Wie hart heeft voor tieners begrenst hun smartphonegebruik
Door een stapsgewijze introductie, met heldere grenzen en de steun van beschermende software, leren tieners hun smartphone verantwoord te gebruiken, betoogt Steven Middelkoop.
„Have smartphones destroyed a generation?” (Hebben smartphones een generatie verwoest?) Dat is de alarmerende vraag die prof. Jean M. Twenge stelt in een publicatie over jongerengedrag. De vraag komt voort uit 25 jaar onderzoek.
Tot 2012 vertoonden de ontwikkelingen vloeiende lijnen, maar in de afgelopen vijf jaar zag Twenge het beeld drastisch veranderen. Dit hangt samen met het feit dat meer dan 50 procent van de tieners in Amerika een smartphone kreeg.
Prof. Twenge (46, moeder van drie dochters) doceert psychologie aan de universiteit van San Diego. Zij vernoemde de huidige generatie jongeren naar hun populairste telefoon, de iPhone. Vandaar de aanduiding ”iGen”. Deze jongeren kregen toegang tot de online werkelijkheid via een toestel dat zij overal mee naartoe kunnen nemen. Het veranderde hun gedrag en welbevinden.
Alleen en thuis
Uit het onderzoek van Twenge blijkt dat tieners minder de deur uitgaan en zich vaker down voelen dan vroeger. Zij voelen zich veiliger in hun eigen slaapkamer dan in een auto of op een feestje. Ze raken dan ook minder vaak betrokken bij een auto-ongeluk en tonen minder belangstelling voor alcohol.
Ook daten tieners minder vaak dan de generaties voor hen. In Amerika had 56 procent van iGen-jongeren een eerste date gedurende de highschool-senior-periode. Bij de generaties daarvoor was het percentage 85. Het goede nieuws is dat zij tevens gemiddeld een jaar later voor het eerst seksuele gemeenschap hebben dan hun voorgangers.
Tieners hoeven voor sociale contacten niet naar buiten; die spelen zich grotendeels af via hun smartphone. Ze zitten dus vaak met hun telefoon in hun kamer, alleen.
Deze jongeren ondernemen minder met leeftijdsgenoten dan eerdere generaties. De hoeveelheid dagelijkse activiteiten met vrienden liep tussen het jaar 2000 en 2015 met 40 procent terug. Ze ontmoeten elkaar nu vaak online.
Het onderzoek van Twenge laat een verband zien tussen een toename van de schermtijd en een toename van depressieve gevoelens en eenzaamheid, met name sinds 2013. Tieners die ’s avonds in bed hun smartphone gebruiken, slapen minder lang dan nodig is voor hen. Welke factoren spelen hierin een rol?
Idols
In de eerste plaats is veel smartphonegebruik gewoontegedrag. Tieners grijpen ernaar bij het wakker worden. Om te kijken hoe laat het is, voor een WhatsApp-berichtje en voor wat likes. Dit herhaalt zich vervolgens op elk leeg moment van de dag.
Wie dit gedrag wil doorbreken, moet zichzelf een doel stellen. Hoeveel tijd per etmaal online rondzwerven is nodig? Welke dagdelen liever niet?
Houd dit bij met een accountability-app en deel het met een gezinslid. Een gezin met opgroeiende kinderen kan hier een groepsdoel van maken. Bijvoorbeeld door wekelijks de uitslagen te delen in de gezins-app. Koppel er gerust een (gezins)beloning aan vast.
Veel smartphonegebruik is in de tweede plaats verdovend gedrag. Het vult de lege ruimte tussen activiteiten. Vandaar dat tieners massaal de smartphone gebruiken in het openbaar vervoer, op de bank en voor het slapen gaan. Vegend zwerven tieners langs nieuwsberichten, foto’s en games. Het vult tijd maar bevredigt niet.
Bij tieners heeft veel smartphonegebruik ten derde tevens de functie van een afgod. Het is voor hen een tastbaar instrument waar ze hun vertrouwen op stellen. Via deze idol zijn ze verbonden met de wereld die hen omringt én hen overstijgt. Het is ook een middel om een leegte op te vullen. Velen kunnen daarom niet zonder.
Verootmoediging
Smartphonegebruik is dus een toonbeeld van geestelijke leegte. We vullen de tijd met zaken die niet werkelijk vervullen. Daarmee is het middel niet verwerpelijk, maar kan het gebruik ervan wel een destructieve uitwerking hebben.
Zoals in heel deze wereld is er ook binnen de vloed aan onlinecommunicatie een geestelijke strijd gaande. De smartphonediscussie brengt aan de oppervlakte wat onder de waterlijn reeds aanwezig was. Geestelijke leegte die aanzet tot verdoving. Dat is bij tieners niet anders dan bij volwassenen.
Voor alles zet dit aan tot verootmoediging. Tot het uitstorten van het hart, met heel de geestelijke leegte die wij omdragen, voor de Heere. Dan wordt het cultiveren van verslaving en verdoving tot schuld. Onrustig is het hart tot het rust vindt in God. Alleen genade om Christus’ wil kan geestelijke leegte vervullen. Dan is de smartphone geen verdovend doel in zichzelf, maar slechts een handig hulpmiddel.
Grenzen en gesprek
Wie jonge tieners een smartphone in handen geeft, is daarna veelal overgeleverd aan de willekeur van het ongereguleerde puberbrein. We overvragen jongeren daarmee. Laten we kiezen voor stapsgewijze introductie van de smartphone, met heldere grenzen. De tieners leren hun smartphone (net als volwassenen) met vallen en opstaan gebruiken. Dit vraagt om transparantie, gesprek en begrenzing. Daarbij zijn ouders aan zet.
Software kan dit proces ondersteunen. We kunnen bescherming en regulering niet langer volkomen uitbesteden aan technische tools. Het zijn echter wel noodzakelijke hulpmiddelen. Om daarmee vanuit onderlinge transparantie het gesprek aan te gaan. Over afgoden, grenzen en echt contact.
De auteur is programmamanager bij Yona Foundation.