Delina Bijlenga: Erkenning gebarentaal is erkenning van mijn cultuur
De kans is groot dat de Nederlandse Gebarentaal (NGT) volgende week erkend wordt als officiële taal. Een belangrijk moment voor de dove Delina Bijlenga.
„Heel blij” is Bijlenga (29) met het wetsvoorstel over de erkenning van de NGT, waar de Tweede Kamer dinsdag over stemt. De Zwolse, lerares op een school voor kinderen die slechthorend of doof zijn of een taalontwikkelingsstoornis hebben, raakte door een infectie negen maanden na haar geboorte doof.
Waarom is deze erkenning belangrijk?
„Dit betekent erkenning van onze taal en cultuur. Voor veel dove mensen is de NGT hun moedertaal. De oudere dove mensen mochten vroeger als kind op het dovenonderwijs niet gebaren. Ze kregen les in gesproken Nederlands en mochten alleen met hun stem spreken. Als ze toch gebaarden, werden ze gestraft. Voor deze mensen heeft de erkenning van de NGT vooral een emotionele waarde.”
Hoe belangrijk is deze taal voor u?
„Erg belangrijk, omdat het de eerste taal is waarin ik mij goed kan uitdrukken. Ik maak er elke dag gebruik van. Op mijn werk geef ik mijn lessen in de NGT. Met mijn vrienden en een aantal familieleden communiceer ik met gebaren. Kerkdiensten volg ik met de hulp van tolken. Als ik bid, vind ik het fijn om dat in mijn eigen taal te doen. De Bijbel lees ik gebarend. Zo komt een Bijbeltekst bij mij beter over.”
Veel Europese landen hebben gebarentaal al langer erkend. Loopt Nederland achter als het gaat om aandacht voor dove mensen?
„Ja, maar ook als het gaat om inclusie en toegankelijkheid. Ik hoop echt dat dit de komende jaren zal verbeteren.”
Wat gaat er met de erkenning concreet veranderen?
„Met de erkenning hebben we het recht om de NGT te gebruiken en informatie in gebarentaal aangeboden te krijgen. We zullen wel zelf actie moeten ondernemen om dingen te laten veranderen.”
Dankzij Irma Sluis, die tolkte op de coronapersconferenties van het kabinet, kwam er meer aandacht voor dove mensen. Op veel plekken wordt niet getolkt. Belemmert u dat?
„Ik regel altijd tolken als ik ergens iets wil of moet volgen. Maar op de stations hoor ik de omroepen niet die vertellen dat een trein niet komt. Pas maakte ik mee dat een trein niet kwam. Ik vroeg aan mensen wat er aan de hand was, maar dat bleek lastig met mondkapjes. Uiteindelijk heb ik het aan een conducteur gevraagd en die deed meteen zijn mondkapje af en vertelde mij hoe het zat. Heel fijn. Nog prettiger zou het zijn als dit soort informatie in gebarentaal op een scherm meegedeeld werd.”