De SGP moet rechts-populistische partijen, meer nog dan zij nu doet, beschouwen als bondgenoten, vindt WI-medewerker Hans van de Breevaart. „Landelijk zie ik liever een coalitie van VVD, CDA, FVD en SGP dan een combinatie waarin ook de ChristenUnie figureert.”
Van de Breevaart, in dienst van het Wetenschappelijk Instituut (WI) van de SGP, schreef zijn visie op in zijn boek ”Concurrent of bondgenoot?”, uitgegeven bij De Banier. Maandagavond wordt het gepresenteerd. Op een debatbijeenkomst die digitaal te volgen is, zullen ondernemer Cor Verkade (SGP’er en sympathisant van het populisme) en Gertjan Schutte (criticus van het cultuurchristendom) de degens kruisen.
Van de Breevaart (49) realiseert zich dat zijn partij, in vergelijking met andere, al een heel open houding hééft tegenover FVD en PVV. „In Zuid-Holland waren we in 2019 een eind op weg een coalitie te vormen met onder meer FVD. Tot de ChristenUnie de stekker eruit trok.”
Maar het kan beter. „Ook binnen de SGP wordt de beeldvorming over populisme nog te vaak bepaald door wat de mainstream media erover zeggen. En dat is weinig goeds: populistische partijen vormen een bedreiging van onze rechtsorde. Daarmee doe je die partijen echter onrecht. De afkeer die veel christenen van PVV en FVD hebben, heeft voor een belangrijk deel te maken met hun stijl van politiek bedrijven.”
Begrijpelijk. De stijl van populisten is niet zelden polariserend en grof.
„Jawel, maar als ik tijdens mijn onderzoek ergens meer begrip voor heb gekregen, is het voor de stijl van deze politici. Jarenlang is onvrede onder de bevolking over allerlei thema’s, zoals migratie, door de politieke elite genegeerd. Om zulke onderwerpen toch op de agenda te krijgen, is gebruik maken van een polariserende stijl onvermijdelijk.
Op dit punt moeten bestaande partijen, ook de mijne, in de spiegel durven kijken. Polariseren is niet bij voorbaat onchristelijk. Kuyper deed het volop, ds. Kersten was er niet vies van. En de oudtestamentische profeten stonden bepaald niet bekend om hun diplomatieke taalgebruik.
Later is de SGP gouvernementeler geworden. Zeker ook onder Kees van der Staaij. Maar als je kritiek op het asielbeleid, het milieubeleid, het individualisme of de genderideologie, te beschaafd verwoordt, dringt het niet door. Niet bij de progressieve elite en niet bij kiezers. Zo hebben traditionele partijen een gat laten vallen waar Wilders en Baudet in sprongen.”
Had een confronterender stijl van de SGP de opmars van Wilders kunnen voorkomen?
„Zover ga ik niet. Wel had ook de SGP de achterliggende jaren een blinde vlek voor geluiden van onvrede en verontwaardiging onder het volk, waarschijnlijk omdat die geluiden kwamen uit groepen die niet tot eigen achterban behoorden.
Maar wil je als politieke partij onrecht aan de kaak stellen, onrecht dat in de breedte van de samenleving geleden wordt –en volgens mij moet je dat willen–, dan zul je vaker de confrontatie moeten zoeken. Roelof Bisschop doet dat goed, Elbert Dijkgraaf was er ook bedreven in.”
Nu van de stijl naar de inhoud. Van der Staaij zei in een debat: het cultuurchristendom is als een bos bloemen in een vaas: mooi ogend, maar zonder wortels en snel verwelkend.
„Ik vond dat niet zijn sterkste moment. Ik zou zeggen: laten we oppassen voor zelfgenoegzaamheid over ons eigen geloofsleven. Zijn wíj dan nog echt geworteld? Zuigen wij voedingsstoffen uit de bodem van onze traditie nog voldoende op? Bovendien moeten we er oog voor blijven houden dat Gods genade breder is dan het particuliere terrein. We kennen toch het leerstuk van de algemene genade? Veel Bijbelse waarden worden nog best breed gedragen in onze samenleving. Ook zonder een persoonlijke relatie met God is het mogelijk die waarden tot op zekere hoogte te erkennen.”
Het christelijk gehalte van PVV en FVD valt toch enorm tegen?
„Ik geef toe: zij tolereren in veel sterkere mate meningen en leefwijzen die afwijken van de christelijke. Maar in tegenstelling tot liberalen en socialisten hebben zij wel degelijk oog voor de waarde van het gezin en voor belang van het maatschappelijk middenveld. Dat geeft raakvlakken en mogelijkheden tot samenwerking.
Terecht wil de SGP het kwaad niet tolereren. Maar juist daarom zou ik ook SGP’ers wel eens wat meer willen horen over homo’s die mishandeld of gepest worden. Dan is de menselijke waardigheid van betrokkenen in het geding. Als mijn partijgenoten vaker tegen hen zouden zeggen: „Kom maar bij ons in de straat wonen”, zou het onderscheid tussen gereformeerden en tribale moslimculturen helderder worden. Daarmee maken we duidelijk dat het volstrekt onterecht is om SGP’ers nog langer voor ”poldertaliban” uit te maken.”
De SGP heeft meer affiniteit met rechtse populisten dan met PvdA of VVD?
„Jazeker. Wat mij betreft zelfs meer dan met de ChristenUnie, een partij die ten aanzien van migratie of klimaat al te snel de kant van linkse partijen kiest. Ik zou een coalitie van VVD, CDA, FVD en SGP beter zien zitten dan een variant waarbij de ChristenUnie betrokken zou zijn.”
In navolging van populisten voert ook u in uw boek een pleidooi voor referenda. Een flinke breuk met de SGP-traditie.
„Ik pleit daarvoor omdat ik zie dat er te veel dingen gebeuren die kiezers niet willen. Zo draagt de overheid te gemakkelijk bevoegdheden over aan Europa; een zaak waar Kees van der Staaij terecht een dam tegen op wilde werpen. Wat helaas strandde in de Senaat. Maar als de kiezer te vaak buitenspel staat, moet je andere wegen zoeken. Referenda hoeven mijns inziens de representatieve democratie niet te ondergraven, maar kunnen die juist beter laten functioneren. Ook is het echt niet zo dat bij een beperkte introductie van referenda het volk de macht krijgt. Burgers krijgen slechts de mogelijkheid „ho, stop” te roepen. Daarom zouden we, wat mij betreft, als SGP ons standpunt over bepaalde staatsrechtelijke vernieuwingen moeten herzien.”