Tijdens de Democratische Conventie klonk het bijna als een refrein: „Joe Biden is een vroom man.” Barack Obama zei het, Michelle Obama zei het, Jill Biden, de vrouw van Joe, zei het en ook de Republikein John Kasich. Met het geloof van de presidentskandidaat zit volgens hen het wel goed. Hij is „overtuigd rooms-katholiek.”
Naar bekend rooms-katholiek gebruik draagt Joe Biden altijd een rozenkrans bij zich. Als het spannend is, friemelt hij er aan, zo weten zijn naaste medewerkers. Bijvoorbeeld toen hij als lid van de presidentiële staf van Obama in de kelder van het Witte Huis de aanval door Amerikaanse commando’s op het hoofdkwartier van Osama bin Laden volgde. Een medewerker van Obama zag dat Biden met zijn handen onder de tafel de rozenkrans bad.
Overigens is de Democraat daar doorgaans niet geheimzinnig over. Toen hij in 1988 een hersenoperatie moest ondergaan, vroeg hij tijdens de ingreep of de kralenketting onder zijn kussen mocht blijven. Later heeft hij dit in een interview zelf verteld.
Sinds 2015 heeft de rozenkrans voor Biden nog meer waarde gekregen. De gebedsketting die hij dagelijks vastpakt, is van zijn zoon Beau geweest. Hij overleed vijf jaar geleden op 45-jarige leeftijd aan een hersentumor. „Juist in die dagen,” zegt Biden, „heb ik veel troost en moed geput uit mijn geloof.”
Dat was niet de eerste keer dat Biden terugviel op zijn geloof in moeilijke omstandigheden. In 1972 kwamen Bidens vrouw Nelia Hunter en hun één jaar oude dochter Naomi Christina bij een auto-ongeluk om het leven. Joe Biden bleef met twee kleine jongens achter: Beau en Hunter. „Toen was het geloof mijn enige ankerpunt,” schreef hij in een brief. „Het gaf rust.”
Gebed
Dat lijkt nog zo te zijn. Zijn voormalig rivaal, Pete Buttigieg die eerder dit jaar ook een gooi deed naar de Democratische kandidatuur, zag Biden voorafgaand aan een debat de rozenkrans bidden. De Democratische senator Christopher A. Coons, zelf presbyteriaan, zegt: „Joe kent de kracht van het gebed. Ik heb hem gezien in momenten van vreugde en triomf, van verlies en wanhoop. Dan wendt hij zich tot God om kracht.”
Bekend is ook dat Biden wekelijks de mis bezoekt in de St. Joseph’s Church in Greenville. De links geöriënteerde jezuïet, James Martin, die op verzoek van Biden op de conventie een gebed deed zegt: „Volgens mij probeert hij net als elke andere katholiek een goede katholiek te zijn.”
Toch zal niet iedere rooms katholiek dit de jezuïet nazeggen. Zeker in dogmatisch opzicht is Biden niet streng in de leer. Zelf schrijft hij dat hij „net zoveel een cultureel katholiek is, als een theologisch katholiek. Mijn gedachten over het individu, de familie, over gemeenschap, over de wereld als geheel – ik ontleen ze rechtstreeks aan mijn geloof. Het gaat niet zozeer om de Bijbel, om de zaligsprekingen, de Tien Geboden, de sacramenten of de gebeden die ik leerde. Het gaat om de cultuur.”
Mensen die hem van nabij meemaken, zeggen dat hij vooral gegrepen is door de rooms katholieke sociale leer; in het bijzonder de zorg voor de armen. Zelf verklaarde hij ooit „meer onder de indruk te zijn van het liefdevolle hart dat klopt onder het kleed van een non dan van de regels die worden bedacht in het hoofd dat wordt bedekt door een mijter.”
Paus
Ondanks dat laatste beschouwt Biden het bezoek dat hij in 1980 als 37-jarige senator bracht aan paus Johannes Paulus II als een hoogtepunt in zijn leven. Het gesprek met de bisschop van Rome was lang en intiem – bijna twee keer zo lang als gepland. Toch hield Biden zich aan de raad van zijn eigen moeder: „Denk erom: de ring van de paus kus je niet.” Dat eerbetoon en die impliciete erkenning van het pauselijk gezag over het wereldlijk bestuur gingen Biden te ver.
Maar daarmee was het contact met de Heilige Stoel niet voorbij. Toen paus Franciscus in 2015 een bezoek bracht aan Amerika, sloot hij dat af met een privé-ontmoeting met de familie Biden waar toen gerouwd werd vanwege het overlijden van Beau. „De paus biedt me in dit verdriet een zakdoek. Dat vind ik belangrijker dan een kompas voor mijn beleid van hem te krijgen,” zei Biden later.
Hoewel de Democraten, en Biden voorop, het geloof nu veel nadrukkelijker een plaats in de campagne geven dan Hillary Clinton in 2016 deed, zijn veel conservatieve rooms katholieken in hem teleurgesteld. Daarbij speelt vooral zijn huidige standpunt ten aanzien van abortus en homo-emancipatie een belangrijke rol. Recent werd hem daarom tijdens het bezoek aan een rooms-katholieke kerk door de dienstdoende priester de communie geweigerd.
Te constateren valt dat de huidige Democratische presidentskandidaat in de loop van de tijd naar links is opgeschoven als het gaat om abortus. Nadat het hooggerechtshof in 1973 in de roemruchte zaak Roe versus Wade had bepaald dat zwangerschapsafbreking was toegestaan, zei Biden –toen senator– in het Washington Magazine dat dit een verkeerde uitspraak was. Vier jaar later stemde hij voor het Hyde Amendement. Dat bepaalde dat geen federale subsidie gegeven mocht worden aan organisaties die abortus om niet-medische redenen uitvoerden.
Al dan niet onder druk van de progressieve krachten binnen de Democratische partij is Biden duidelijk van standpunt veranderd. Recent nam hij afstand van het Hyde Amendement. Daarnaast wil hij nu het recht op abortus vastleggen in de federale wetgeving zodat individuele staten geen kans meer maken om strikter regels te stellen.
Dat leidt ertoe dat conservatieve rooms katholieken, en niet alleen zij, stellen dat Amerika de kans loopt de meest pro-abortusregering te krijgen uit de geschiedenis als Biden wordt gekozen. Pro-life-Democraten hebben daarom onlangs een brandbrief naar de partijleiding gestuurd waarin ze zeggen dat voor hen feitelijk geen plaats meer is binnen de Democratische partij.
Onvrede
Conservatieven in Amerika hebben grote zorgen als het gaat om de koers die Biden wil volgen op terrein van homo- en genderemancipatie. Hij heeft beloofd dat hij –eenmaal gekozen– in de eerste honderd dagen van zijn regering de Equality Act zal tekenen. Daarmee krijgen homoseksuelen en transgenders niet alleen maatschappelijke erkenning maar wordt hen ook federale bescherming toegezegd als zij zich gediscrimineerd voelen.
Orthodoxe rooms-katholieken stellen dat Biden daarmee niet alleen ingaat tegen de Bijbelse geboden en de katholieke leer, maar dat hij ook de grondwettelijke vrijheid van godsdienst bedreigt. „Regeringen die ideologische opvattingen die in wetgeving willen vastleggen die tegen Gods schepping en Zijn wetten ingaan, zoals in de Equality Act, bedreigen de grondwettelijke vrijheden van godsdienst en geweten”, zegt Doreen Denny van de organisatie Concerned Women for America.
Antikatholicisme lang kenmerkend voor de VS
De Ku Klux Klan (KKK) treedt op tegen iedere man die knielt voor een andere man en zijn hand of ring kust. Met die boodschap waarschuwde de geheime organisatie in Amerika begin vorige eeuw tegen de groeiende invloed van rooms-katholieken in de VS.
De KKK was niet alleen tegen de gelijkberechtiging van niet-blanken, maar keerde zich ook tegen rooms-katholieken. Amerika moest volgens het geheim genootschap een land van blanke protestanten zijn.
Vanaf het begin van de geschiedenis van de VS bestaat er in Amerika de nodige reserve tegenover het rooms-katholicisme. Met name de puriteinen waarschuwden tegen de leringen en de machtsaanspraken van Rome. Toch was er de eerste eeuwen sprake van een zekere tolerantie.
Pas in de 19e eeuw groeide het verzet, met name toen na 1840 grote groepen rooms-katholieke Ieren het land binnenkwamen. Dat leidde bijvoorbeeld in 1844 in de stad Philadelphia tot de zogenoemde ”Bible Riots” waarbij honderden doden vielen en dertien rooms-katholieke kerken in vlammen opgingen. Aanleiding was het valse gerucht dat de immigranten uit Ierland van plan waren de protestantse Bijbeluitgave uit de openbare scholen te verwijderen.
Omgekeerd bestond er bij de Rooms Katholieke Kerk ook de nodige reserve. In 1895 gaf paus Leo XIII de encycliek Longinqua Oceani uit, waarin hij zijn geloofsgenoten waarschuwde zich niet te laten meeslepen door het Amerikanisme. Amerika was volgens hem een gevaarlijk land waar je werd afgetrokken van de ware vroomheid.
Het antikatholicisme kreeg een stevige impuls toen in 1928 de rooms-katholiek Alfred E. Smith door de Democratische Partij kandidaat werd gesteld voor het presidentschap. De protesten kwamen niet alleen uit KKK-hoek, maar ook van orthodox-protestantse kerken, waaronder de Zuidelijke Baptisten en de methodistenkerken. Het hardst werd toen overigens campagne tegen zijn verkiezing gevoerd door de joden onder leiding van rabbijn Stephen S. Wijs.
Sommigen beweerden dat de toenmalige paus, Pius XI, zijn koffers al had gepakt om naar het Witte Huis te verhuizen als Smith werd gekozen. Die verloor echter. Hij kreeg nauwelijks 40 procent van de stemmen. De Republikein Herbert C. Hoover werd gekozen.
De kwestie of Amerika een rooms katholieke president kon hebben, laaide opnieuw op toen John F. Kennedy zich in 1960 kandidaat stelde. Protestanten raakten gealarmeerd. Opnieuw was de vrees dat het Witte Huis een dependance van het Vaticaan zou worden. Tijdens de campagne van 1960 hielden de bekende evangelist Billy Graham en de welvaartsprediker Norman Vincent Peale samen met andere protestantse leiders in Zwitserland een bijeenkomst over de vraag wat de protestanten in de VS konden doen om vorming van een rooms-katholiek machtsblok in de VS te voorkomen.
Kennedy benadrukte niet aan de leiband van de paus te willen lopen. Tijdens een toespraak in Houston voor honderden predikanten zei hij: „Ik geloof in een Amerika waar noch rooms-katholieken, noch protestanten, noch joden de dienst uitmaken; waar geen publieke ambtenaar over publieke kwesties vragen stelt aan of instructies ontvangt van de paus.” Ook Kennedy ging naar de paus – in 1963. Net zoals Biden later, kuste hij de ring van de paus niet.
Het antikatholisime is in de VS nagenoeg verdwenen. Toen de Democraat John Kerry in 2004 presidentskandidaat was, was er nauwelijks discussie over zijn geloof. Nu Biden kandidaat is, lijkt zijn rooms-katholieke achtergrond geen belemmering meer te zijn. Wat meer is: het wordt nu juist ingezet als sterk punt.