De scholen in regio Noord gaan maandag weer open. Onderwijsbonden zijn echter niet gerust op de luchtkwaliteit in lokalen en docenten tonen zich bezorgd over de besmettelijkheid van leerlingen.
De basis- en middelbareschoolleerlingen in Noord-Nederland bijten volgende week het spits af. Ruim vijf maanden na de scholensluiting op 15 maart zijn ook de leerlingen uit het voortgezet onderwijs weer allemaal welkom. Voor hen gelden onderling geen afstandsregels meer.
De afgelopen weken laaide de discussie over de risico’s van de volledige openstelling van de middelbare scholen op. De VO-Raad, sectororganisatie van het voortgezet onderwijs, en vakbond CNV Onderwijs riepen het OMT vorige week op met een advies te komen over ventilatie in scholen. De luchtkwaliteit in de gebouwen is volgens hen vaak ondermaats en veel luchtverversingssystemen zijn verouderd. Het coronavirus zou zich daardoor mogelijk makkelijker kunnen verspreiden.
RIVM-directeur Jaap van Dissel zei dinsdag in de Tweede Kamer dat de huidige richtlijnen –zoals vermeld in het zogenoemde bouwbesluit– voldoende zijn. Een dag later riep het ministerie van Onderwijs schoolbestuurders op hun ventilatie te controleren.
Naast de onderwijsbonden zijn ook veel docenten er niet helemaal gerust op dat de volledige herstart van de scholen veilig genoeg is. Zo bleek dinsdag uit de resultaten van een ledenpeiling van vakbond Leraren in Actie (LiA) dat 80 procent van de circa vierhonderd respondenten het onveilig vindt om de middelbare scholen weer volledig te openen en meldde onderwijsbond AOb steeds meer berichten te krijgen van bezorgd onderwijspersoneel.
Risicogroep
Elisabeth Terhorst, hoofd communicatie en lid van de adviesgroep corona van het Greijdanus College uit Zwolle, en Arie Trouwborst, directeur onderwijs op de Pieter Zandt Scholengemeenschap uit Kampen, herkennen het beeld van de LiA-peiling niet. Slechts een handjevol leraren heeft aangegeven dat ze zich zorgen maken, zegt Trouwborst. „Het gaat dan vooral om docenten die al wat ouder zijn of die tot de risicogroep behoren.” Terhorst: „Natuurlijk vinden de docenten het spannend hoe het zal gaan, maar ik merk vooral dat ze veel zin hebben om te starten.”
Beide scholengemeenschappen hadden voor de zomervakantie al een ventilatiecheck uitgevoerd. In een eerder protocol was al genoemd dat scholen alert moesten zijn op de luchtkwaliteit, zegt Johan van Putten, bestuursvoorzitter van de Pieter Zandt. „Over het algemeen bleek onze ventilatie up-to-date. Wel hebben we de airco’s uitgeschakeld en zetten we ramen en deuren open.” Enkele vestigingen maken gebruik van een koude-warmteopslagsysteem, waardoor de luchtkwaliteit goed blijft. „Maar als we willen voldoen aan alle eisen moeten we fiks investeren.”
Op het Greijdanus College werd geen gebruik gemaakt van systemen die draaien op luchtrecirculatie, legt Terhorst uit. „Dat komt nu goed uit, die blijken namelijk niet wenselijk te zijn. Wel hadden we in een paar ruimtes airco’s staan, maar die gaan uit. Verder is het vooral een kwestie van ramen en deuren openzetten.” In de winter wordt dat echter lastig, zegt Terhorst. „Maar we ondernemen nog geen grote stappen en wachten even af hoe alles gaat.”