Jongere heeft een oprecht rolmodel nodig
Jongeren en hun opvoeders in reformatorisch Nederland staan voor een uitdaging, stelt promovenda Anne-Marije de Bruin-Wassinkmaat. „Het is beter om te spreken met jongeren in plaats van over hen. En een goede begeleiding is van belang.”
De Bruin, promovenda aan de Protestantse Theologische Universiteit, gaf zaterdag tijdens de achtste netwerkdag van het Dutch Biblebelt Network, die via YouTube werd uitgezonden, meerdere pedagogische adviezen aan ouders. Het is volgens haar belangrijk dat ouders hun kinderen stimuleren om vragen te stellen. En dat een opvoeder het eerlijk durft te zeggen als hij of zij het antwoord op een vraag niet weet.
De Bruin werkt aan een onderzoek waarvoor ze interviews heeft gehouden met achttien twintigers die in een reformatorische omgeving zijn opgegroeid. Ze ging in haar lezing in op de manier waarop twee groepen jongeren zich binden: respectievelijk degenen die zich binden aan zichzelf en degenen die zich binden aan het vertrouwen op God.
„Bij de eerste groep gaat het om wat zij willen en belangrijk vinden”, aldus De Bruin. „Zij vertonen rebellerend gedrag, wat vervolgens onderdeel wordt van een niet-christelijke levensstijl.” De jongeren uit de groep die zich bindt in het vertrouwen op God, „geven zich over aan God en hebben daarmee een bepaalde ontspannenheid.” Zo gaf een respondent aan dat „het plan van God met haar leven” al vastligt. „Zij zien God als Vader Die nauw op hen betrokken is. Ze zijn actief in kerkgang, gebed en Bijbelstudie om de relatie met Hem te onderhouden.”
Oprechtheid
De Bruin wees erop dat ”millennials”, de jongeren in deze tijd, gericht zijn op authenticiteit. Dat sloot aan bij wat Anneke Pons-de Wit, promovenda godsdienstsociologie aan de Katholieke Universiteit (KU) Leuven, in haar lezing concludeerde. „Gelovigen” haken volgens Pons niet zozeer af door het stellen van kritische vragen, maar eerder als de woorden en daden van rolmodellen niet met elkaar overeenstemmen. „Er is dus een toenemend belang van de oprechtheid van rolmodellen.”
Het stellen van kritische vragen leidt bij „gelovigen” juist tot „herbronnen.” Pons: „Het vanzelfsprekend aannemen raakt uit de mode en kritisch nadenken wordt meer de norm.”
De reflexiviteit leidt tot purificatie, aldus de sociologe. „Tradities worden dan minder belangrijk dan de beginselen die daaraan ten grondslag liggen. Het gaat dan om de essentie.” Een respondent in haar onderzoek wees op het zingen van psalmen: hij vond dat belangrijk, maar concludeerde op basis van Psalm 150 dat dat net zo goed met een gitaar of piano kan gebeuren als met een orgel. „ Ook worden de overtuigingen en levenspraktijk meer in overeenstemming gebracht met de grondbeginselen van het eigen wereldbeeld.” Zo gaven respondenten aan dat zij op een bepaald moment braken met onder meer het luisteren naar popmuziek.
Standbeeld
Prof. dr. Maarten Kater, hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), hield een lezing over ”Het Woord- en werkelijkheidsgehalte van de bevindelijke gestalte”. Hij wees op de geschiedenis van Zacheüs in Lukas 19. „Als we Zacheüs voordat hij in de boom zit van alles laten beleven, hebben we daar een heel concept voor dat hoort bij die bevindelijke gestalte. Dan past Zacheüs op een gegeven moment in het frame dat wij gemaakt hebben.”
Theologisch gezien wordt de gestalte dan „meer iets van een standbeeld waar het leven uit is”, aldus prof. Kater. „Waarom zou het niet verademend zijn dat deze man door een bepaalde nieuwsgierigheid gelokt wordt uit zijn huis? Dan gaat het gewoon over het dagelijks leven. En dan gaat het er helemaal niet om hoe Zacheüs in de boom gekomen is, maar juist om hoe hij eruit gekomen is.”
Met een verwijzing naar kerkhervormer Johannes Calvijn wees prof. Kater erop naar wat als de bevindelijke gestalte gezien moet worden: dat God zo is als Hij Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft. Dat leidt tot spanning tussen geloofskennis en ervaring. Maar dat maakt het juist alleen maar echter en levendiger.”
Biblebelt Lezing
Martha Visscher-Houweling, promovenda religiegeschiedenis aan de VU, hield een lezing over de tale Kanaäns. De dag werd afgesloten door emeritus hoogleraar medische geschiedenis prof. dr. Mart van Lieburg, die de vierde Biblebelt Lezing uitsprak.
De tekst van de lezing van Martha Visscher en de Biblebelt Lezing door prof. Mart van Lieburg verschijnen maandag 9 november op de opiniepagina’s in het Reformatorisch Dagblad.