EU noemt uitspraken Erdogan over Macron onacceptabel
EU-buitenlandchef Josep Borrell heeft uitspraken van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan over de Franse president Emmanuel Macron als „onacceptabel” veroordeeld. Borrell riep Turkije in berichten op Twitter op „te stoppen met deze gevaarlijke neerwaartse spiraal van confrontatie”.
Erdogan trok zaterdag de psychische gezondheid van Macron in twijfel en herhaalde zijn woorden zondag nog eens. De Turkse president kan zich niet vinden in de manier waarop zijn Franse ambtgenoot over de islam praat. Macron is „de weg kwijt” en is „de hele dag bezig over Erdogan”, stelde de Turkse president zondag.
Een woordvoerder van Macron noemde de opmerkingen van Erdogan zaterdag al onaanvaardbaar. Hij sprak van „buitensporigheid en onbeschoftheid”.
Volgens buitenlandchef Borrell is de Europese Unie bereid om de al langer verstoorde relatie met Turkije te verbeteren, maar is daarvoor wel „politieke wil” van de Turkse regering vereist om zich te richten op de „positieve agenda” van de EU. Als Turkije dat niet doet, zal het land „nog verder geïsoleerd raken”, aldus Borrell.
Macron heeft zich na de moord op de Franse docent Samuel Paty door een moslimextremist fel uitgesproken tegen radicalisme en voor secularisme. Hij benadrukte dat de vrijheid van meningsuiting ook inhoudt dat mensen de profeet Mohammed in spotprenten mogen afbeelden. Op Franse overheidsgebouwen werden vrijdag dergelijke cartoons geprojecteerd. Paty werd vermoord omdat hij spotprenten van de profeet had besproken en getoond in zijn les. Macron had overigens al voor de moord op de leraar aangekondigd dat hij islamitisch radicalisme krachtiger wilde tegengaan.
Intussen groeit ook in andere islamitische landen onvrede over Macrons opstelling. Op sociale media verschijnen oproepen tot een boycot van Franse producten en in landen als Koeweit en Qatar hebben sommige winkeliers al de daad bij het woord gevoegd.
Het Jordaanse ministerie van Buitenlandse Zaken toonde zich ook kritisch over „de voortdurende publicatie van karikaturen van de profeet Mohammed, onder het voorwendsel van vrijheid van meningsuiting”.