Latere start maatschappelijke diensttijd
Jongeren kunnen pas vanaf midden volgend jaar maatschappelijke diensttijd vervullen, en niet zoals gepland vanaf komend najaar. Wel is het de bedoeling dat over een paar maanden de eerste proefprojecten beginnen met het vrijwilligerswerk.
Veel jongeren zijn nog helemaal niet overtuigd van nut en noodzaak van de diensttijd, laat verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis weten. Volgens hem vrezen ze dat hun studie wordt vertraagd of dat ze geen tijd meer hebben voor bijvoorbeeld een bijbaantje.
Om deze zorgen weg te kunnen nemen en de diensttijd aantrekkelijk te maken, is het belangrijk om samen met jongeren op te trekken bij de vormgeving en verdere uitwerking, aldus Blokhuis. Het kabinet ziet de diensttijd als „bijdrage aan onze samenleving”, waarbij jongeren in aanraking komen met medeburgers met wie ze anders niet te maken zouden krijgen. Het moet ook helpen hun talenten te ontplooien.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is een fel tegenstander van de maatschappelijke diensttijd. „De maatschappelijke diensttijd schept totaal ten onrechte het beeld dat jongeren lui en niet maatschappelijk betrokken zijn, terwijl de helft van de jongeren zich al inzet als vrijwilliger”, aldus ISO-voorzitter Rhea van der Dong. „Zij zien een maatschappelijke diensttijd helemaal niet zitten. Het kabinet lijkt hier doof voor, en zet dit dure en onnodige plan gewoon door.”
De studentenorganisatie maakt zich ook zorgen over de prestatiedruk onder jongeren. Van der Dong: „Jongeren moeten tegenwoordig al zoveel en voelen al zoveel prestatiedruk en keuzestress. In plaats van daar nog eens een schepje bovenop te doen, zou het kabinet daar iets tegen moeten doen.”