Hulpverleningsinstanties: Beschuldiging homogenezing onjuist
Verschillende (kerkelijke) organisaties liggen onder vuur omdat ze aan homogenezing zouden doen. Wat is de achtergrond van deze ophef? En is er daadwerkelijk sprake van genezingspraktijken? „Het is zorgelijk dat hulpverlening die zich fundeert op de Bijbel het label homogenezing krijgt opgeplakt.”
Geloven dat het mogelijk is van geaardheid te veranderen. Dat is de gedachte achter conversietherapie, ook wel homogenezing genoemd. Vorige week kwamen de evangelische gemeente De Deur en reformatorische organisaties De Vluchtheuvel en Schuilplaats negatief in het nieuws in het Algemeen Dagblad omdat ze op een verkeerde manier zouden omgaan met mensen die hulpvragen hebben rond homoseksualiteit. De beschuldiging: ze zouden homoseksualiteit zien als iets waarvan je kunt genezen. Mogelijk raken de organisaties zelfs hun ANBI-status kwijt.
Volgens Rik van Groningen, directeur-bestuurder van De Vluchtheuvel, is de berichtgeving in onder andere het AD „pertinent onjuist. De journalist die het artikel schreef, deed onderzoek naar de acceptatie van homoseksualiteit in christelijke kring en stelde daar een paar vragen over. Uiteindelijk zijn een paar zinnen van dit interview opgenomen in een reportage over homogenezing, in een heel andere context dus, waardoor de foutieve indruk werd gewekt dat we aan homogenezing doen.”
Van Groningen noemt het opvallend dat een heel aantal politici en partijen alles uit het artikel zomaar voor waar aanneemt. „Ze baseren er hun beleid op, zonder feiten te controleren. Er zijn gelijk Kamervragen gesteld.”
Onderzoek
Het onderwerp homogenezing ligt al langer onder een vergrootglas in de Tweede Kamer. In 2019 pleitte een Kamermeerderheid voor een verbod op deze conversiepraktijken. Minister De Jonge werd via een motie verplicht om onderzoek te doen naar de vraag of er in Nederland homogenezingsbehandelingen worden aangeboden. Onderzoeksbureau Bureau Beke ging hiermee aan de slag.
Er ontstond al snel onrust over de manier waarop het bureau het onderzoek uitvoerde. Zo kregen kerkelijke organisaties vragenlijsten toegestuurd waaruit bleek dat het bureau geen kennis had van de kerkelijke wereld. Ondanks bezwaren werd de enquête opnieuw uitgezet. In mei 2020 kwamen de eerste resultaten openbaar in het voortgangsrapport ”Voor de verandering”. Volgens het rapport telt Nederland nog ongeveer vijftien therapeuten en organisaties die homoseksuelen proberen te genezen.
In het rapport omschrijven de onderzoekers conversietherapie als „praktijken die gericht zijn op een daadwerkelijke verandering van de niet-heteroseksuele gerichtheid.” Hierbij gaat het dus daadwerkelijk om het idee dat homoseksualiteit te genezen zou zijn.
Maar wat opvalt is dat ze de definitie breder trekken: ze zien het ook als conversietherapie wanneer er „praktijken plaatsvinden die gericht zijn op ontmoediging van het uitvoeren van seksuele gevoelens.” Met andere woorden: gesprekken waarin wordt aangegeven dat het praktiseren van homoseksuele gevoelens niet Bijbels is, of dat het huwelijk specifiek bedoeld is voor de relatie tussen man en vrouw.
Veiligheid
„Het gaat veel te ver om deze gesprekken onder conversietherapie te scharen”, zegt Herman van Wijngaarden van Hart van Homo’s, een stichting die zich richt op homoseksuele jongeren uit reformatorische en evangelische kerken. Hart van Homo’s wordt in het rapport genoemd als een organisatie die zich „min of meer” bezighoudt met conversietherapie. Een opmerkelijke vermelding, vindt Van Wijngaarden. „Op onze website staat expliciet dat we niet geloven in de verandering van homoseksuele gevoelens. Het klopt dat we aan jongeren de mogelijkheid voorhouden om als single door het leven te gaan. De visie van Hart van Homo’s is dat dit de Bijbelse weg is. Maar volgens de onderzoekers zou dat al betekenen dat we impliciet aan conversietherapie doen. Gewoon niet waar.”
Volgens hem melden jongeren zich vaak juist bij Hart van Homo’s aan omdat de organisatie zich niet richt op genezing van homoseksuele gevoelens, maar tegelijkertijd vanuit de Bijbel over homoseksualiteit wil spreken. „Deelnemers aan de Bijbelstudiegroepen kennen onze visie. Maar er is een verschil tussen een visie voorhouden en een mening opleggen. We bieden jongeren juist de ruimte om in alle veiligheid na te denken over hun homoseksualiteit. Ze mogen en kunnen hierover van mening verschillen.”
Bijbels spreken
Ook bij De Vluchtheuvel is „absoluut” geen sprake van conversietherapie, zegt directeur-bestuurder Van Groningen. „Het is zorgelijk dat hulpverlening die zich fundeert op de Bijbel en het Bijbelse spreken over seksualiteit als gezaghebbend beschouwt, het label homogenezing krijgt opgeplakt. We komen geregeld mensen tegen die zelf aangeven het Bijbelse spreken over seksualiteit te willen gehoorzamen. Er is veel moed voor nodig om hierin jezelf te verloochenen en de Heere na te volgen. Dat roept vragen op, waar wij begeleiding bij geven. Die begeleiding is niet gericht op verandering van de seksuele gerichtheid, maar veel meer op het leren leven met homoseksualiteit.”
Vooralsnog is het afwachten wat de concrete gevolgen zijn voor de organisaties die worden beticht van homogenezing. Minister De Jonge van Volksgezondheid moet de Kamer nog een officiële reactie sturen op het onderzoeksrapport. Ondertussen gaat staatssecretaris Vijlbrief van Financiën een onderzoek instellen naar de ANBI-status van organisaties als De Vluchtheuvel en Schuilplaats.