Het kon niet uitblijven: met een ruk trok het kabinet dinsdag de teugels aan. Het beleid werd strenger en eenvormiger. Dat is nodig voor de bestrijding van Covid-19. Maar ook om andere redenen.
Het was dinsdag best opvallend. Op de vooravond van zijn tiende verjaardag als premier brak Rutte min of meer met zijn eigen liberale wereldbeeld. Jarenlang had hij uitgedragen dat de overheid burgers niet moet betuttelen, maar hun maximaal de ruimte moet geven hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. En dat doen die burgers dan heus wel, betoogde hij keer op keer.
Ook in de coronacrisis hield hij dit axioma lang vol. Te lang, erkende hij woensdag in de Kamer. Van het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van mensen had hij te veel verwacht. Bij nader inzien hebben burgers toch grote behoefte aan regels en duidelijkheid, gaf Rutte toe.
Nu geen quasi-sociologische beschouwingen meer over onze volksaard, die niet van dwang houdt. Nee, nu zag hij in dat corona, ook hier te lande, alleen bestreden kan worden door eenduidig beleid. Streng en dirigistisch.
De ommezwaai van de premier kwam in een week met meer opmerkelijk nieuws. Eén: de NOS besloot om geen logo meer te voeren op satellietwagens. Te vaak krijgen journalisten en technici te maken met opgestoken middelvingers en scheldkanonnades en worden reportagewagens klemgereden. „Het is in korte tijd snel anders geworden”, zei hoofdredacteur Gelauff.
Twee: Kamervoorzitter Arib schreef een brief aan burgemeester Van Zanen. Of hij wat beter toezicht kan houden op het Plein, voor het Kamergebouw. Kamerleden ervaren de daar aanwezige coronademonstranten als „zeer intimiderend.” En bewindslieden moeten het gebouw soms langs ongebruikelijke, geheime uitgangen verlaten omdat de hoofdroute te onveilig is.
Drie: in een donderdag gepresenteerde dreigingsanalyse schrijft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, Aalbersberg, dat de maatschappelijke onrust sinds de corona-uitbraak is toegenomen. Steeds meer roert zich „een radicale onderstroom met extremistische gedragingen.” Veel burgers krijgen een korter lontje naarmate de pandemie langer duurt en meer van hen vraagt. Wat tram-, trein- en buspersoneel dan moet bezuren.
Grootste gemene deler van al dit nieuws: de samenleving verhardt. Nederland verandert in rap tempo. Het gemoedelijke sfeertje rond het Binnenhof, waar politici dagelijks onbekommerd komen aankuieren, en waar zij op een terrasje in gesprek gaan met burgers die hen herkennen? Nog even en we kunnen het op onze buik schrijven.
Door corona? Natuurlijk niet. De pandemie is hoogstens een aanjager van bestaande ontwikkelingen. Zij werkt als een vergrootglas en legt ‘ziekten’ van onze maatschappij onverhuld bloot.
Maar wat kan de politiek doen tegen deze trend van algehele verhuftering en toename van geweld? Niet veel.
Dit echter lijkt –in lijn met de les die Rutte woensdag trok– vast te staan: ook afgezien van corona is een losgeslagen samenleving gebaat bij strakkere en duidelijker regels. Elke goede opvoeder immers weet dat je een moeilijk kind niet helpt door het zo vrij mogelijk te laten, maar juist door het een helder kader te bieden: dit mag wel, en dat niet.
Punt uit.