Directielid DNB: Overgang naar nieuw pensioen heeft tijd nodig
Het zit er niet in dat het nieuwe pensioenstelsel al eerder dan het beoogde jaar 2026 kan worden ingevoerd. Dat denkt Olaf Sleijpen, directeur monetaire zaken bij De Nederlandsche Bank (DNB).
Sleijpen zei dat dinsdag tijdens een digitaal congres van verzekeringsmakelaar Aon. DNB houdt toezicht op pensioenuitvoerders en was daarom betrokken bij de totstandkoming van het Pensioenakkoord uit 2019 en de uitwerking daarvan, die in juni 2020 werd gepresenteerd.
Volgens Sleijpen kost het nu eenmaal tijd om het akkoord op een zorgvuldige manier om te zetten in wetgeving. Bovendien hebben de pensioenfondsen tijd nodig om met hun belanghebbenden (werkgevers en werknemers) te beslissen welke koers ze willen varen en die vervolgens om te zetten in beleid. „De vraag waar ze voor staan is wat ze kunnen doen om de overgangsperiode zo stabiel mogelijk te laten verlopen. Alle deelnemers hebben belang bij voorspelbaarheid.”
Oproep
Maandag riepen de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland en de grootste vakbond FNV in een opmerkelijke gezamenlijke verklaring op tot rust aan het pensioenfront. De drie organisaties willen dat het kabinet snel met een overgangsregeling komt voor de periode tot de invoering van het nieuwe pensioenstelsel. Zo hopen ze „onnodige kortingen” van pensioenen en verhoging van premies te voorkomen terwijl de oude regels nog van kracht zijn.
Die regels verplichten fondsen tot ingrepen als hun zogeheten dekkingsgraad zo laag wordt, dat ze niet aan hun langetermijnverplichtingen –de gegarandeerde pensioenuitkeringen– kunnen voldoen. Op dit moment zitten diverse pensioenfondsen in die gevarenzone. Maar in het nieuwe stelsel is geen sprake meer van gegarandeerde pensioenen, maar beweegt de hoogte van de uitkering mee met de economische ontwikkeling.
Sleijpen begrijpt de behoefte om verder te kijken dan volgend jaar. „Achter de schermen wordt daar volgens mij hard over gesproken”, zei hij. „Ik hoop op een goede oplossing.”
Volgens hem ligt er met het in juni uitgewerkte Pensioenakkoord „iets goeds” op tafel. „Het pakt een aantal problemen van het huidige pensioenstelsel aan. We moeten een keer verder. Laten we het gewoon uitvoeren.”
Feestje
Tijdens het congres bleek ook dat niet iedereen even tevreden is met het Pensioenakkoord. Volgens Herman Kappelle, directeur van verzekeraar Aegon Adfis en bijzonder hoogleraar fiscaal pensioenrecht aan de VU, worden 1,5 miljoen Nederlanders van wie het pensioen bij een verzekeraar is ondergebracht, benadeeld omdat de pensioenfondsen, waar 5,8 miljoen andere Nederlanders bij zijn aangesloten, in de problemen zitten. Ook Agnes Joseph, actuaris bij Achmea, sprak van „een feestje van de bedrijfstakpensioenfondsen.”
Bestuurder Niek Stam van FNV Havens wil dat er alsnog een regeling komt voor mensen met zware beroepen en mensen die in ploegendiensten werken, zodat die vervroegd met pensioen kunnen gaan.