „Ja”, antwoordde de man met het litteken zachtjes en enigszins gesmoord. „Hoe weet jij dat?” Hij haalde nog een sigaret uit het pakje maar stak die niet op. Hij wachtte af. (…) „Ben je ooit lid geweest van IS?” „Bullshit!” zei hij grimmig, en woedend smeet hij de sigaret op de grond. Zijn handen trilden en hij stak ze haastig in zijn broekzakken.”
Moordenaars
Aqil stapt met alles wat hij weet over de man en andere IS-leden en -aanhangers in Duitsland naar de autoriteiten. Al snel ervaart hij dat „een democratische rechtsstaat zijn grenzen kent. (…) Een litteken en een vluchteling als getuige zijn niet voldoende voor een aanklacht of veroordeling. De rechercheurs vertelden me dat ze de afgelopen maanden meer dan dertig van zulke tips hadden onderzocht. Slechts een van de verdachten werd uiteindelijk opgepakt. Ook de man met het litteken mocht gewoon in Duitsland blijven. Op zijn laptop en smartphone, hoorde ik, hadden de veiligheidsdiensten niets verdachts aangetroffen. Ze konden hem in de gaten houden, meer niet. Dat gebeurt in elk geval.”
Wat de Duitse autoriteiten verder met zijn informatie hebben gedaan, weet Aqil niet. Hij hoopt dat meer landgenoten van hem die nu in Duitsland wonen zijn voorbeeld volgen. „De ideologie van de jihad moet uit deze wereld worden verbannen. En iedereen kan daaraan bijdragen: de vluchtelingen, alle leden van moskeeën en moslimverenigingen en ikzelf. Als ik de Duitse instanties kan helpen deze moordenaars onschadelijk te maken, dan zal ik dat doen.”
Doorspelen
Het boek ”Dubbel leven. Achter de schermen van Staatsveiligheid en IS” vertelt een verhaal dat parallellen vertoont met ”De jongen die tegen IS strijdt”. Ook dit boek is grotendeels autobiografisch en beschrijft eveneens hoe een individu de strijd aanbindt met –de ideologie van– IS. Nog een gelijkenis: de auteurs van beide boeken moeten op hun hoede zijn voor represailles van extremistische moslims.
De in een Palestijns vluchtelingenkamp in Jordanië geboren maar in België opgegroeide Montasser AlDe’emeh (1989) vertelt erin hoe hij –online én offline– contacten aanknoopt met radicaliserende jongeren in België. Het meest opzienbarend is zijn verblijf van twee weken in Syrië, bij Vlaamse en Nederlandse jihadisten. Hij gaat daarheen om voor zijn promotieonderzoek naar westerse Syriëstrijders veldwerk te doen. Voor Staatsveiligheid –de Belgische AIVD– blijft dat niet onopgemerkt. Enkele weken na zijn terugkeer krijgt AlDe’emeh een briefje in de bus met het verzoek contact op te nemen met „een zekere K., inspecteur bij de Veiligheid en Staat.”
De Palestijnse Belg schaakt op verschillende borden. Naast zijn werk als onderzoeker richt hij een kenniscentrum op. Moslims die in de ban zijn geraakt van de jihadistische ideologie en teruggekeerde jihadisten die niet gerechtelijk zijn vervolgd, kunnen daar terecht om hun verhaal te doen. Ook ouders van radicaliserende moslimjongeren en jihadisten kloppen aan. Verder laat AlDe’emeh zich in opiniestukken en interviews vaak kritisch uit over hoe Belgische politie- en veiligheidsdiensten omgaan met radicalisering. „Dat soort uitspraken maakte me populair onder jihadisten en zorgde ervoor dat ze me minder zouden verdenken van een band met de overheid.”
Veroordeeld
De bezigheden van AlDe’emeh leveren een schat aan informatie op over jihadisten binnen en buiten België. Alle gegevens die voor Staatsveiligheid van belang zijn –onder meer ophanden zijnde aanslagen en bewijs van misdaden van teruggekeerde Syriëgangers– speelt de informant door.
Aan de samenwerking met Staatsveiligheid komt abrupt een eind nadat AlDe’emeh een „inschattingsfout” maakt. Hij geeft aan „een van de drijvende krachten van de radicale beweging The Way of Life” een bewijs af dat hij met succes een deradicaliseringscursus heeft gevolgd, hoewel hij de persoon in kwestie nooit heeft gezien. De reden dat hij dit doet, is naar eigen zeggen dat hij daarmee het vertrouwen van deze persoon wil winnen. Zo hoopt hij hem later relevante informatie te kunnen ontfutselen.
Twee maanden later licht de politie AlDe’emeh van zijn bed op verdenking van valsheid in geschrifte. Enkele dagen later vertelt Staatsveiligheid hem dat ze de samenwerking met hem stopzetten. Als reden krijgt hij te horen dat hij niet tegen de onderzoeksrechter had mogen zeggen dat hij voor de Staatsveiligheid werkte.
Na een lang proces veroordeelt het Antwerpse hof van beroep AlDe’emeh in september 2017 definitief voor valsheid in geschrifte. Hij krijgt een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een boete van 600 euro.
Pamflet
„Sommige boeken ter hand nemen kan gevaarlijk zijn”, waarschuwt prof. Rik Torfs op de achterkant van de Vlaamse uitgave. „De kans bestaat dat u tot het einde door blijft lezen, ondertussen maaltijden overslaand en uw sociale contacten verwaarlozend. Montasser AlDe’emeh schreef zo’n boek.”
Het lezen van ”Dubbel leven” geeft wel een bijsmaak. AlDe’emeh lijkt erg impulsief en theatraal. Regelmatig vraag je je als lezer af of je wel het volledige verhaal hoort en wie er gelijk heeft. Op verschillende momenten in het boek blijkt dat de Palestijnse Belg het niet altijd even nauw neemt met de waarheid. Hoewel de aard van zijn werk dat met zich meebrengt, had hij soms ook andere keuzes kunnen maken. Iets meer zelfkritiek had het boek sterker gemaakt.
De waarschuwing van Torfs geldt ook voor ”De jongen die tegen IS strijdt”. Naast deel drie, waarin hij onder meer zijn digitale opsporingspraktijken beschrijft, zijn ook de delen over zijn gevangenschap en vlucht naar Duitsland zeer de moeite van het lezen waard.
Het laatste deel doet afbreuk aan het boek. Aqil analyseert daarin de problemen die Europa heeft met jihadisten. Dit is erg subjectief en heeft soms het karakter van een pamflet. Het boek als geheel had strakker kunnen worden geredigeerd. Nu zijn enkele passages wel erg uitvoerig opgeschreven.
Door zijn verhaal te vertellen, hoopt de atheïstische Koerd Europeanen en vooral andere vluchtelingen te inspireren. „Als wij ons allemaal van die geweldplegers distantiëren, onze kennis bundelen en samen in actie komen, kunnen we de terroristen misschien verslaan.”
Boekgegevens
Dubbel leven. Achter de schermen van de Staatsveiligheid en IS, Montasser AlDe’emeh; uitg. Lannoo, Tielt, 2018; ISBN 978 94 014 5083 6; 256 blz.; € 22,99; De jongen die tegen IS strijdt, Masoud Aqil; uitg. HarperCollins, Amsterdam, 2018; ISBN 978 94 0270 0497; 320 blz.; € 17,99.