Na de grote klap in de Libanese stad Beiroet van dinsdag bood Israël het buurland direct hulp aan. Hezbollah accepteert die steun echter niet. De organisatie heeft baat bij een slecht imago van Israël.
Libanon staat in Israël al wekenlang in de belangstelling. De reden: de staat dreigt te imploderen onder de politieke en economische problemen. Israëlische deskundigen wijzen op de anti-regeringsdemonstraties in Libanon, de hyperinflatie, het werkloosheidscijfer van 40 procent, de wijdverbreide armoede en voedselproblemen, de stroomstoringen en de zelfmoordcijfers.
Demonstranten in Libanon zelf wezen ook met een beschuldigende vinger naar Hezbollah. Deze pro-Iraanse organisatie is de belangrijkste macht in het land. Maar het is onduidelijk hoe Libanon fundamenteel kan herstellen met deze pro-Iraanse macht aan het roer.
Het is bekend dat Israël een complexe relatie met Hezbollah onderhoudt, maar de spanningen zijn de afgelopen weken in het bijzonder opgelopen. Op 21 juli kwam er een Hezbollahstrijder om bij een luchtaanval in Syrië, die door Israël zou zijn uitgevoerd. Israël wil voorkomen dat Hezbollah wapens invoert vanuit Syrië. Ook wil het niet dat Iran een militaire presentie opbouwt in dat land. Iraanse leiders hebben namelijk gezegd dat Israël dient te verdwijnen.
De voorman van Hezbollah, Hassan Nasrallah, zei in augustus 2019 dat zijn sjiitische strijdmacht de dood van zijn strijders in Syrië zal wreken. Een tegenaanval kwam op 27 juli. Het Israëlische leger sloeg de aanval af en bood de strijders de kans de benen te nemen, in een kennelijke poging om de situatie te deëscaleren. Israël publiceerde om dezelfde reden geen videobeelden van de militaire afgang.
En toen kwam de grote klap voor Libanon. Onmiddellijk bleek er in Israël sprake van meeleven, behalve bij een groepje rechtsextremisten. „De menselijkheid gaat boven elk conflict”, zei burgemeester Ron Huldai van Tel Aviv. „Onze harten zijn met het Libanese volk na deze verschrikkelijke ramp.” Hij liet het gemeentehuis verlichten in de kleuren van de Libanese vlag.
Israël bood Libanon ook concrete hulp aan. Geen staat in de omgeving is waarschijnlijk zo goed voorbereid om de helpende hand te bieden. De Israëlische ziekenhuizen in Nahariya en Safed liggen op slechts 100 kilometer van Beiroet. Deze medische centra hebben vele Arabische artsen en verpleegkundigen in dienst.
Masad Barhoum, algemeen directeur van het Galilea Medisch Centrum in Nahariya en christen-Arabier, riep Libanese leiders op groen licht te geven voor hulp. De VN-macht in Zuid-Libanon Unifil zou de gewonden over de grens kunnen brengen. In het Safedziekenhuis werden voor 2000 geregeld Libanese burgers geholpen.
Maar Libanon zal de hulp niet accepteren. Hezbollah zal geen hulp toestaan. Hulp zou namelijk het stereotype in Libanon van Israël als aartsvijand kunnen verbreken. Dat kan Hezbollah zich niet permitteren. Als vooruitgeschoven post van Iran blijft het een negatief beeld van Israël onder de bevolking nodig hebben.
„Libanon negeerde Israëls aanbod van humanitaire hulp”, zegt Eddy Cohen van de Bar-ilan Universiteit, die zelf in de jaren negentig in Libanon woonde. „Elke Libanees die contact opneemt met Israëliërs zal beschuldigd worden van spionage. Verwacht geen enkele samenwerking tussen de regeringen.”