Oppositie kritisch over Nationaal Groeifonds
Twintig miljard euro steekt het kabinet de komende vijf jaar in het aanjagen van de economische groei. De oppositie is kritisch: de nadruk ligt te veel op groei en geld, terwijl de klimaatcrisis om actie vraagt.
Prinsjesdag 2019: het kabinet meldt dat er een investeringsfonds komt om de economische groei aan te jagen. De coronacrisis zorgde voor vertraging, maar maandag was het dan zo ver. In wetenschapsmuseum Nemo in Amsterdam presenteerden de ministers Wopke Hoekstra (Financiën) en Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) het Nationaal Groeifonds. De komende vijf jaar trekt de overheid 20 miljard euro uit voor de financiering van projecten die bijdragen aan de economische groei. Het gaat om investeringen in kennis, infrastructuur en innovatie.
Volgens de ministers moet de economie harder en anders groeien om de welvaart de komende decennia te behouden. Concreet: om gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen te kunnen betalen en daarnaast geld over te houden voor de huishoudportemonnee.
De economische gevolgen van de coronapandemie maken volgens het kabinet nog eens extra duidelijk dat welvaart niet vanzelfsprekend is. Daar komen nog „andere uitdagingen” bij, zoals de vergrijzing, klimaatverandering en een lagere groei van de productiviteit. Volgens de ministers onderstreept dit alles het belang om in goede tijden buffers op te bouwen zodat er in slechte tijden kan worden geïnvesteerd in plaats van bezuinigd.
Voorstellen
Het Nationaal Groeifonds –ook wel het Wopke-Wiebes-fonds genoemd– is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen en niet voor terugkerende overheidsuitgaven. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de voorstellen die door ondernemers, bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen worden aangedragen en door ministeries worden gedaan. De minimumomvang van een investering bedraagt 30 miljoen euro. Een maximumbedrag is er niet. Nog in de huidige kabinetsperiode moeten enkele projecten via het fonds worden betaald.
De 20 miljard euro wordt op de kapitaalmarkt geleend. Op die manier wil het kabinet gebruikmaken van de historisch lage rentestand. Het kabinet wil zich met het fonds uit de crisis investeren, in plaats van bezuinigen zoals het geval was bij de financiële crisis.
Geld wordt pas beschikbaar gesteld na een positief advies van de commissie en een besluit van het kabinet. Bij de jaarlijkse Staat van de Economie maken de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Financiën voortaan de investeringsplannen bekend.
De reacties op het plan variëren. Werkgeversorganisaties spreken van een belangrijke stap. „Nederland had echt wat in te halen en onze infrastructuur en kennispositie piepte en kraakte”, vindt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland. Ook de universiteiten, de chemische industrie en de mobiliteitssector zijn tevreden.
Vakbond CNV vindt dat investeren in mensen, bijvoorbeeld in omscholing, de hoogste prioriteit moet hebben omdat er flinke veranderingen aan zitten te komen op de arbeidsmarkt.
Kritiek
De oppositiepartijen PvdA en GroenLinks –belangrijk voor steun in de Eerste Kamer– zijn kritisch. „Het fonds is meer dan gehalveerd”, zegt PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. Volgens Jesse Klaver (GroenLinks) richt het kabinet zich op verkeerde doelen: „We bevinden ons in een klimaatcrisis. Alle inspanningen moeten worden gericht op de omschakeling van de oude naar de nieuwe economie.”
Milieudefensie en Greenpeacevinden dat het kabinet zich blind staart op economische groei. Duurzaamheid is volgens hen „een voetnoot” in het groeifonds.