Weer duizenden de straat op in Beiroet
Een jaar na het begin van de aanhoudende protesten tegen de regering zijn weer duizenden demonstranten de straat opgegaan in de Libanese hoofdstad Beiroet. Ze verzamelden zich zaterdag in het centrum van de stad met spandoeken en vlaggen. Bijna alle demonstranten droegen mondmaskers. De protestmars leidt naar de haven, waar de slachtoffers van de verwoestende explosie op 4 augustus worden herdacht.
Op 17 oktober 2019 kondigde het Libanese kabinet een reeks belastingen aan, onder meer op benzine, tabak en telefonie via gratis diensten als WhatsApp. Dit was bedoeld om de hoge staatsschuld van het land in te dammen. De daaropvolgende golf van protesten was in toenemende mate gericht tegen de politieke elite van het land. De demonstranten beschuldigden die van corruptie en wanbeleid en hielden haar verantwoordelijk voor de slechte economische situatie. Vorig jaar leidden de protesten tot het aftreden van premier Saad Hariri. Tot op de dag van vandaag gaan de demonstranten nog steeds de straat op.
„Een jaar lang zijn we de straat opgegaan en er is niets veranderd”, zei een demonstrant van in de zeventig. „Onze eis is de verwijdering van de corrupte politieke klasse die maar blijft strijden om posten en zetels, ondanks alles wat er in het land gebeurt.”
Libanon maakt al maandenlang een van de ergste economische crises in zijn geschiedenis mee. De coronapandemie en de verwoestende explosie in de haven van Beiroet hebben de situatie nog verder verslechterd.